Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 285.868 - 9-03-2023

Samenvatting

De echtgenote en kinderen van een in België erkende vluchteling vroegen een visum D gezinshereniging aan op basis van art. 10 Vw. De aanvraag werd ingediend binnen het jaar na de erkenning van de vluchtelingenstatus van de referentiepersoon, waardoor zij voldoen aan de uitzondering van bepaalde materiële voorwaarden zoals voorzien in art. 10, § 2, 5e alinea Vw. Zij dienden dan ook geen bewijs van inkomen, huisvesting en ziekteverzekering aan te brengen. Door dit te eisen schendt DVZ artikel 10 Vw. Dat de referentiepersoon als vader van een Belgisch kind over een F kaart beschikt doet hieraan geen afbreuk. Er is immers geen wettelijke basis die toelaat in dit geval de uitzondering voor familieleden van erkende vluchtelingen niet toe te passen.