Dit is een gearchiveerde versie van een digitale nieuwsbrief. De links worden niet meer bijgewerkt. Voor up-to-date informatie kan u bladeren en zoeken op vreemdelingenrecht.be.
Vreemdelingenrecht
nr. 8 // 10 september 2014
ruler
ruler
ruler

1. Omzendbrief OCMW-steun van EU-burgers en hun familie en familie van Belgen

De vernietiging van artikel 57quinquies OCMW-wet door het Grondwettelijk Hof (GwH arrest nr. 95/2014) is gepubliceerd in het staatsblad op 24 juli 2014. Dat maakt het arrest algemeen bindend.

De POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) heeft op 5 augustus 2014 een omzendbrief met nieuwe interpretaties van artikel 57quinquies OCMW-wet en van artikel 3, 3°, 2de streepje RMI-wet >uitgebracht. Deze omzendbrief heeft een ruimer toepassingsgebied dan het arrest van het Grondwettelijk Hof.

  • De POD MI stemt zijn interpretatie van artikel 57quinquies OCMW-wet af op het arrest van het Grondwettelijk Hof. EU-werknemers en –zelfstandigen en hun familie mogen niet meer gedurende drie maanden worden uitgesloten van OCMW-steun. Dit betreft het recht op maatschappelijke dienstverlening.
  • Tegelijk voert de POD MI een nieuwe, gelijkaardige interpretatie in van de RMI-wet. Dit betreft het recht op maatschappelijke integratie.
  • Bepaalde EU-burgers en hun familie zijn nog tijdelijk uitgesloten van financiële steun. De omzendbrief licht toe hoe dat vastgesteld en berekend wordt. Volgens het GwH hebben zij dan wel recht op dringende medische hulp. De omzendbrief licht dat toe.
  • De omzendbrief en het GwH-arrest betreffen EU-burgers en hun familie die via het vrij personenverkeer binnen de EU, naar België zijn gekomen. De omzendbrief geldt ook voor EER-burgers (Noorwegen, Ijsland en Liechtenstein) en hun familie die gebruik maken van het vrij personenverkeer. Voor Zwitsers en hun familie geldt de omzendbrief niet.
  • Daarnaast betreft de omzendbrief ook de familieleden van Belgen die in het kader van gezinshereniging naar België gekomen zijn. De POD MI sluit familie van Belgen drie maanden uit van OCMW-steun, net zoals de familie van sommige EU-burgers. Dat is betwistbaar.

De OCMW’s moeten hun beslissingen herzien tegen 24 september 2014. Tot 24 januari 2015 zijn er bijzondere beroepsmogelijkheden tegen beslissingen en gerechtelijke uitspraken die in strijd zijn met het GwH arrest.

Kruispunt M-I publiceerde een uitgebreid nieuwsbericht op de website. Daarin vatten we het wettelijk kader en de gedeeltelijke vernietiging ervan samen. Vervolgens lichten we de nieuwe omzendbrief van de POD MI toe. Tenslotte geven we kritische opmerkingen bij de gelijkstelling van familie van Belgen met familie van sommige EU-burgers.

Lees meer in het bericht van Kruispunt M-I

ruler^TOP
ruler
2. Unieburgers met artikel 60-tewerkstelling zijn toch EU-werknemers met verblijfsrecht

Unieburgers die werken met een artikel 60-tewerkstelling door het OCMW, kunnen een verblijfsrecht bekomen en behouden als “EU-werknemer”. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) wijzigde zijn beleid eind april 2014. DVZ liet dat op 14 juli 2014 weten aan Kruispunt M-I.

DVZ bevestigt een analyse van Kruispunt M-I. Uit die analyse blijkt dat het niet aanvaarden van een artikel 60-tewerkstelling als “reële en daadwerkelijke arbeid” op gespannen voet staat met de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie.

