Raad van State - 255.380 - 23-12-2022

Samenvatting

Een meerderjarig geworden kind van een ouder met internationale bescherming kan toch gezinshereniging vragen (en krijgen) wanneer het kind wel nog minderjarig was op de datum van de asielaanvraag van de ouder, maar niet meer op de datum van de aanvraag gezinshereniging. De aanvraag gezinshereniging moet ingediend worden binnen een redelijke termijn van in principe drie maanden. Dit is echter een indicatieve termijn gebaseerd op artikel 12 Gezinsherenigingsrichtlijn, dat gaat over de termijn waarbinnen een familielid van een erkend vluchteling vrijgesteld is van de materiële voorwaarden voor gezinshereniging.
 
Bij de omzetting van artikel 12 Gezinsherenigingsrichtlijn in artikel 10 §2, alinea 5 Verblijfswet koos België ervoor om de termijn van drie maanden uit te breiden naar twaalf maanden. Artikel 3, laatste lid Gezinsherenigingsrichtlijn laat lidstaten immers toe om gunstigere bepalingen vast te stellen. Dit heeft in België volgens de Raad van State tot gevolg dat de redelijke termijn waarbinnen een meerderjarig geworden kind van een persoon met internationale bescherming, zijn aanvraag gezinshereniging moet indienen, twaalf maanden is en niet drie maanden.