Raad van State - 196.577 - 1-10-2009

Samenvatting

Bij het nemen van de beslissing heeft de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen zich gesteund op een eerder door haar genomen arrest, zonder te motiveren om welke redenen hiernaar verwezen wordt. Op deze wijze wordt immers een algemene reikwijdte en verordenend karakter aan de rechtspraak gegeven, hetgeen een inbreuk uitmaakt op artikel 6 Ger.W. Daarnaast is de Raad gehouden toezicht uit te oefenen op de toepassing van artikel 62 Vw en de artikelen 2 en 3 wet 29 juli 1991 door de administratie, die bij het nemen van haar beslissing rekening moet houden met alle elementen in het administratief dossier. In casu kon niet geoordeeld worden dat het indienen van een verzoek tot machtiging van verblijf op zich geen hindernis uitmaakt voor het nemen van een bevel om het grondgebied te verlaten, bij wijze van politionele maatregel, zonder effectief rekening te houden met het ingediende verzoek en de buitengewone omstandigheden die hierin opgenomen waren. Het beginsel van behoorlijk bestuur is dan ook geschonden.