Raadkamer Antwerpen - 27-08-2014

Samenvatting

Krachtens artikel 7, derde lid van de Vreemdelingenwet kan de vreemdeling teneinde hem naar de grens terug te leiden, en tenzij andere maar minder dwingende maatregelen doeltreffend kunnen worden toegepast, vastgehouden worden voor de tijd die strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de maatregel meer in het bijzonder wanneer het risico op onderduiken bestaat of wanneer de vreemdeling de uitvoering van de terugkeermaatregel ontwijkt of belemmert en zonder dat de duur van de vasthouding twee maanden te boven mag gaan. 
Deze bepalingen die een beperking van de persoonlijke vrijheid met zich meebrengen, zijn van strikte toepassing. Uit het dossier blijkt dat verzoeker afkomstig is uit Guinee en dat hij wordt vastgehouden met het oog op terugkeer naar dat land. Het blijkt echter ook dat op dit ogenblik geen gedwongen verwijderingen plaatsvinden naar onder andere Guinee, terwijl niets erop wijst dat daarin verandering zal komen in de nabije toekomst. Er dient dus aangenomen dat verzoeker niet op korte termijn kan worden gerepatrieerd terwijl hij reeds sedert 30 juli 2014 wordt vastgehouden. Het verder vasthouden van verzoeker kan in die omstandigheden niet in overeenstemming met artikel 7, derde lid van de Vreemdelingenwet worden genoemd. Het beroep van verzoeker Is dus gegrond.