In het kort

Als je dakloos bent, kan je onder bepaalde voorwaarden een referentieadres krijgen bij het OCMW. Je wordt in dat geval op het adres van het OCMW ingeschreven in de bevolkingsregisters. Met 'de bevolkingsregisters' worden zowel 'het bevolkingsregister' als het vreemdelingenregister bedoeld. Inschrijving op een referentieadres kan dus in beide registers gebeuren. Veel vreemdelingen die recht hebben op een referentieadres mogen echter nog niet in het bevolkingsregister worden ingeschreven en zullen dan in het vreemdelingenregister worden ingeschreven.
 
Dankzij het referentieadres kan je dan (blijven) genieten van je recht op een uitkering (bv/ kinderbijslag of werkloosheidsuitkering), je post ontvangen en kan je andere zaken regelen waar je een adres voor nodig hebt. Het doel van deze mogelijkheid tot inschrijving op een referentieadres is dan ook om de dakloze beter te integreren in de samenleving. Indien de dakloze cumulatief aan onderstaande voorwaarden voldoet, beschikt hij over een subjectief recht dat hij desnoods bij de arbeidsrechtbank, in zijn relatie met het OCMW, kan afdwingen. 

Doelgroep

De doelgroep voor een referentieadres is als volgt: 

  • je bent Belg,
  • je bent toegelaten of gemachtigd om voor een langere termijn dan drie maanden in België te verblijven,
  • je bent gemachtigd je te vestigen in België of
  • je kan om een andere reden ingeschreven worden overeenkomstig de Verblijfswet (HvC, nr. S.18.0065 van 12 oktober 2020).

Voorwaarden

Je kan een referentieadres bekomen bij het OCMW als je:

  • geen verblijfplaats (meer) hebt, omdat je onvoldoende bestaansmiddelen hebt. Je bent dus feitelijk dakloos
  • nergens bent ingeschreven (niet in het bevolkingsregister, niet in het vreemdelingenregister en ook niet in het wachtregister). Een afvoering naar het buitenland wordt niet gelijkgesteld met een afvoering van ambtswege

Afvoering naar het buitenland’: als je een afvoering naar het buitenland hebt die niet strookt met de werkelijkheid dan kan het OCMW toch een positieve beslissing nemen maar dan in de vorm van een model 2. De gemeente ontvangt dan dit attest model 2 en voert dan een onderzoek (een regularisatie) uit. Vervolgens zal er een woonstcontrole gebeuren op het laatste adres van inschrijving: 

  1. indien de woonstcontrole negatief is en de betrokkene gedurende minstens drie maanden op het Belgisch grondgebied verblijft, dan zal de procedure ‘afvoering van ambtswege’ worden opgestart;
  2. indien de woonstcontrole positief is en de persoon dus nog in het buitenland verblijft, dan zal de gemeente de beslissing van het OCMW tot toekenning van een referentieadres intrekken.
  • OCMW-dienstverlening aanvraagt (maatschappelijke dienstverlening)

Personen met een inschrijving in het wachtregister of een loutere vermelding in het Rijksregister (zoals het diplomatiek personeel) komen niet in aanmerking voor een referentieadres bij het OCMW. Ook personen zonder wettig verblijf die enkel gerechtigd zijn op dringende medische hulp kunnen geen referentieadres bij het OCMW krijgen. Bovendien dient de persoon zijn hoofdverblijfplaats op het Belgisch grondgebied te hebben.  

‘Onvoldoende bestaansmiddelen’ betekent dat je geen bestaansmiddelen hebt of dat je inkomen ontoereikend is om op eigen krachten een woning te betrekken.

Met ‘inschrijving in de bevolkingsregisters’ wordt zowel een reëel adres bedoeld, als een referentieadres bij een particulier.

Je aanvraag tot het bekomen van een referentieadres wordt beschouwd als een aanvraag om maatschappelijke dienstverlening. Je moet dus niet noodzakelijk leefloon of financiële steun vragen.

Belangrijk is dat het gaat om ‘structureel’ daklozen. Iemand die bij familie of vrienden verblijft ten gevolge van een tijdelijk huisvestingsprobleem is niet structureel dakloos.

De voorwaarde van 'maatschappelijke dienstverlening of maatschappelijke integratie' wordt ruim geïnterpreteerd. Het bevat ook een vraag tot ‘preventie hulp’ om een sociale uitkering in regel te houden.

Als je een referentieadres krijgt bij het OCMW, geldt de inschrijving op het adres van het OCMW ook voor je gezinsleden.

Aanvraag

Je kan een referentieadres mondeling of schriftelijk aanvragen bij het OCMW.

Je vraagt een referentieadres aan bij het OCMW van de gemeente waar je gewoonlijk verblijft. Als je al maatschappelijke dienstverlening krijgt van een OCMW, dan is datzelfde OCMW bevoegd voor je aanvraag 'inschrijving als referentieadres'. Ontvang je geen maatschappelijke dienstverlening van een OCMW? Dan is het OCMW bevoegd van de gemeente waar je effectief verblijft.

De inschrijving op het referentieadres gebeurt onmiddellijk zodra de documenten tot aanvraag aankomen op de gemeentelijke dienst Burgerzaken. De datum van inschrijving is de datum van aangifte. Dit is de datum opgenomen bij ondertekening van de documenten binnen het OCMW.

Er is geen wettelijke behandelingstermijn voorzien waarbinnen het OCMW moet antwoorden op je vraag.   

