Rechtbank van eerste aanleg
Brussel
2010/997/A
Kinderen geboren uit een polygaam huwelijk – internationaal privaatrecht – afstamming – toepasselijk recht – artikel 27, 35 en 62 WIPR – Belgische nationaliteit – uitoefenen van ouderlijk gezag – Marokkaans familierecht

De Marokkaanse geboorteakte die werd voorgelegd met het oog op het verkrijgen van de Belgische nationaliteit, kan alleen erkend worden als voldaan is aan de voorwaarden van het Wetboek van Internationaal Privaatrecht. Artikel 62 WIPR verklaart het Marokkaanse recht toepasselijk voor wat betreft de afstamming. Opdat de kinderen, geboren op het moment dat verzoeker die later Belg geworden is, de Marokkaanse nationaliteit had, de Belgische nationaliteit kunnen verkrijgen, moeten verzoekers aantonen dat het vaderschap van verzoeker vaststaat volgens het Marokkaanse recht dat ook het vaderschapsvermoeden op grond van huwelijk kent. De geldigheid van het polygame huwelijk tussen verzoeker en de moeder van de kinderen, is hier niet aan de orde. Zelfs indien het huwelijk om welke reden dan ook nietig zou moeten verklaard worden, doet dit geen afbreuk aan het bestaan van de vaderlijke afstamming. De niet-erkenning van deze vaderlijke afstamming zou bovendien gevolgen hebben die strijdig zijn met het hogere belang van het kind dat geen beroep meer kan doen op de akte die deze afstamming vaststelt. De erkenning van de vaderlijke afstamming kan dus niet worden geweigerd. Voor wat de uitoefening van het ouderlijk gezag betreft moet, op grond van artikel 35 WIPR ook het Marokkaans recht toegepast worden. Immers, op het moment van het verzoek tot verkrijgen van de Belgische nationaliteit – het moment waarop de uitoefening van het ouderlijk gezag wordt aangevoerd –, hadden de kinderen de gewone verblijfplaats in Marokko. Het feit dat verzoeker in België woont betekent niet dat de band tussen hen verbroken is, volgens artikel 164 van het Marokkaans familiewetboek komt de verzorging van de kinderen toe aan beide ouders zolang het huwelijk standhoudt. Gezien vaststaat dat verzoeker, sinds hij Belg werd, effectief het gezag over de kinderen heeft uitgeoefend, stelt de rechtbank vast dat de kinderen de Belgische nationaliteit verworven hebben.