Rechtbank van eerste aanleg Brussel - 09/998/C - 28-07-2009

Samenvatting

Artikel 53 van het KB van 8 oktober 1981 bepaalt dat indien het familielid dat geen burger van de Unie is, het recht op verblijf van meer dan drie maanden heeft verkregen via de bevoegde diplomatieke of consulaire vertegenwoordiger, schrijft het gemeentebestuur hem na de woonstcontrole in het vreemdelingenregister in en levert hem een “verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie” af. Aangezien de enige marge voor de overheid bestaat in de woonstcontrole, erkent de rechtbank het subjectieve recht op een inschrijving in het rijksregister van een persoon die in het bezit is van een visum type D. De rechtbank acht ook het spoedeisende karakter bewezen nu het gebrek aan inschrijving van de vier kinderen van de betrokkene ertoe leidt dat er zich serieuze ongemakken voordoen. De gemeente wordt dan ook verplicht tot inschrijving van de vier kinderen.