Bij gezinshereniging (met een derdelander of Belg) aanvaardt de DVZ een artikel 60-tewerkstelling nog steeds niet als bewijs van stabiele en toereikende bestaansmiddelen (van de refertepersoon). Op dit punt is het beleid van de DVZ dus niet gewijzigd.

Bericht van Kruispunt M-I

ruler^TOP
ruler
3. IGO niet aanvaard als bestaansmiddelen voor gezinshereniging, uitkering wegens handicap wel?

De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) lichtte in een overleg met Kruispunt M-I toe welke uitkeringen DVZ wel of niet in aanmerking neemt als bestaansmiddelen voor gezinshereniging (met een derdelander of met een Belg). DVZ neemt een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) niet in aanmerking. DVZ neemt een federale uitkering voor personen met een handicap wel in aanmerking.

Ook de rechtspraak sprak zich hierover uit, maar nog niet eenduidig.

Lees meer in een bericht van Kruispunt M-I

ruler^TOP
ruler
4. Verdrag van 1996 over ouderlijke verantwoordelijkheid en kinderbescherming in werking op 1 september 2014

Op 1 september 2014 trad het Verdrag van Den Haag van 1996 inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen, in werking voor België.

Er gelden dus nieuwe regels van internationaal privaatrecht voor ouderlijke verantwoordelijkheid. Deze regels helpen onder andere om internationale kinderontvoering te voorkomen.

Dit verdrag geldt niet voor relaties tussen EU-lidstaten onderling (behalve Denemarken). Het geldt wel tussen een EU-lidstaat (behalve Italië) en Denemarken en de volgende derde landen: Albanië, Armenië, Australië, het Dominicaanse Republiek, Ecuador, Georgië (vanaf 1 maart 2015), Lesotho, Marokko, Monaco, Montenegro, Oekraïne, Rusland, Uruguay en Zwitserland.

Lees meer in een bericht van Kruispunt M-I

ruler^TOP
ruler
5. Onderhoudsverdrag van 2007 in werking sinds 1 augustus 2014

Het verdrag van Den Haag van 23 november 2007 vergemakkelijkt de grensoverschrijdende inning van levensonderhoud tussen sommige landen.

Dit verdrag geldt voor onderhoud van kinderen jonger dan 21 jaar. Het kan uitgebreid worden naar andere familieleden als beide betrokken verdragsstaten daartoe een verklaring aannemen. De EU deed dat al voor echtgenoten en ex-echtgenoten.

Vanaf 1 augustus 2014 geldt het tussen EU-lidstaten (behalve Denemarken) en andere verdragsstaten: Albanië, Bosnië-Herzegovina, Noorwegen en Oekraïne. Voor relaties tussen EU-lidstaten onderling heeft de Onderhoudsverordening (Verordening 4/2009) voorrang.

Lees meer in een bericht van Kruispunt M-I

ruler^TOP
ruler
6. Afwijkend refertejaar voor bepaalde vreemdelingen bij aanvraag school- of studietoelage

Bij de aanvraag van een school- of studietoelage bij de Vlaamse Gemeenschap kijkt het Ministerie van Onderwijs naar de inkomsten van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin het school- of academiejaar begint. Dat is het refertejaar. Dat was een probleem voor vreemdelingen die nog geen twee jaar in België verbleven.

Voor de volgende vreemdelingen is er voortaan een afwijkende regel (artikel 9, § 2, 4°, 5° of 6° Vlaams Decreet Studiefinanciering):

  • leerlingen of studenten met een buitenlandse nationaliteit met een “toelating of machtiging tot een verblijf van onbeperkte duur” in België (dat is een beslissing van Dienst Vreemdelingenzaken of soms van de gemeente, waarna deze mensen een B kaart, E kaart, of F kaart krijgen)
  • slachtoffers van mensenhandel met een “attest van een erkend centrum voor onthaal van slachtoffers van mensenhandel”: Payoke, Pag-Asa of Sürya
  • leerlingen of studenten met een “machtiging tot verblijf als subsidiair beschermde” (dat is een beslissing van Dienst Vreemdelingenzaken nadat de subsidiaire bescherming toegekend is door de asielinstanties; deze mensen krijgen een A kaart, en 5 jaar na hun asielaanvraag een B kaart)

De afwijkende regel is bepaald in een Besluit van de Vlaamse Regering (BVR van 14-04-2014), dat het BVR van 07-09-2007 wijzigt:

  • Wanneer de vreemde leerling of student een van de bovenstaande verblijfstitels pas gekregen heeft in de loop van of na het refertejaar, houdt het Ministerie voortaan rekening met de inkomsten van het eerste kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin de verblijfstitel werd toegekend.

