Rechtbank van eerste aanleg Nijvel - 11/263/B - 6-04-2011

Samenvatting

Gelet op artikel 3 van het IVKR mag de onwettigheid van een draagmoederschapovereenkomst het hoger belang van het kind niet schaden. De weigering tot erkenning van de geboorteakten die de juridische verwantschap ten aanzien van de Belgische, biologische wensvader vaststellen, is strijdig met het hogere belang van een kind dat via dergelijke overeenkomst geboren werd aangezien dit zou leiden tot het ontnemen van elke band met hem en van elke burgerlijke staat. Er bestaat naar Indisch recht immers geen juridische band tussen de kinderen en de Indische draagmoeder. De afwezigheid van de naam van de draagmoeder op de geboorteakte is strijdig met de artikelen 57 en 312 BW die bepalen dat de naam van de vrouw die van het kind is bevallen, in de geboorteakte moet staan. Deze vrouw is de juridische moeder van de kinderen volgens de bepaling van artikel 312, 1e alinea BW. Deze bepaling is van openbare orde en geldt eveneens indien de kinderen voortkomen uit het genetisch materiaal van een andere vrouw. Bijgevolg kunnen de geboorteakten in België niet erkend worden als zodanig. Zij kunnen daarentegen wel erkend worden als geldige authentieke akten waaruit de erkenning van de kinderen door de wensvader blijkt.