Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 16.559 - 26-09-2008

Samenvatting

Een vernietigde beslissing wordt geacht nooit getroffen geweest te zijn. Het bestuur dient na een vernietigingsarrest de zaak te hernemen na het indienen van de vestigingsaanvraag maar voor het onderzoek ervan. Wanneer het bestuur verplicht is een beslissing te treffen binnen een wettelijk voorziene termijn van vijf maanden en de wet gevolgen verbindt aan het verstrijken van deze termijn en de beslissing die destijds binnen de voorziene termijn getroffen werd, vernietigd wordt door de Raad, beschikt het bestuur opnieuw over de volle termijn van vijf maanden om een nieuwe beslissing te treffen. Deze volle termijn van vijf maanden moet het bestuur toelaten om een beslissing te nemen waarbij de initiële aanvraag wordt voldaan, rekening houdend met het motief van het vernietigingsarrest. Door het vernietigingsarrest van de Raad wordt de vernietigde beslissing geacht nooit getroffen geweest te zijn. Dit betekent niet dat het bestuur een positieve beslissing dient te treffen aangaande de vestigingsaanvraag van verzoeker. Het bestuur verliest zijn discretionaire bevoegdheid in deze niet, maar is in het geval het ervoor opteert een nieuwe beslissing te treffen aangaande de oorspronkelijke vestigingsaanvraag, verplicht rekening te houden met het motief van het vernietigingsarrest. In casu luidde de vernietigingsgrond onwettigheid naar de motieven en schending van de zorgvuldigheidsplicht. Een nieuwe beslissing kan worden getroffen op voorwaarde dat er andere motieven en elementen worden gevonden die wet deugen. Deze nieuwe motieven en elementen kunnen reeds bestaan hebben ten tijde van de vernietigde beslissing, maar ze kunnen ook worden ontleend aan een wijziging in de feitelijke omstandigheden sindsdien. Waar verzoeker aanvoert dat hij de gelegenheid had moeten krijgen om zijn persoonlijke situatie toe te lichten, doelt hij op een schending van de hoorplicht in het kader van de zorgvuldigheidsverplichting. Volgens de rechtspraak van de Raad van State houdt de hoorplicht in