Rechtbank van eerste aanleg Brussel - 1-06-2011

Samenvatting

Uit het verzoekschrift blijkt dat het derde lid van artikel 584 Ger.W. wordt geviseerd dat het geval voorziet waarin omwille van een volstrekte noodzakelijkheid,de voorzitter van de rechtbank rechtsgeldig kan worden gevat bij middel van een eenzijdig verzoekschrift. Er kan verwezen worden naar punt 7 van het verzoekschrift. Inzake waar een imminent risico voorligt van terugdrijving (binnen de vijf dagen), blijkt onderhavig verzoekschrift ontvankelijk. De rechten van verzoeker zouden kunnen worden geschaad indien gebruik zou worden gemaakt van de gewone kortgeding procedure, zelfs met verkorting van termijnen. De vorige beslissing tot uitdrijving van 24 mei 2011 van de Grenspolitie werd geschorst bij Besluit van 31 mei 2011 van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen na een tegensprekelijk gevoerde procedure. Het verzoekschrift is gegrond bij gebreke aan enige andere grondslag aangegeven door de Grenspolitie in haar nieuwe getroffen beslissing van terugdrijving van 1 juni 2011.