Vanaf 1 augustus 2014 kan je een aanvraag indienen voor het schooljaar 2014-2015.

Bericht van Kruispunt M-I

ruler^TOP
ruler
7. Koninklijk besluit over ordemaatregelen, sancties en klachten in materiële opvang

Sinds 4 augustus 2014 geldt er een nieuw koninklijk besluit over ordemaatregelen, sancties en klachten binnen de materiële opvangstructuren. Het KB geeft uitvoering aan de artikelen 44, 45 en 46 van de Opvangwet, en is van toepassing op alle begunstigden ervan.

  • Het KB bepaalt de procedures voor het opleggen van specifieke en algemene ordemaatregelen en sancties aan de bewoners van een opvangstructuur.
  • Daarnaast bepaalt het KB hoe een klacht van een bewoner over de leefomstandigheden of de toepassing van het huishoudelijk reglement behandeld moet worden.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen

ruler^TOP
ruler
8. Financiële OCMW-steun bij verlengd uitwijzingsbevel niet altijd terugbetaald

Sinds kort zou de POD Maatschappelijke Integratie financiële OCMW-steun bij een verlengd uitwijzingsbevel alleen nog terugbetalen als de betrokkene al financiële steun kreeg op het moment van betekening van het uitwijzingsbevel. Als de betrokkene op dat moment nog geen financiële steun kreeg, zou de POD MI geen financiële steun tijdens het verlengde uitwijzingsbevel meer terugbetalen.

Dat schrijft de VVSG in een bericht in M-Weter van augustus 2014. Volgens VVSG en Kruispunt M-I is de nieuwe praktijk van de POD MI betwistbaar in individuele gevallen.

Kruispunt M-I publiceerde een uitgebreid nieuwsbericht op de website. Daarin analyseren we de betekenis en praktijk van het verlengd uitwijzingsbevel. We situeren de nieuwe praktijk van de POD MI tegenover het recht op financiële steun volgens de OCMW-wet en de rechtspraak. We geven aan hoe betrokkenen en OCMW's een individueel geval kunnen aanpakken. We vergelijken tenslotte met de praktijk inzake materiële opvang.

Lees meer in het bericht van Kruispunt M-I

ruler^TOP
ruler
9. Stopzetting steun of opvang asielzoekers na arrest RvV

De POD MI heeft aan de VVSG meegedeeld tot wanneer hij financiële OCMW-steun terugbetaalt als een asielaanvraag wordt afgewezen door een negatief arrest van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV).

De VVSG deelt de voorlopige standpunten van de POD MI mee in zijn nieuwsbrief M-Weter van augustus en september 2014. De VVSG gaf opmerkingen aan de POD MI. De POD MI werkt nu aan een FAQ. In afwachting van de FAQ kunnen de OCMW's individuele situaties voorleggen aan de POD MI.

De praktijk van de POD MI is van belang voor de volgende situaties:

  • afgewezen asielzoekers die mogelijk nog een beroep bij de Raad van State (RvS) kunnen indienen maar wiens termijn van het uitwijzingsbevel al afloopt;
  • afgewezen asielzoekers die nog geen uitwijzingsbevel krijgen omdat ze nog een lopende regularisatie-aanvraag hebben.

Er is onduidelijkheid over deze situaties sinds de wetgeving over het uitwijzingsbevel na een asielweigering (bijlage 13quinquies) gewijzigd is, sinds 1 september 2013.

