Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 9462 - 1-04-2008

Samenvatting

Het verschil in behandeling voorzien in de artikelen 58 en 59 Vw. is gebaseerd op een objectief criterium, namelijk het feit of een onderwijsinstelling al dan niet georganiseerd, erkend of gesubsidieerd wordt door de openbare overheid. Bovendien is het gerechtvaardigd dat een vreemdeling die in België wenst te studeren aan een privé-instelling meer details moet leveren aan de verwerende partij, in het bijzonder met betrekking tot de opportuniteit van de gekozen studies in relatie tot zijn eigen curriculum of met betrekking tot de gekozen instelling. Privé-instellingen worden immers niet gecontroleerd door de openbare overheid. Het verschil in behandeling wordt op een redelijke wijze gerechtvaardigd. Met betrekking tot de continuïteit van de gevolgde studies, heeft de verwerende partij op een geldige wijze kunnen vaststellen dat de verzoeker studies volbracht heeft in een ander domein. Het is dus met goed recht dat de verwerende partij heeft geoordeeld dat er geen continuïteit bestaat tussen de reeds gevolgde studies en de geplande studies. Het feit dat de verzoeker over een diploma secundair onderwijs beschikt dat zonder beperking toegang verleent tot studies hoger onderwijs doet hieraan geen afbreuk. Bovendien is verzoeker in gebreke gebleven de specificiteit aan te tonen van de geplande studies in België of de afwezigheid ervan, ten aanzien van het herkomstland. De Raad is van oordeel dat de motivering van de verwerende partij hieromtrent voldoende en adequaat is.