Rechtbank van eerste aanleg Brussel - 21/978/B - 27-06-2022

Samenvatting

De heer X heeft de Pakistaanse nationaliteit. Bijgevolg moet het Pakistaanse recht worden toegepast op de baststelling van het vaderschap. Het Pakistaanse recht kent eveneens een vermoeden van vaderschap ten aanzien van de echtgenoot van de moeder, zodat kinderen geboren binnen het huwelijk, de echtgenoot van de moeder als vader hebben.
Uit de voorgelegde stukken blijkt dat verzoekers op 21 februari 1999 huwden te Pakistan.
(…)
Mevrouw Y is op 23 augustus 2018 bevallen van een dochter. Aangezien het huwelijk nog niet was erkend in de Belgische rechtsorde, bevat de geboorte akte enkel de moederlijke afstamming.
Pas na de geboorte werd het huwelijk van verzoekers erkend en geregistreerd in het Belgische rijksregister.
Nu blijkt dat verzoekers bij de geboorte van het kind wel degelijk gehuwd waren, en het voormelde vaderschapsvermoeden bijgevolg van toepassing is, past het om in de geboorteakte toe te voegen dat de heer X de vader is van het kind.
Wat de vaststelling van de naam betreft, is op grond van artikel 37, § 1 WIPR het recht van de staat waarvan het kind de nationaliteit heeft, van toepassing. Het kind heeft de Pakistaanse nationaliteit. Volgens de toepasselijke Pakistaanse wet, zoals vermeld in het advies van het openbaar ministerie, dragen de kinderen geboren tijdens het huwelijk, de naam van de vader (…).