Vluchtelingenwerk Vlaanderen schreef hierover een uitgebreid nieuwsbericht. We lichten de gewijzigde verblijfsregeling toe. We beschrijven de praktijk van de POD MI, en geven kritische commentaar op basis van wetgeving en rechtspraak. Tenslotte vergelijken we met de praktijk inzake materiële opvang.

Lees meer in het bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen

ruler^TOP
ruler
10. OCMW-steun aan minderjarige vluchteling met illegaal verblijvende ouder

Een minderjarige erkende vluchteling wiens ouders geen verblijfsrecht hebben, heeft recht op maatschappelijke dienstverlening door het OCMW. In de praktijk neemt de POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) deze financiële steun ten laste, ook al kan een minderjarige normaal maar begunstigde zijn als er geen persoon is die het ouderlijk gezag, de voogdij of de materiële bewaring heeft.

Dat volgt uit twee FAQ’s van de POD MI. De VVSG gaf verdere toelichting in een bericht in M-Weter. Kruispunt M-I vatte alle info samen in een nieuwsbericht op de website.

Lees meer in het bericht van Kruispunt M-I

ruler^TOP
ruler
11. Uitzonderlijke re-integratiesteun voor terugkeer naar visumvrij land

Fedasil actualiseerde in mei 2014 haar overzicht van toegangscriteria voor verschillende vormen van steun bij vrijwillige terugkeer.

Fedasil kondigde in mei en juli 2014 ook twee specifieke maatregelen aan:

  • een bijzondere opvolging van niet-begeleide minderjarigen die naar een Balkanland terugkeren;
  • en een overgangsmaatregel voor personen die terugkeren naar Moldavië.

Lees meer in een bericht van Kruispunt M-I

ruler^TOP
ruler
12. Koninklijk besluit dringende medische hulp aangepast aan Mediprima

Het koninklijk besluit over dringende medische hulp voor vreemdelingen zonder wettig verblijf, is met terugwerkende kracht tot 1 oktober 2013 aangepast.

Sinds dan neemt de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV) bepaalde taken van het OCMW en van de POD Maatschappelijke Integratie over. Daarvoor werd het computersysteem Mediprima ontwikkeld. De invoering van Mediprima gebeurt in fases. Voorlopig betreft dit alleen de medische kosten van intramurale zorg aan mensen zonder ziekteverzekering (die ook niet kunnen aansluiten bij de verplichte ziekteverzekering).

Kruispunt M-I publiceerde een nieuwsbericht op de website. We beschrijven de rol van de verschillende actoren. We beschrijven hoe dat toegepast wordt bij dringende medische hulp.

Lees meer in het bericht van Kruispunt M-I

ruler^TOP
ruler
13. Nieuwe overeenkomsten over sociale zekerheid met Servië, Montenegro, Marokko en Turkije

België sloot enkele bilaterale overeenkomsten over sociale zekerheid:

  • Op 1 juni 2014 is het verdrag van 2010 met Montenegro in werking getreden.
  • Op 1 september 2014 trad een gelijkaardig verdrag van 2010 met Servië in werking.
  • Op 1 mei 2014 trad een administratieve schikking met Marokko in werking
  • Met Turkije is een gelijkaardige schikking getroffen, maar deze trad nog niet in werking.

Je vindt de overeenkomsten en schikkingen die nu in werking zijn per land terug op de website van de FOD Sociale Zekerheid.

Lees meer in een bericht van Kruispunt M-I

ruler^TOP
ruler
14. Russische Federatie biedt geen bescherming aan holebi’s en transgenders

In Nederland werd recent het asielbeleid gewijzigd voor holebi's en transgenders die afkomstig zijn uit de Russische Federatie. Uit een ambtsbericht over de situatie in de Russische Federatie bleek dat de politie niet of weinig bereid is deze groep van asielzoekers te beschermen tegen problemen. Er leeft in de Russische Federatie een wijdverspreide intolerantie van overheidspersoneel en de Russische bevolking ten aanzien van holebi’s en transgenders.

