Uit het administratief dossier blijkt ontegensprekelijk dat er geen sprake meer is van het bestaan van een duurzame relatie tussen verzoekster en haar echtgenoot, gelet op de veelvuldige klachten van de echtgenoten en de verklaringen waaruit blijkt dat hij zijn relatie met verzoekster wilde stopzetten. De klacht die verzoekster zelf lastens haar echtgenoot neerlegde wegens slagen en verwondingen zit niet in het administratief dossier, zodat op het eerste zicht verweerder hier geen rekening mee kon houden. Evenwel blijkt uit de klachten van de echtgenoot in het dossier, dat er een klacht was ingediend door verzoekster, zodat verweerder wel kon weten dat deze klacht bestond, doch bij het nemen van de beslissing geen rekening werd gehouden met de mogelijkheid dat verzoekster slachtoffer was van huiselijk geweld. Het is aldus kennelijk onredelijk om, gelet op de aanwezigheid van een feit in het administratief dossier waaruit een aanwijzing kon afgeleid worden dat er sprake was van huiselijk geweld, geen verder onderzoek te verrichten naar de concrete toestand van verzoekster, temeer daar haar standpunt aangaande de klachten van haar echtgenoot nog onbekend was en haar niet kenbaar was gemaakt dat een onderzoek ter beëindiging van het verblijfsrecht lopende was.