Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 239.729 - 17-08-2020

Samenvatting

De Raad kan de commissaris-generaal niet volgen waar gesteld wordt dat het door verzoeker aangehaalde gegeven dat hij diende te stoppen met zijn activiteiten voor de radio en het gehele radio programma, ‘Saturday Talk’ waar verzoeker een deel zendtijd in kreeg, geschorst werd (notities 1 p. 10) niet betekenisvol is. Immers het is niet omdat “ook andere programma’s uit de omloop werden gehaald” dat het geen censuur betreft. Hieruit kan enkel afgeleid worden dat de centrale Kameroense overheid ook deze Engelstalige programma’s viseert die milieu en sociaal gericht waren. Hoewel dit volgens de bestreden beslissing geen persoonlijke vervolging uitmaakt, kan anderzijds wel duidelijk blijken dat op deze wijze getracht wordt om kritische personen, zoals verzoeker, en organisaties monddood te maken, wat wel een persoonlijk gegeven is en ook conform de toegevoegde landeninformatie. Bovendien zou het weinig realistisch zijn aan te nemen dat de Kameroense overheid de journalisten en presentators niet kent van de programma’s die zij uit de ether halen omdat ze te kritisch zijn.
 
Verzoeker was anderzijds ook tewerkgesteld bij de organisatie “All for Cameroon” een “free legal clinic” die opkomt voor juridische problemen en (mensen)rechten van in het bijzonder minderheden zoals bepaalde moslimgemeenschappen, vrouwen, jonge kinderen. Dit blijkt uit zijn persoonlijke Facebookpagina waar hij tevens berichten deelt van onder meer Caroline Mbinkar, een vooraanstaand advocaat en medeoprichter van deze organisatie die is gevlucht uit Kameroen. Verzoeker staat met zijn naam en foto in het jaarrapport (2012-2013) van “All for Cameroon”. De bestreden beslissing betwist niet dat verzoeker reeds sinds 2011 lid was en nadien tewerkgesteld werd binnen de organisatie “All for Cameroon” zoals ook kan blijken uit het jaarrapport van 2012-2013. De bestreden beslissing meent dat dit niet relevant is omdat verzoeker niet gehinderd werd legaal te vertrekken uit het land. De commissaris-generaal gaat er echter aan voorbij dat verzoeker hiermee zijn professionele loopbaan binnen de legal clinic aantoont alsook dat hij minstens sedert 2010 reeds actief is in Kameroen voor de mensenrechten. Bovendien is de situatie in Kameroen de laatste acht jaar sterk geëvolueerd en blijkt ook uit de landeninformatie dat het conflict geëscaleerd is. Evenmin kan de huidige impact van dit lange lidmaatschap losgezien worden van verzoekers overige activiteiten die de commissaris-generaal evenmin betwist, noch het radioprogramma dat hij presenteerde (zie foto’s van (radio) gesprekken). Het is net in het licht van de escalatie van het conflict in Kameroen en, zoals het verzoekschrift benadrukt, ook verzoekers profiel, dat de Raad meent dat verzoeker niet kan worden afgerekend omdat hij voorzichtig gehandeld heeft en vertrokken is vooraleer hij actief werd vervolgd en de situatie in Engelstalig Kameroen uit de hand liep. Verzoeker had immers eersterangs informatie door zijn omgang met advocaten en journalisten.
 
