Terugkeertraject verzoekers om internationale bescherming

In het kort

Verzoekers om internationale bescherming worden gedurende hun hele parcours op vaste sleutelmomenten geïnformeerd over de mogelijkheid tot vrijwillige terugkeer. Indien hun verzoek om internationale bescherming afgewezen werd, start een intensievere terugkeerbegeleiding met inbegrip van een eventuele transfer naar een open terugkeerplaats

Het terugkeertraject bestaat uit twee hoofdfasen:

  • De vrijwillige terugkeerbegeleiding tijdens de asielprocedure.
  • De terugkeerbegeleiding van de uitgeprocedeerde asielzoeker op een gespecialiseerde terugkeerplaats.

Vrijwillige terugkeerbegeleiding tijdens de procedure

De Opvangwet en de instructies van Fedasil leggen een aantal momenten vast waarop je als verzoeker om internationale bescherming informatie moet ontvangen over terugkeer:

  • Bij de registratie van je verzoek om internationale bescherming (VIB) ontvang je informatie van DVZ.
  • Bij de intake in de opvang vermelden de maatschappelijk werkers het vrijwillige terugkeerprogramma en geven uitleg over het volledige terugkeertraject. Inclusief informatie over de toewijzing aan een terugkeerplaats bij een negatieve afloop van de procedure internationale bescherming.
  • Binnen vijf dagen na de negatieve beslissing van het CGVS en binnen de week na de zitting van het schorsend beroep bij de RvV, moet de maatschappelijk werker deze informatie opnieuw met je bespreken.

Tijdens deze gesprekken wordt een terugkeerbegeleidingsplan bijgehouden. Daarop wordt een indicatie gegeven over jouw wil om terug te keren naar je land van herkomst. Als er obstakels zijn om dit te doen, worden die ook besproken. Wanneer je aan het einde een open terugkeerplaats krijgt toegewezen, wordt dit document naar de maatschappelijke werkers van deze nieuwe opvangplaats gestuurd.

Dien je na de negatieve beslissing van het CGVS geen beroep in bij de RvV, maar kies je voor vrijwillige terugkeer? Dan moet de terugkeer plaatsvinden tijdens de termijn van het BGV.

Bij overmacht kan je een verlenging van het BGV aanvragen bij DVZ. Is er nog geen antwoord van DVZ op je aanvraag tot verlenging van het BGV voor het aflopen van de termijn? Dan kan je ook een aanvraag verlenging indienen bij Fedasil .

Het BGV en de opvang worden verlengd, als in overleg met de Cel Vrijwillige Terugkeer van Fedasil vastgesteld wordt dat de terugkeer realistisch is. Ze houden daarbij rekening met:

  • het feit dat je als asielzoeker een aanvraag hebt ingediend voor vrijwillige terugkeer en
  • of je de nodige reisdocumenten hebt.

Terugkeerbegeleiding op gespecialiseerde terugkeerplaats en uitzonderingen

De laatste fase van het terugkeertraject vindt plaats in de open terugkeerplaatsen. Aan het einde van het recht op opvang krijg je als uitgeprocedeerde verzoeker om internationale bescherming een nieuwe opvangplaats toegewezen. Dit zijn plaatsen die in de collectieve centra van Fedasil gereserveerd zijn voor de specifieke begeleiding op het gebied van terugkeer.

Algemeen

Fedasil ontvangt dagelijks van DVZ informatie over personen wiens beroep afgewezen door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen of wiens verzoek om internationale bescherming na Dublinonderzoek afgesloten werd met een een bijlage 26quater van DVZ. Als afgewezen verzoeker om internationale bescherming krijg je een nieuwe code 207 ‘open terugkeerplaats’ toegewezen. De bestaande opvangstructuur ontvangt daartoe een toewijzingsdocument voor betekening aan de afgewezen verzoeker.

Je moet je als afgewezen verzoeker uiterlijk binnen de vijf werkdagen na de betekening van de toewijzing aanbieden bij het opvangcentrum waar de terugkeerplaats wordt aangeboden. Als dit niet gebeurt, dan eindigt de opvang in de bestaande structuur en krijg je een code 207 ‘no show’.

