Uit de respectievelijke wetgevingen van verzoekers blijkt dat de reële toestemming tot het huwelijk een grondvoorwaarde is om te huwen. Er wordt aan herinnerd dat, naar analogie met de principes afgeleid uit de rechtspraak inzake weigeringen om in België een huwelijk te voltrekken, de rechter bij wie een beroep aanhangig gemaakt wordt, er niet toe gehouden is zijn controle te beperken tot de elementen waarvan de ambtenaar van de burgerlijke stand kennis had, maar ook rekening kan houden met elementen die dateren van na de bestreden beslissing. Verzoeker dient een uitgebreid dossier in met bewijzen van zijn relatie. De bewijzen van DVZ daarentegen zijn onvoldoende om vast te stellen dat verzoekers niet de oprechte intentie zouden hebben om een duurzame levensgemeenschap tot stand te brengen. Bijgevolg voldoet het Marokkaanse huwelijk aan de grondvoorwaarden van de respectievelijke nationale wetgevingen van verzoekers. Het huwelijk is geldig en moet erkend worden in België.