Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 270.271 - 22-03-2022

Samenvatting

Het langdurig verblijf van verzoeker, die de Slovaakse nationaliteit bezit, werd beëindigd wegens ernstige redenen van openbare orde (artikel 44bis, §2 Vw). Verzoeker pleegde namelijk tal van delicten, gaande van (winkel)diefstallen tot handel in harddrugs. Verzoeker heeft zowel minderjarige als meerderjarige kinderen. Volgens verweerder is er geen schending van artikel 8 EVRM nu er geen affectieve banden of een zekere afhankelijkheid wordt bewezen. De verwerende partij beklemtoont dat familiale belangen geen voorrang hebben op de openbare orde en dat het hoger belang van de kinderen misschien wel een primordiaal karakter heeft maar althans niet absoluut is.
Bij het nemen van zo’n beslissing als in onderhavig geval moet er rekening worden gehouden met de duur van verblijf van de Unieburger in het Rijk, zijn leeftijd, gezinssituatie en sociale en culturele integratie in het Rijk en de mate waarin hij bindingen heeft met zijn land van oorsprong (artikel 44bis, §4 Vw).
Volgens de Raad erkent de bestreden beslissing dat verzoeker een beschermingswaardig privé- en gezinsleven heeft, maar wijst er correct op dat verzoeker een ernstig gevaar voor de openbare orde vormt en dat het gedrag van verzoeker zelf aan de basis ligt van het gezinsleven, zowel in de huidige beleving, als voor de toekomstige beleving. Er worden geen daadwerkelijke onoverkomelijke hindernissen aangevoerd om het gezinsleven elders uit te oefenen. In casu wordt de inmenging in het gezinsleven gerechtvaardigd omwille van de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van strafbare feiten. Volgens de Raad stelt verwerende partij terecht vast dat er sprake is van een schending van de openbare orde nu verzoeker maar liefst zes keer werd veroordeeld door de correctionele rechtbank. Wat artikel 8 EVRM betreft, brengt de Raad in herinnering dat dit recht op respect voor privé-en gezinsleven niet absoluut is. Het belang van de samenleving primeert boven de individuele belangen van verzoeker, diens partner en zelfs de kinderen. De bestreden beslissing is proportioneel, oordeelt de Raad.