Rechtbank van eerste aanleg
Brussel
09/4362/B
Draagmoederschap – internationaal privaatrecht – erkenning buitenlandse geboorteakte – artikel 27 WIPR – toepasselijk recht – geen wetsontduiking – openbare orde – belang van het kind – erkenning afstamming ten aanzien van biologische vader

De biologische vader dient te bewijzen dat hij, in overeenstemming met de Belgische wetgeving ter zake de minderjarige rechtsgeldig heeft erkend. Gezien de toestemming van de moeder met deze erkenning voldoende blijkt uit de vermelding van verzoeker als vader in de Oekraïense geboorteakte, is de rechtbank van oordeel dat werd voldaan aan de voorschriften van artikel 329 bis van het B.W. en dat derhalve de erkenning door verzoeker kan worden aanvaard. Deze erkenning druist evenmin op geen enkel gebied in tegen de Belgische internationale openbare orde. Zelfs in acht genomen dat het kind werd geboren, ingevolge een overeenkomst van draagmoederschap, kan niet worden voorbijgegaan aan de onbetwistbare vaststelling dat verzoeker de biologische vader is van de minderjarige. Er kan trouwens enkel sprake zijn van fraude aan de wet indien bewezen zou zijn dat verzoeker het enkele doel heeft gehad aan de Belgische wet te ontsnappen, quod non.