Dit is een gearchiveerde versie van een digitale nieuwsbrief. De links worden niet meer bijgewerkt.
Voor up-to-date informatie kan u bladeren en zoeken op vreemdelingenrecht.be.
nr. 9| 20 december 2019
1. HvJ: ambtshalve afgifte verblijfstitel bij gezinshereniging in strijd met Gezinsherenigingsrichtlijn
De automatische afgifte van een verblijfstitel bij gezinshereniging met een derdelander, wanneer de overheid geen enkele beslissing neemt binnen een bepaalde termijn, is strijdig met de Gezinsherenigingsrichtlijn (richtlijn 2003/86/EG). De lidstaat moet eerst vaststellen of de aanvrager daadwerkelijk voldoet aan de voorwaarden van het Unierecht. Dat zegt het Hof van Justitie in een arrest van 20 november 2019 (HvJ 20 november 2019, nr. C-706/18, X t. Belgische Staat), in antwoord op een prejudiciële vraag van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV).
 
2. HvJ: inkomsten voor status langdurig ingezetene mogen ook van derde afkomstig zijn
Om de status van langdurig ingezeten derdelander te bekomen moet de aanvrager over vaste, regelmatige en voldoende inkomsten beschikken. Die moeten echter niet uitsluitend van de aanvrager zijn en kunnen ook inkomsten omvatten die door een derde aan de aanvrager ter beschikking gesteld worden. Dit voor zover ze vast, regelmatig en voldoende zijn. Dat zegt het Hof van Justitie (HvJ) in arrest nr. C-302/18 van 3 oktober 2019, in antwoord op een prejudiciële vraag van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV).
 
3. GwH: vereiste bij gezinshereniging dat bestaansmiddelen van Belg zelf afkomstig moeten zijn, is niet discriminerend
De vereiste van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) dat de bestaansmiddelen bij gezinshereniging met een statische Belg, van de Belg persoonlijk afkomstig moeten zijn, is niet discriminerend. Dat zegt het Grondwettelijk Hof (GwH) in een arrest van 24 oktober 2019 (nr. 149/2019) in antwoord op een aantal prejudiciële vragen van de Raad van State (RvS). Het GwH houdt in zijn arrest geen rekening met een recent arrest van het Hof van Justitie (HvJ) over een gelijkaardige vraag bij langdurig ingezeten derdelanders. In dat arrest oordeelde het HvJ dat lidstaten ook inkomsten die door een derde ter beschikking gesteld worden, in aanmerking kunnen nemen.
 
4. Belang van kind primeert op strikte interpretatie van termijn in Wetboek Belgische nationaliteit
Het Hof van Beroep van Brussel verleent in een arrest van 24 oktober 2019 een bijkomende termijn van zes maanden aan verzoekster om een verklaring van Belgische nationaliteit te doen voor haar zoon geboren in het buitenland uit een Belgische ouder die zelf ook werd geboren in het buitenland, op basis van artikel 8, §1, 2°, b) Wetboek van de Belgische nationaliteit (WBN).
 
5. HvJ: verzoeker om internationale bescherming mag niet uitgesloten worden van materiële opvang
Het Arbeidshof van Brussel stelde in een arrest van 22 maart 2018 drie prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie (HvJ) over de interpretatie van de Opvangrichtlijn (Richtlijn 2013/33/EU) omtrent de sanctie tot uitsluiting van het recht op opvang die aan een niet-begeleide minderjarige werd opgelegd.

HvJ arrest nr. C 233/18 van 12 november 2019 antwoordt dat een verzoeker om internationale bescherming niet mag uitgesloten worden van materiële opvang als sanctie voor een inbreuk op het huishoudelijk reglement.
 
6. Verenigde Kamers RvV: niet alle Palestijnen uit de Gazastrook komen in aanmerking voor internationale bescherming
In vier arresten, nummers 228 889, 228 888, 228 946 en 228 949 van 18 en 19 november 2019, genomen bij Verenigde Kamers, verduidelijkt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) dat niet alle Palestijnen uit de Gazastrook in aanmerking komen voor internationale bescherming.

Landeninformatie toont aan dat UNRWA nog operationeel is in Gaza. De veiligheidssituatie is precair, maar een terugkeer via de grens in Rafah is mogelijk en er is geen systematische vervolging van Palestijnen. Niet alle inwoners leven in erbarmelijke omstandigheden. Specifieke individuele elementen kunnen wel aanleiding geven tot toekenning van internationale bescherming.
 