Uitzonderingen

In bepaalde situaties kan een bewoner een uitzondering krijgen en wordt de toewijzing aan de terugkeerplaats uitgesteld:

  • Families met schoolgaande kinderen die een negatieve beslissing van de RVV ontvangen tussen 1 april en 30 juni. 
  • Schoolgaande ex-NBMV die gedurende het schooljaar meerderjarig zijn geworden en die een negatieve beslissing ontvangen van de RVV tussen 1 april en 30 juni. 
  • Bewoners met een medische tegenindicatie voor een overplaatsing, een zwangerschap vanaf twee maanden voor de geboorte of tot twee maanden na de geboorte. 
  • Ouders van een Belgisch kind die een negatieve beslissing van de RVV ontvangen, en hun familieleden.
  • Bewoners die een vrijwillige terugkeeraanvraag hebben ondertekend vóór ze een negatieve beslissing hebben ontvangen van de RVV en die over de nodige reisdocumenten beschikken.
  • Afgewezen asielzoekers die samen worden opgevangen met familieleden waarvan de asielprocedure nog hangende is. Van zodra de familieleden een negatieve beslissing hebben ontvangen, ontvangt de hele familie alsnog een toewijzing aan een terugkeerplaats.

Om een uitzondering te verkrijgen, moet je binnen de drie dagen na de toewijzing het daartoe voorziene luik in het toewijzingsdocument invullen en terug sturen naar Fedasil via het e-mail adres: uitzondering-terugkeerplaats@fedasil.be; samen met de nodige bewijsstukken. Voor verschillende van bovenstaande situaties is het bovendien mogelijk onder voorwaarden van DVZ een tijdelijk uitstel van vertrek, met verlenging van het bevel via DVZ te bekomen. 

Als het om medische stukken gaat moet je deze ook mailen  naar med_doc@fedasil.be. Het onderwerp van de mail moet volgens de structuur “opvangstructuur/tegenindicatie/naam bewoner/OV-nr.” opgebouwd zijn.

Als de uitzondering wordt toegestaan, ontvang je ook meteen een einddatum van het recht op opvang:

  • Aan het einde van die termijn kan je een nieuwe toewijzing aan een open terugkeerplaats vragen. Je moet dit minstens 5 dagen voor de einddatum doen, via het e-mail adres terugkeerplaats@fedasil.be.
  • Als er aan het einde van die termijn nog steeds een reden tot vrijstelling bestaat, kan je een nieuwe aanvraag tot vrijstelling indienen. Minstens 5 dagen voor de einddatum, via het e-mail adres uitzondering-terugkeerplaats@fedasil.be.

Als de uitzondering niet wordt toegestaan, blijft de code 207 op de open terugkeerplaats en kan je alleen daar materiële opvang genieten.

Voor bewoners met een bijlage 26quater is er een andere procedure voorzien. Zij hebben eerst en vooral enkel een mogelijkheid tot uitzondering bij medische tegenindicatie of zwangerschap/geboorte. Om een uitzondering te verkrijgen moeten zij:

  • Een verlenging van het bevel bij het Bureau Opvolging Bevelen van DVZ aanvragen, met de nodige bewijsstukken, via het e-mail adres: prolongation.oqt@ibz.be.
  • Een aanvraag tot uitzondering aan Fedasil richten, met de nodige bewijsstukken, via dublin_med@fedasil.be. Het onderwerp van de mail moet de structuur “opvangstructuur/tegenindicatie/naam bewoner/OV-nr.” volgen. Je moet bij deze aanvraag een volmacht formulier voegen, waarmee je als asielzoeker de toestemming geeft aan Fedasil om alle nuttige informatie voor de organisatie van je transfer aan DVZ mee te delen.

Als de uitzondering voor iemand met een bijlage 26quater wordt toegestaan, moet de transfer naar de bevoegde lidstaat vanuit de bestaande opvangstructuur georganiseerd worden in samenwerking met DVZ en de medische cel van Fedasil. Wanneer de uitzondering geweigerd wordt, kan het recht op opvang enkel nog uitgeoefend worden op de toegewezen open terugkeerplaats. De asielzoeker heeft drie werkdagen de tijd om zich toch nog aan te melden.

Wie in de bestaande opvang een verlenging van het recht op materiële steun  aanvraagt, wordt niet vrijgesteld van een overplaatsing naar een terugplaats. Vanuit de open terugkeerplaats kan je wel steeds een verlenging aanvragen, zoals voorzien in de Opvangwet. 

Doelgroepen terugkeerbegeleiding gespecialiseerde terugkeerplaats

Dit zijn de doelgroepen:

  • Bewoners van de opvang met een negatieve beslissing van de RVV ten gronde.
  • Bewoners van de opvang met een bijlage 26quater (negatieve beslissing van DVZ in het kader van de Dublin-verordening).
  • Uitgeprocedeerde NBMV die meerderjarig geworden zijn en nog in de opvang verblijven.
  • Bewoners die een uitzondering voor een terugkeerplaats kregen, die ten einde loopt.
  • Asielzoekers met een code 207 ‘no show’, die enkel nog recht op opvang hebben op basis van een lopend BGV of omdat ze nog geen BGV gekregen hebben.
  • Families in onwettig verblijf die onder het koninklijk besluit van 24 juni 2004 opgevangen worden, wanneer er geen plaats meer is in het terugkeercentrum van DVZ.
  • Personen die zich aan het terugkeerloket melden voor vrijwillige terugkeer op voorwaarde dat:
    • de vraag tot opvang van de betrokkene zelf komt
    • er een realistische terugkeerintentie is
    • de identiteit van alle gezinsleden gestaafd kan worden met een document uit het land van herkomst
    • de bewoner een formele verklaring ondertekent die stelt dat Fedasil de opvang kan stopzetten als blijkt dat er valse of onvolledige verklaringen zijn of geen bereidheid of mogelijkheid terug te keren
    • de persoon zich de dag van de aanvraag naar de opvangplaats begeeft.

