Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 10.796 - 29-04-2008

Samenvatting

Verzoeker maakt met zijn betoog dat de verwerende partij niet op redelijke wijze kan ontkennen dat verzoeker, gezien het nationaal paspoort dat hij bezit, niet in Marokko leefde voor zijn aankomst in België met zijn vader, en dat het in elke hypothese niet redelijk is bewijzen te vragen van stortingen van zijn vader aan hem in Marokko, aannemelijk dat de minister van Binnenlandse Zaken op kennelijk onredelijke wijze heeft besloten tot de weigering van de vestiging met bevel om het grondgebied te verlaten.