Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 2665 - 16-10-2007

Samenvatting

Wanneer de Raad als annulatierechter een administratieve beslissing aan de wet toetst treedt hij niet op als rechter in hoger beroep die op aanvraag van de rechtzoekende de ware toedracht van de feiten gaat beoordelen Hij onderzoekt enkel of de gemachtigde van de minister van Binnenlandse Zaken in redelijkheid is kunnen komen tot de door haar gedane vaststelling van feiten en of er in het dossier geen gegevens voorhanden zijn welke met die vaststelling onverenigbaar zijn. In het kader van een marginale toetsing wordt de aangeklaagde onwettigheid slechts dan gesanctioneerd wanneer daarover geen redelijke twijfel kan bestaan, m.a.w. wanneer de beslissing kennelijk onredelijk is. Bij de beoordeling van een nieuwe vestigingsaanvraag dient het bestuur vooreerst na te gaan of er nieuwe elementen zijn, die niet reeds het voorwerp hebben uitgemaakt van een onderzoek in het kader van een eerdere vestigingsaanvraag. Een vestigingsaanvraag die identiek is aan een vorige vestigingsaanvraag dient door het bestuur niet te worden behandeld, aangezien deze door hem reeds is onderzocht.