Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 23.216 - 19-02-2009

Samenvatting

De Raad stelt vast dat de Dienst Vreemdelingenzaken aan de ambassade in Abuja gedetailleerde vragen gesteld heeft aangaande de behandeling/medicatie van verzoeksters aandoeningen in Nigeria en de toegankelijkheid ervan. De reacties van de ambassade kunnen bezwaarlijk als afdoende worden beschouwd. Het administratief dossier bevat bovendien nergens de prijzen van consultaties voor AIDS- en hypertensiebehandelingen. Het kwam de Dienst Vreemdelingenzaken toe om aan te dringen op een antwoord op de door haar gestelde gedetailleerde vragen en tevens meer informatie te vragen aangaande de prijs voor de behandeling van hypertensie. De Dienst Vreemdelingenzaken is evenmin ingegaan op het door verzoekster in haar aanvraag aangebrachte stigma waar AIDS-patiënten onder te lijden hebben in Nigeria en heeft evenmin nagegaan welke gevolgen dit zou hebben voor haar toegangsmogelijkheden tot medische zorgen.Doordat de gemachtigde van de minister in zijn beslissing aangaande de toegankelijkheid van de behandeling voor de aandoeningen van verzoekster in Nigeria enkel verwijst nar “informatie” van de ambassade in Abuja, terwijl deze informatie niet afdoende is, minstens niet op het vlak van de toegankelijkheid van de medische zorgen in Nigeria en door in zijn beslissing niet in te gaan op de specifieke individuele toegangsmogelijkheden van verzoekster tot de zorgen met inbegrip van niet-medische factoren, waaronder verzoeksters financiële mogelijkheden in het licht van “geen functionele sociale zekerheid” in Nigeria en het door verzoekster aangereikte stigma waar AIDS-patiënten onder te lijden hebben in Nigeria, schendt de Dienst Vreemdelingenzaken de materiële motiveringsplicht. De bestreden beslissing wordt vernietigd.