Samenvatting
De Raad stelt vast de verwerende partij, zonder enige rechtvaardiging, nagelaten heeft een van de elementen te onderzoeken door de verzoeker aangehaald in zijn aanvraag voor een machtiging tot verblijf. Meerbepaald heeft verzoeker verklaard van geen enkele staat de onderdaan te zijn omwille van het feit dat hij vluchteling is van Palestijnse origine die verblijf had in Libanon. De Raad moet vaststellen dat het probleem van de nationaliteit van verzoeker (bewezen met attesten van de Libanese ambassade in Brussel, de Palestijnse delegatie in Brussel en in de Europese Unie) volledig werd stil gezwegen. Bijgevolg werd de formele motiveringsplicht geschonden.
