Rechtbank van eerste aanleg Hasselt - 07/1328/B - 25-02-2008

Samenvatting

Aangezien verzoeker omwille van communicatieproblemen en de oorlogssituatie in zijn thuisland niet in het bezit kan komen van zijn originele geboorteakte of een officieel afschrift ervan, kan verzoeker overeenkomstig art. 46 BW het bewijs van zijn geboorte leveren door alle rechtsmiddelen. Overeenkomstig art. 34 WIPR wordt de staat van de persoon beheerst door het recht van de staat waarvan men de nationaliteit heeft. De hoger vermelde identiteits- en geboortegegevens worden door verzoeker bewezen aan de hand van de volgende neergelegde stukken, die afkomstig zijn van de Afghaanse autoriteiten: het geboorteattest, afgeleverd door de Afghaanse ambassade en gelegaliseerd door FOD Buitenlandse zaken; het Afghaanse identiteitsbewijs, taskara genaamd en het paspoort afgeleverd door de Afghaanse ambassade. Overeenkomstig art. 46 BW en art. 27 WIPR hebben deze stukken bewijswaarde en de rechtbank erkent dat zij een grotere bewijswaarde hebben dan het medische leeftijdsonderzoek van de dienst voogdij.