Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen - 14/1954/A - 11-06-2015

Samenvatting

Uit de objectieve elementen van de zaak leidt de rechtbank niet af dat minstens één van de toekomstige echtgenoten kennelijk uitsluitend de bedoeling heeft om een verblijfsrechtelijk voordeel te halen uit het huwelijk.
Het aangetekende verzet tegen de weigeringsbeslissing wordt gegrond verklaard.
De Procureur des Konings verdedigt het algemeen belang en de vrijwaring van de openbare orde door zich te verweren tegen het afleveren van het attest van geen huwelijksbeletsel, zodat de kosten niet ten laste kunnen worden gelegd van de Belgische Staat.