Raad van State - 191.586 - 18-03-2009

Samenvatting

Het algemeen rechtsbeginsel "fraus omnia corrumpit" staat er niet aan in de weg dat een vreemdeling, ten overstaan van wie door de Commissaris generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus is genomen, over het vereiste wettig belang beschikt om die beslissing bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen aan te vechten, tenzij zou blijken dat het beroep tot nietigverklaring zelfdoor bedrog is aangetast. Er dient besloten te worden dat de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen ten onrechte tot de onontvankelijkheid heeft besloten op grond van het algemeen rechtsbeginsel "fraus onmia corrumpit".