De aangebrachte activiteiten van verzoeker dienen aldus samengelezen te worden met de verontrustende situatie in Engelstalig Kameroen. Deze wordt geenszins betwist door de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen. Uit de bijgebrachte landeninformatie blijkt dat – volgens verschillende bronnen zoals International Crisis Group (ICG), Armed Conflict Location & Event Data Project (ACLED), Amnesty International (AI), Human Rights Watch (HRW) en het VN-bureau voor de coördinatie van humanitaire zaken (OCHA) - de veiligheidssituatie in beide Engelstalige regio's sinds de tweede helft van 2018 is verslechterd en het geweld er endemisch is geworden (COI Focus “Cameroun. La crise anglophone. Situation sécuritaire.” van 1 oktober 2019 (update), p. 11). Doorheen 2018 en 2019 werd het Engelstalige gebied geteisterd door herhaalde confrontaties tussen de Kameroense troepen en de verschillende separatistische gewapende groepen, met een stijgend aantal burgerslachtoffers in de regio tot gevolg (COI Focus “Cameroun. La crise anglophone. Situation sécuritaire.” van 1 oktober 2019 (update), p. 11-15). Uit de gegevens van ACLED blijkt de evolutie van het geweld in de Engelstalige regio’s: in 2016 vonden er 18 incidenten plaats; in 2017 waren het er 75; in 2018 werden er 414 incidenten geregistreerd, waarvan 208 werden gekwalificeerd als gevecht (“battle”) en 189 als geweld tegen burgers; en in 2019 (tot en met 31 augustus) hadden er 283 incidenten plaats, waarvan 98 gekwalificeerd werden als gevecht en 149 gevallen van geweld tegen burgers uitmaakten (COI Focus “Cameroun. La crise anglophone. Situation sécuritaire.” van 1 oktober 2019 (update), p. 27-28). De confrontaties tussen de separatistische gewapende groepen en de overheid werden sinds 2018 frequenter én dodelijker (COI Focus “Cameroun. La crise anglophone. Situation sécuritaire.” van 1 oktober 2019 (update), p. 28). De geraadpleegde ngo’s maken tevens melding van mensenrechtenschendingen (geheime detenties, verdwijningen, foltering, buitengerechtelijke executies, seksueel geweld, het in brand steken van dorpen) in de Engelstalige regio’s zowel door de verdedigingsen veiligheidstroepen als door de gewapende groepen (COI Focus “Cameroun. La crise anglophone. Situation sécuritaire.” van 1 oktober 2019 (update), p. 30-35). In een rapport van februari 2019 meldt OCHA dat het conflict burgerslachtoffers maakt door indirect vuur alsook door gerichte moorden (United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) “Cameroon: North-West and SouthWest Situation Report No. 3 As of 31 January 2019” van 21 februari 2019, zoals geciteerd in COI Focus “Cameroun. La crise anglophone. Situation sécuritaire.” van 1 oktober 2019 (update), p. 35). Ook HRW rapporteert geweld gericht tegen burgers door zowel regeringstroepen als separatistische groepen (Human Rights Watch (HRW) “Cameroun : Nouvelles attaques contre des civils menées par les forces de sécurité et par les séparatistes” van 28 maart 2019, zoals geciteerd in COI Focus “Cameroun. La crise anglophone. Situation sécuritaire.” van 1 oktober 2019 (update), p. 35-36). Het krantenartikel “Uproar at Kondengui Prison, Anglophone Detainees stage protest, strike follows arrival of 18 detainees from Buea in Chains” van 4 juli 2018 beschrijft een zaak van jongeren die in de Zuid Westelijke regio werden gearresteerd en naar de Kondengui gevangenis werden gebracht. De door verzoeker toegevoegde post van M.B., die lid is van een separatistische organisatie, omtrent een incident in Bamenda, de post van A.N., die advocaat en voormalig gevangene tijdens de crisis was, omtrent een incident te Mamfe, de post van N.N. omtrent mishandeling van “suspected Amba boys”, het algemene artikel “Chrda statement on the assault of CDC workers in Tiko rubber plantation, the Southwest region of Cameroon”, het “Report on the Cameroon Anglophone Crisis - Human Rights Abuses in the Cameroon Anglophone Crisis - A Submission of Evidence to UK Parliament” van 30 oktober 2019 opgesteld door R.W., mede-oprichtster van “All for Cameroon”, en de toegang tot het logboek van dit rapport (beeldmateriaal) bevestigen de algemene situatie in Kameroen. Ook het door verzoeker bij aanvullende nota neergelegd rapport van Human Rights Watch “Cameroon: detainees tortured” van 20 augustus 2019 over de afwezigheid van een eerlijk proces en mensonwaardige levensomstandigheden in detentie ligt in dezelfde zin.
 
Daarnaast blijkt dat de Engelstalige regio’s omwille van de situatie van onveiligheid en geweld eveneens te kampen hebben met problemen van socio-economische aard. Zo heeft het conflict een negatieve impact op de toegang tot onderwijs, voedsel, water, gezondheidszorg en overige basisvoorzieningen, alsook op de economische situatie, te weten dat diverse sectoren zoals de landbouwindustrie, de telecommunicatie-, handels- en distributiebedrijven en de landbouwsector verzwakt zijn door het conflict (COI Focus “Cameroun. La crise anglophone. Situation sécuritaire.” van 1 oktober 2019 (update), p. 47- 54). Dit is net de sector waar verzoeker van nabij betrokken is. Zoals hoger gesteld heeft verzoeker een niet betwist jarenlang verleden van sociale inzet die hij via de radio en optochten – ook met jongere kinderen – publiek bekend maakte. Ook na zijn aankomst in België heeft verzoeker regelmatig over de crisis in Kameroen bericht op zijn Facebookaccount en gewerkt voor “All for Cameroon”. Het geweld binnen de Engelstalige regio’s heeft er verder toe geleid dat mensen hun dorpen en steden dienden te ontvluchten, waardoor meer dan 536.000 personen ontheemd zijn in de regio’s van het zuidwesten en het noordwesten (COI Focus “Cameroun. La crise anglophone. Situation sécuritaire.” Van 1 oktober 2019 (update), p. 44). Daarnaast telde UNOCHA in juli 2019 al 39.000 Kameroense vluchtelingen in Nigeria (United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) “Cameroon: Humanitarian Snapshot North-West South-West as of July 2019” van 26 augustus 2019, zoals geciteerd in COI Focus “Cameroun. La crise anglophone. Situation sécuritaire.” van 1 oktober 2019 (update), p. 45). De door verzoeker aangehaalde rapporten bevestigen aldus de precaire veiligheidssituatie in Engelstalig Kameroen.
 
