Rechtbank van eerste aanleg Brugge - 15/735/A - 10-04-2015

Samenvatting

Artikel 62 WIPR bepaalt dat de vaststelling van het vaderschap wordt beheerst door het recht van d Staat waarvan hij de nationaliteit heeft bij de geboorte van het kind. In casu dient het vaderschap van eerste verweerder die de Marokkaanse nationaliteit heeft dus te worden vastgesteld overeenkomstig het Marokkaanse recht.
 
Ter zitting hebben eiseres en eerste verweerder om toepassing van het Belgische recht gevraagd overeenkomstig artikel 19 WIPR wegens de nauwe band met België.
 
De uitzonderingsregeling van artikel 19 WIPR dient restrictief te worden geïnterpreteerd. Er is geen aanleiding om dit artikel toe te passen nu niet het bewijs geleverd wordt van de zeer zwakke band van de zaak met het toepasselijk verklaarde Marokkaanse recht. In casu zijn eiseres en eerste verweerder op 30 januari 2014 in Marokko gehuwd en hebben ze beiden, alsook het kind, de Marokkaanse nationaliteit. Behoudens de geboorte in België een vijftal maanden geleden en de huidige verblijfplaats van eiseres, eerste verweerder en het kind in België, wordt geen nauwere verbondenheid met België aangetoond.