Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 272.233 - 3-05-2022

Samenvatting

Twee Afghaanse jongeren dienden een aanvraag gezinshereniging in met hun vader die erkend vluchteling is in België. De aanvragen werden ingediend op grond van een elektronische identiteitskaart van Afghanistan, de zogenaamde e-taskara, afgeleverd op 24 november 2020.
 
Voordat verzoekers beschikten over deze e-taskara, hadden ze een papieren taskara. Daarin stond een andere geboortedatum vermeld dan in de later afgegeven e-taskara. Verzoekers beschikken ook over een Afghaans paspoort. Daarin staat hun geboortedatum vermeld zoals in de e-taskara en niet zoals in de papieren taskara.
 
Voorwerp van discussie in deze zaak is de al dan niet minderjarigheid van de verzoekers op het moment van de aanvraag gezinshereniging met de vader. Om te kunnen genieten van gezinshereniging  met een derdelander moeten de kinderen minderjarig zijn op het moment van de aanvraag. Dit staat in artikel 10 §1, eerste lid, 4° Verblijfswet. Als de werkelijke leeftijd van de verzoekers de leeftijd zou zijn zoals vermeld op de papieren taskara, zouden ze meerderjarig zijn geweest op het moment van hun aanvraag gezinshereniging. Volgens de geboortedatum vermeld op de e-taskara en het paspoort waren ze echter minderjarig op het moment van de aanvraag.
 
Volgens DVZ wordt niet aangetoond dat de rechtzetting van de geboortedatum gebeurde volgens de geldende wetgeving en wordt nergens gewag gemaakt van een aanpassing van de originele taskara. DVZ haalt ook aan dat (elektronische) identiteitskaarten nog altijd worden afgeleverd op grond van mondelinge verklaringen en er dus om het even welke geboortedatum kan worden genoteerd.
 
Recente rechtspraak van het Hof van Justitie nuanceert de voorwaarde van minderjarigheid echter. Wanneer een kind gezinshereniging vraagt met zijn ouder die erkend vluchteling is, moet het kind minderjarig zijn op het moment waarop de ouder internationale bescherming vraagt. Het kind moet dus niet meer minderjarig zijn op het moment van de toekenning van de internationale bescherming aan de ouder of op het moment van de aanvraag gezinshereniging.
 
Het staat niet ter discussie dat de e-taskara en het paspoort van een van de verzoekers een andere geboortedatum vermelden dan de eerder voorgelegde papieren taskara. Vraag is of dit gegeven de geloofwaardigheid van de leeftijd zoals vermeld in de e-taskara en in het paspoort aantast.
 
De RvV verwijst naar de COI Focus “Afghanistan, Corruptie en documentenfraude” van Cedoka van 14 januari 2021. Hieruit blijkt dat de e-taskara de papieren versie vervangt en een meer uniform en beveiligd identiteitsdocument is. De e-taskara wordt uitgegeven op basis van de papieren taskara van de betrokkene, met bijkomend onderzoek en een verificatie van de identiteitsgegevens. De e-taskara is dus in beginsel een meer betrouwbaar document dan de papieren versie.
 
Uit het rapport blijkt bovendien dat het niet vereist dat de papieren taskara eerst wordt aangepast vooraleer er een aanpassing gebeurt in de e-taskara. De e-taskara vervangt immers net de papieren versie.
 
De RvV haalt verder aan dat uit de COI Focus blijkt dat de Afghaanse overheid de voorbije jaren werk heeft gemaakt van specifieke maatregelen om de betrouwbaarheid van Afghaanse documenten te verbeteren op lange termijn, door onder meer de introductie van de e-taskara maar ook door het invoeren van verplichte geboorteregistraties.
 
DVZ hield geen rekening met deze elementen en besloot zonder meer dat in de Afghaanse documenten om het even welke geboortedatum kan worden genoteerd. De RvV oordeelt dat DVZ geen voldoende zorgvuldige beoordeling van de visumaanvragen deed.