De Nederlandse beleidswijziging houdt in dat deze groep asielzoekers geen bescherming van de Russische autoriteiten moeten vragen voor ze hun land verlaten. Zij moeten dan wel tijdens hun asielaanvraag in Nederland aantonen dat ze een aannemelijk profiel van holebi of transgender hebben, en dat ze gevaar lopen.

De informatie die ten grondslag ligt van deze beleidswijziging, is ook relevant voor Belgische asieldossiers waarin deze groep geviseerd wordt en gevaar loopt omwille van hun seksuele geaardheid.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen

ruler^TOP
ruler
15. Overdracht asielaanvraag naar Italië geen schending artikel 3 EVRM volgens Nederlandse Raad van State

Op 1 juli 2014 oordeelde de Nederlandse Raad van State ten gronde dat asielzoekers nog altijd kunnen overgedragen worden naar Italië, volgens de Dublin III Verordening. Deze uitspraak volgt op een schorsing van overdracht op 5 juni 2014. We schreven over die schorsing in een vorige nieuwsbrief.

De Nederlandse Raad van State besloot op 1 juli 2014 ten gronde dat er geen sprake is van systeemgerelateerde tekortkomingen in Italië. Italië heeft te kampen met een verhoogde instroom van migranten vanuit de Middellandse Zee. Uit diverse rapporten, van onder andere Amnesty International en Human Rights Watch, blijkt dat Italië hierdoor problemen ondervindt bij de registratie van vingerafdrukken. Maar volgens de Raad wordt er geen melding gemaakt van problemen van terugkerende Dublin claimanten.

De Nederlandse Raad van State concludeert dat ten aanzien van Italië nog van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. De situatie voor terugkerende Dublin-claimanten is volgens de gegeven informatie niet zodanig verslechterd dat er sprake is van het tegendeel.

Lees meer in een bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen

ruler^TOP
ruler
16. Bestaansmiddelen voor verblijfsstatuut als niet-EU student in 2014-2015

Personen die geen EU-onderdaan zijn en in België een verblijfsrecht vragen om hoger onderwijs te volgen, moeten tijdens het academiejaar 2014-2015 over een maandelijks bedrag van 614 euro kunnen beschikken. DVZ publiceerde dat geïndexeerde bedrag in een bericht in het staatsblad.

Een derdelands student kan dat bedrag aantonen door:

  • bewijs van eigen middelen,
  • bewijs van een studiebeurs,
  • een tenlasteneming.​
Lees meer over de verblijfsvoorwaarden voor een derdelands student

Bericht van Kruispunt M-I
ruler^TOP
ruler
17. Vormingen en studiedagen

We maken u graag attent op enkele interessante studiedagen en vormingen:

Bericht van Kruispunt M-I
ruler^TOP
ruler
18. Publicaties

Er zijn enkele interessante nieuwe publicaties in het vreemdelingenrecht:

Boeken:

Tijdschriften:

UNHCR documenten en info over staatloosheid:

Rapport BCHV:

  • Het Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen (BCHV) heeft een analyse geschreven: Trauma, bewijs en geloofwaardigheid in de asielprocedure, juni 2014. Het rapport richt de aandacht op de bijzondere kwetsbaarheid van getraumatiseerde asielzoekers. Het beschrijft de mogelijke impact van psychologische problemen op de weergave van hun asielrelaas, en welke factoren de asielzoeker kunnen hinderen in het vertellen van een coherent en consistent asielrelaas.

Bericht van Kruispunt M-I en Vluchtelingenwerk Vlaanderen

ruler^TOP
ruler
De nieuwsbrief vreemdelingenrecht & IPR is een initiatief van het expertisenetwerk Vreemdelingenrecht:
Eindredactie: Kruispunt Migratie-Integratie

Met de steun van het Europees Vluchtelingenfonds
logoeu

www.vreemdelingenrecht.be