Begeleiding in de open terugkeerplaats

Terugkeerplaatsen zijn voorzien in de federale opvangcentra van Fedasil. Alle rechten en plichten voorzien in de Opvangwet blijven gelden. Het gaat om open centra waar de uitgeprocedeerde asielzoeker samen met asielzoekers in procedure worden opgevangen. Zij kunnen dus ook het centrum verlaten als zij dat willen. Tijdens de termijn van hun bevel is er geen gedwongen verwijdering toegelaten.

In de terugkeerplaatsen is er begeleiding door een maatschappelijk werker van Fedasil. Maar er is ook een verbindingsambtenaar van DVZ aanwezig, die vooral aan pre-identificatie werkt.

De duur van de opvang in de open terugkeerplaats is in principe maximum 30 dagen. Dit wordt bepaald door de termijn van het bevel en eventuele verlengingen die daarop worden toegestaan. Maar er wordt ook rekening gehouden met hoe de terugkeerbegeleiding verloopt en de houding van jou als asielzoeker hierin.

Sleutelmomenten in de begeleiding in de open terugkeerplaatsen

Je wordt als afgewezen asielzoeker geïnformeerd over het terugkeertraject in de terugkeerplaats en over de verschillende betrokken actoren.

Elk gezinslid vult een identificatiefiche in en ondertekend het document, dat wordt doorgestuurd aan de verbindingsambtenaar van DVZ. De ambtenaar controleert alle gegevens.

Op basis van het terugkeerbegeleidingsplan dat door de maatschappelijk werker van de vorige opvang werd overgemaakt, wordt er  een terugkeerdossier opgemaakt. Er wordt daarbij ook nagegaan of er nog verblijfsprocedures hangende zijn. Als dat het geval is, zullen die prioritair behandeld worden door DVZ. Er wordt meestal geen rekening gehouden met nieuwe asielaanvragen.

Je wordt als afgewezen asielzoeker actief geïnformeerd en gesensibiliseerd over de mogelijkheid tot vrijwillige terugkeer. Eventuele belemmeringen worden geïdentificeerd en er wordt een oplossing gezocht.

Wordt de vrijwillige terugkeer als realistisch gezien? Dan wordt je als afgewezen asielzoeker actief ondersteund bij het nemen van de noodzakelijke stappen om je terugkeer mogelijk te maken.

Als de vrijwillige terugkeer niet als realistisch wordt gezien, dan zal de focus verschuiven naar gedwongen terugkeer. Wanneer de termijn van het bevel en eventuele verlengingen aflopen zal de opvang stopgezet worden.

Als de bewoner weigert de opvang te verlaten, kan DVZ de lokale politie inschakelen. De bewoner zal een convocatie ontvangen om zich aan te melden bij de politie. Als de bewoner blijft weigeren, zal de politie in het centrum komen om hem op te halen. In zo een situatie zullen zij eerst de directeur van het centrum contacteren om afspraken te maken, zodat de rust in het centrum zoveel mogelijk bewaard wordt.

De verbindingsambtenaar van DVZ is verantwoordelijk voor het organiseren van de gedwongen terugkeer en kan aan het einde van het recht op opvang hieraan werken.

Uitzondering: familie in onwettig verblijf 

Bij een familie in onwettig verblijf die opgevangen wordt onder KB 2004 komt er geen einde aan de opvang in de open terugkeerplaatsen, zolang er geen toewijzing is aan een terugkeercentrum beheerd door DVZ, met het oog op gedwongen verwijdering.

Verlenging

Een aanvraag verlenging op basis van artikel 7 Opvangwet kan steeds ingediend worden, als een verlenging van de opvang in de open terugkeerplaats nodig is. Zie ‘Verlengd recht op opvang’.

Weer recht op opvang 

Er ontstaat weer een recht op opvang als:

  • een meervoudige asielaanvraag in overweging wordt genomen
  • een beroep ingediend bij de RVV tegen een 26 quater leidt tot een schorsing of annulatie
  • een beroep ingediend bij de RVS tegen een beslissing ten gronde van de RVV toelaatbaar werd verklaard.