Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen - 11/1545/A - 18-10-2011

Samenvatting

Het verblijfrechtelijk voordeel in hoofde van de eerste gedaagde is het hoofddoel geweest om het huwelijk met tweede gedaagde aan te gaan en de elementen kan niet worden afgeleid dat dit slechts een bijkomend voordeel zou zijn geweest dat uit het huwelijk zou zijn voortgevloeid. Het feit dat het Openbaar Ministerie slechts een doorgedreven onderzoek heeft gevoerd naar aanleiding van een klacht van de zus van tweede gedaagde, die aangaf slachtoffer te zijn van een schijnhuwelijk, betekent dat buitenlandse huwelijken niet automatisch worden verdacht schijnhuwelijken te zijn. Niets verhindert dat een onderzoek jaren na het huwelijk plaatsvindt naar aanleiding van ernstige aanwijzingen die zijn opgedoken en een schijnhuwelijk doen vermoeden. Er liggen geen tegenbewijzen voor waaruit zou kunnen worden afgeleid dat gedaagden de intentie hebben gehad om een duurzame levensgemeenschap aan te gaan. Het huwelijk aangegaan door de eerste verwerende partij en de tweede verwerende partij is volstrekt nietig als strijdig met de Belgische nationale en internationale openbare orde en het wordt nietig verklaard. De rechtbank beveelt dat beide dubbels van de nationaliteitsakte in het register van nationaliteit van de burgerlijke stand van de stad Antwerpen, district Antwerpen dienen te worden geschrapt uit de registers en als onbestaande dienen te worden beschouwd en beveelt dat er in de rand van beide dubbels van voormelde nationaliteitsakten melding zal gemaakt worden van de doorhaling.