Rechtbank van eerste aanleg Hasselt - 17-04-2007

Samenvatting

Huwelijk gesloten in Zweden. Op grond van hun huwelijk werd door de betrokken mannen, van Indische nationaliteit, een aanvraag tot vestiging ingediend. De Dienst Vreemdelingenzaken weigerde echter het huwelijk te erkennen op basis van artikel 18 van het Wetboek Internationaal Privaatrecht ("wetsontduiking") en verklaarde vervolgens de aanvraag tot vestiging zonder voorwerp. Betrokkenen dienden een eenzijdig verzoekschrift in bij de rechtbank van eerste aanleg en vroegen de erkenning van hun in Zweden afgesloten huwelijk. De rechter te Hasselt oordeelt dat er geen sprake is van wetsontduiking en dat er geen enkele indicatie voorhanden is dat de intentie van minstens één van de echtgenoten kennelijk niet zou gericht zijn op het totstandbrengen van een duurzame levensgemeenschap, maar enkel op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat verbonden is aan de staat van gehuwde. De rechter verklaarde beide verzoeken tot erkenning van de in het buitenland gesloten huwelijken dan ook gegrond.