Zoals hoger blijkt, was verzoeker bijzonder actief in Kameroen en is hij ook veelzijdig. Verzoeker behaalde het diploma in ‘Development Studies’ van het ‘Pan African Institute for Development – West Africa’ van 25 juni 2010. Verzoeker is ook beeldhouwer (zie ‘letter of recommendation’ van 8 juli 2010) en werd zelfs toegelaten met een beurs tot de ‘Art Academy of Cincinnati’ (zie brieven van 15 november 2011 en 29 maart 2012). Verzoeker heeft ook studies gedaan aan de Universiteit van Gent en de Vrije Universiteit van Brussel. Hij legt ook een ‘Certificate of Service' van ‘Voluntary Service Overseas’ van 31 maart 2014 neer om zijn activiteiten voor deze organisatie van november 2013 tot maart 2014 aan te tonen. De brief van 8 augustus 2018 van Caroline Mbinkar, medestichtster van ‘All for Cameroon’, en de foto van verzoeker met onder meer Brits parlementslid Alistair Carmichael bevestigen dat verzoeker sinds 2011 bij deze organisatie betrokken is. De door verzoeker toegevoegde foto’s tonen verzoekers artistiek werk en vormen een bewijs van verzoekers sociaal werk, milieu-activisme, het promoten van agricultuur en levensonderhoudende activiteiten. Bij aanvullende nota voegt verzoeker “een aantal screenshots van zijn facebookaccount waarop te zien is hoe hij berichten deelt over het conflict in Kameroen en reageert op een post van M.B..”. Een persoon met een dergelijk profiel kan bezwaarlijk ontsnappen aan de aandacht van de Kameroense autoriteiten ook al hadden ze verzoeker niet actief vervolgd voor zijn vertrek naar België. De commissaris-generaal betwist weliswaar verzoekers sociale acties, milieu/mensenrechtenactiviteiten en studies niet op zich, maar schat deze te licht in binnen huidige context. De Raad meent dat verzoekers vrees voor vervolging, indien hij dient terug te keren naar zijn regio van herkomst in Kameroen, kan aangenomen worden.
 
(…)
 
Zoals hoger vastgesteld kan aangenomen worden dat verzoeker een vrees voor vervolging heeft uitgaande van de Kameroense staat, in zijn regio van herkomst.
 
In casu komt het niet redelijk voor te verwachten dat verzoeker zich hervestigt in Franstalig Kameroen. Gelet op bovenstaande vaststellingen, kan worden aangenomen dat hoewel verzoeker geen belangrijke stem is binnen de politieke Engelstalige strijd in Kameroen, het wel vaststaat dat verzoeker in Kameroen tewerkgesteld werd in een legal clinic, hij zich in verschillende sociale organisaties inzette voor mensenrechten, het milieu ook voor en met kinderen. Uit zijn verklaringen en neergelegde documenten komt naar voor dat verzoeker een diploma in ontwikkelingsstudies heeft (“Diploma in Development Studies – Environment and Development” van het ‘Pan African Institute for Development – West Africa’), dat hij als “nationaal vrijwilliger” heeft gewerkt in initiatieven voor gemeenschapsontwikkeling in de Noordwestelijke Regio van november 2013 tot maart 2014 (“Certificate of Service”), als ondersteunend personeel van 2011 tot 2016 tewerkgesteld was bij mensenrechtenorganisatie “All for Cameroon”, en als milieuactivist op de radio praatte. Tevens kan uit verzoekers Facebookpagina blijken dat hij sympathiseert met de Engelstalige zaak. Daarnaast kan uit verzoekers verklaringen niet blijken dat hij over een netwerk beschikt in Franstalig Kameroen. Waar in de bestreden beslissing wordt gewezen op het feit dat hij Yaoundé in het kader van zijn werk zes keer heeft bezocht (notities 2, p. 2) en dat hij een week (van 17 juli 2018 tot 23 juli 2018) in Yaoundé verbleef op de universiteitscampus bij zijn vriendin K.M.M., verduidelijkte verzoeker ter terechtzitting dat deze vriendin Yaoundé inmiddels heeft verlaten. Verzoekers zus A.A.N. en zijn tweelingbroer A.E.C. zijn momenteel woonachtig in Kousserie, in Franstalig Kameroen, (notities 2, p. 15), dit is gelegen in de regio Extrême-Nord, waar Boko Haram woedt (COI Focus “Cameroun. La crise anglophone. Situation sécuritaire.” van 1 oktober 2019 (update), p. 11). Ten slotte kan nergens uit de toegevoegde informatie blijken dat de Engelstalige Kameroeners zich in Franstalig Kameroen (ook kritisch artistiek) kunnen uiten.