7. EHRM: een Finse beslissing om een Iraakse man terug te sturen naar Irak, waar hij bij aankomst wordt gedood, is strijdig met het EVRM
In de zaak N.A. tegen Finland van 14 november 2019 veroordeelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) Finland voor een schending van het recht op leven (artikel 2 EVRM) en verbod op foltering (artikel 3 EVRM). Een Iraaks onderdaan werd na een terugkeer naar Irak gedood. Het EHRM stelt dat de Finse autoriteiten bepaalde feiten die van belang waren in het verzoek om internationale bescherming niet voldoende hadden onderzocht. Het EHRM kent een morele schadevergoeding van 20.000 euro toe.
 
8. Nieuwe instructie Fedasil over terugkeertraject voor uitgeprocedeerde asielzoekers met ernstige medische problemen
Op 14 november 2019 bracht Fedasil een nieuwe instructie uit over de uitvoering van het terugkeertraject voor uitgeprocedeerde verzoekers om internationale bescherming met ernstige medische problemen. Op vraag van de betrokkene kan Fedasil beslissen dat het terugkeertraject wordt uitgevoerd in de opvangstructuur waar de betrokkene materiële opvang genoot zonder te worden toegewezen aan een open terugkeerplaats (OTP).

De instructie vormt een aanvulling op de Fedasil-instructie over terugkeertraject en open terugkeerplaatsen van 20 oktober 2015 waarin de doelgroepen van de OTP’s staan opgesomd en die verder van toepassing blijven.
De nieuwe instructie trad in werking op 25 november 2019.
 
9. Nieuwe tarieven elektronische identiteitskaarten vanaf 1 januari 2020
De FOD Binnenlandse Zaken maakte nieuwe tarieven bekend voor de elektronische identiteitskaarten vanaf 1 januari 2020. Dankzij onderhandelingen met de kaartproducent werden de tarieven aangepast en worden de spoedprocedures vereenvoudigd.
 
Vorming eerste kwartaal 2020
Andere vormingen en studiedagen:
 
Publicaties
Publicaties
 
Belgisch staatsblad
8 november - 18 december 2019
 
8 november - 18 december 2019
Pb. C 11 november 2019, afl. 383, 18
HOF VAN JUSTITIE
Zaak C-94/18: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 10 september 2019 [verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court (Ierland)] – Nalini Chenchooliah/Minister for Justice and Equality (Prejudiciële verwijzing – Burgerschap van de Unie – Artikel 21 VWEU – Recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van een lidstaat voor de burgers van de Unie en hun familieleden – Richtlijn 2004/38/EG – Artikel 3, lid 1, en artikelen 15, 27, 28, 30 en 31 – Begrip „begunstigde” – Onderdaan van een derde land die de echtgenoot is van een burger van de Unie die zijn vrijheid van verkeer heeft uitgeoefend – Terugkeer van de burger van de Unie naar de lidstaat waarvan hij de nationaliteit bezit en waar hij een gevangenisstraf uitzit – Vereisten die krachtens richtlijn 2004/38/EG voor het gastland gelden bij het nemen van een besluit tot verwijdering van deze onderdaan van een derde land)

Pb. L 18 november 2019, afl. 297, 1
BESLUITEN

Pb. C 18 november 2019, afl. 390, 69
RESOLUTIES

Pb. C 19 november 2019, afl. 392, 8
REKENKAMER

Pb. C 25 november 2019, afl. 399, 7
HOF VAN JUSTITIE

Pb. C 25 november 2019, afl. 399, 33
HOF VAN JUSTITIE

Pb. C 9 december 2019, afl. 403, 7
HOF VAN JUSTITIE

Pb. C 9 december 2019, afl. 403, 16
HOF VAN JUSTITIE

 
Samenstelling en eindredactie:
dienst Vreemdelingenrecht en Internationaal Familierecht​


Op de thematische website www.vreemdelingenrecht.be van het Agentschap Integratie en Inburgering vindt u meer nieuws, thema's, rechtspraak, nieuwsbrieven,...
© De Nieuwsbrief vreemdelingenrecht en internationaal familierecht is een uitgave van het Agentschap Integratie en Inburgering.