Het OCMW mag geen bijdrage vragen als tegenprestatie voor een inschrijving op hun adres.

Samenwerking OCMW en gemeente

Het OCMW en de gemeente werken samen, ieder binnen zijn bevoegdheid. 

Het OCMW kijkt na of het gaat om een dakloze persoon:
Dit is een exclusieve bevoegdheid van het OCMW, de gemeente kan het niet betwisten.

  • Het OCMW voert een sociaal onderzoek en gaat de drie voorwaarden na, namelijk:
  1. is men dakloos (=hoofdvoorwaarde),
  2. heeft men recht op maatschappelijke dienstverlening, en
  3. is men van ambtswege afgevoerd uit de bevolkingsregisters
  • Er is een nieuwigheid in de Omzendbrief van 7 juli 2023: het model 2. Dit model bestaat naast model 1 en wordt afgegeven door het OCMW aan de gemeente wanneer voorwaarde drie (afvoering van ambtswege uit de bevolkingsregisters) niet is voldaan. De achterliggende ratio is om een vlottere werking tussen OCMW en gemeente te betrachten, en toch nog een inschrijving op een referentieadres mogelijk te maken ook al is aan voorwaarde drie nog niet voldaan. Het kan zijn dat er nog een inschrijving in de bevolkingsregisters is, maar dat deze niet meer strookt met de werkelijkheid. Dan kan het OCMW toch nog een positieve beslissing nemen aan de hand van zo’n model 2. Concreet voorbeeld: een vrouw heeft de echtelijke woning moeten verlaten omdat er sprake is van geweld: in de registers staat er dat ze nog steeds is ingeschreven daar, maar in werkelijkheid verblijft ze er niet meer.
  • Onderzoek door OCMW:
    • Alles begint bij het indienen van je steunaanvraag bij het OCMW (want het referentieadres vragen is een vorm van maatschappelijke dienstverlening). De persoon in kwestie krijgt een ontvangstbewijs.
    • Belangrijk is om het bevoegde OCMW bij een dakloze persoon te bepalen. Dit is, wanneer je nog geen maatschappelijke dienstverlening ontvangt, het OCMW van de feitelijke verblijfplaats van de dakloze persoon op datum van de steunaanvraag. 
    • Dat bevoegde OCMW voert dan een sociaal onderzoek en kijkt of aan bovenvermelde drie voorwaarden is voldaan. Het ocmw mag géén bijkomende voorwaarden controleren!
    • Indien aan alle voorwaarden is voldaan, geeft het OCMW een positieve beslissing aan de dakloze en bezorgt het de gemeente een attest. Er zijn twee types attesten: model 1 en model 2 (zie hoger voor onderscheid). Met het attest kan de persoon naar de gemeente gaan met het oog op een inschrijving. Indien niet aan de voorwaarden voldaan neemt het OCMW een negatieve beslissing ten aanzien van de persoon. Het OCMW kan dan een document afleveren met een motivering waarom de voorwaarden niet vervuld zijn. De persoon kan hiertegen in beroep gaan bij de arbeidsrechtbank.

De gemeente is vervolgens exclusief bevoegd voor de inschrijving in de bevolkingsregisters:

Procedure inschrijving in de bevolkingsregisters:

  • De procedure bij de gemeente start bij het ontvangen van het model 1 of model 2.
  • De gemeente kijkt na of een er een procedure tot afvoering van ambtswege gestart moet worden (dus enkel na ontvangst van een model 2).
  • De gemeente controleert of de dakloze persoon niet kan worden ingeschreven als hoofdverblijfplaats.
  • Vervolgens gaat de gemeente over tot inschrijving in de bevolkingsregisters op datum van de hulp toegekend door de raad voor maatschappelijk welzijn. Opmerking: datum kan niet eerder zijn dan de datum van de laatste afvoering:
    • Inschrijving op basis van model 1: dit moet binnen de 15 dagen gebeuren wanneer het gaat over een referentieadres bij het OCMW. Binnen de 30 dagen wanneer het gaat over een referentieadres bij een natuurlijke persoon. De gemeente informeert het OCMW, die op zijn beurt de betrokkene informeert.
    • Inschrijving op basis van model 2: er dient een regularisatie te gebeuren, dit betekent dat een procedure inzake de afvoering van ambtswege wordt gestart binnen de maand. Daarna gebeurt er een woonstcontrole. Is de woonstcontrole negatief, dan volgt er een afvoering van ambtswege. Is de woonstcontrole positief, dan wordt de beslissing van het OCMW tot toekenning van het referentieadres ingetrokken.

Opvolging:

  • De dakloze persoon dient zich 1 x per trimester zich melden bij het OCMW.
  • Schrapping is mogelijk door de gemeente: dit gebeurt dan op basis van het schrappingsattest afgeleverd door het OCMW. Het OCMW kan dit schrappingsattest afleveren wanneer de voorwaarden niet meer zijn voldaan of wanneer de persoon zich niet minstens 1 x per trimester meldt bij het OCMW. De gemeente kan, wanneer zij twijfels heeft, maximaal 1 x per trimester aan het OCMW vragen of de voorwaarden nog vervuld zijn. Daarnaast is schrapping door de gemeente ook mogelijk naar aanleiding van een inschrijving van de betrokkene op het adres van zijn effectieve hoofdverblijfplaats of naar aanleiding van de schriftelijke verklaring van de schrapping van het referentieadres van de natuurlijke persoon op wiens adres de dakloze was ingeschreven.