Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 215.180 - 15-01-2019

Samenvatting

Uit de informatie die de partijen aanbrengen omtrent de situatie in Venezuela blijkt dat deze situatie volatiel is inzake de veiligheidssituatie en de socio-economische omstandigheden.
Inzake de landeninformatie waarop verweerder zich baseert blijkt deze voornamelijk te bestaan uit het document getiteld: ‘COI Focus, “Venezuela, Situation Sécuritaire”’ dat gedateerd is op 20 april 2018 (administratief dossier, stuk 18). Dit document bevat voornamelijk informatie uit de periode 2017 tot begin 2018. 
Verzoeker brengt landeninformatie bij die van recentere datum is. Gelet op de volatiele situatie hecht de Raad te dezen belang aan het rapport ‘United Nations Human Rights, “Office of the High Commissioner: Human rights violations in the Bolivarian Republic of Venezuela: a downward spiral with no end in sight”’ van juni 2018 (stuk 9) en dit samen gelezen met de ‘Guidance note on the outflow of Venezuelans’ van UNHCR van maart 2018 (stuk 4).
Punt 6 van de voormelde ‘Guidance note’ van UNHCR laat uitschijnen (weliswaar middels verwijzing naar de geest van de in België niet geldende ‘Cartagena Declaration’) dat er in hoofde van iedere Venezolaanse burger sprake is van een weerlegbaar vermoeden van behoefte tot internationale bescherming.
Gelet op voorgaande vaststellingen beschikt de Raad actueel niet over “alle relevante feiten in verband met het land van herkomst op het tijdstip waarop een beslissing inzake het verzoek wordt genomen, met inbegrip van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van het land van herkomst en de wijze waarop deze worden toegepast” (cf. artikel 48/6, § 5, a) van de Vreemdelingenwet).