Tewerkstelling van mensen zonder wettig verblijf

Geen recht op werk

Iemand zonder wettig verblijf kan in België niet legaal werken, noch als zelfstandige, noch in dienstverband.

De enige uitzonderingen hierop zijn wanneer een leerling zonder wettig verblijf een opleiding deeltijds leren en werken volgt of in het kader van zijn opleiding stage moet lopen.

Toch zijn veel mensen zonder wettig verblijf aan het werk, vaak omdat ze een job hadden op een ogenblik dat ze over een geldige verblijfsvergunning beschikten en zijn blijven werken na het verlies van hun verblijfsrecht.

In dit geval ontvangen zij vaak nog steeds een loon, loonbrieven, vakantiegeld,…. en werken zij dus wel officieel, maar illegaal (zonder de juiste toelating).

Andere mensen zonder wettig verblijf werken in het zwart (geen afhouding sociale lasten en geen belastingen) of voeren sluikwerk uit: ze werken op dezelfde wijze als een zelfstandige, maar zonder verblijfsstatuut.

Het hebben van een job en/of arbeidscontract creëert geen recht op verblijf. Ook een statuut als zelfstandige of actieve vennoot is niet voldoende om een verblijfsrecht te kunnen bekomen.

Risico’s

Zowel illegaal als zwart werk houden heel wat risico’s in voor werkgever, als de werknemer.

Niet alleen is de kans op uitbuiting groot, zowel de werkgever als de werknemer kunnen een boete opgelegd krijgen wegens zwartwerk.

Na overleg tussen Pag-asa, Myria, FAIRWORK Belgium en de dienst administratieve geldboetes, werd een interne richtlijn opgesteld met enkele belangrijke garanties. In de volgende gevallen zal de boete niet worden opgelegd aan de werknemer:

  • de werknemer dient zélf klacht in tegen zijn werkgever, waarbij het niet relevant is of de werknemer al dan niet wettig in België verblijft
  • de werknemer is een (potentieel) slachtoffer van mensenhandel
  • de werknemer wordt uitgebuit.

In een begeleidend schrijven zal aan de werknemer die een boete werd opgelegd, meegedeeld worden dat hij contact kan opnemen met één van de centra mensenhandel, Myria of FAIRWORK Belgium. Als later blijkt dat de werknemer toch het slachtoffer van mensenhandel of uitbuiting is, kan de boete geannuleerd worden. 

Rechten

Het arbeidsrecht maakt geen onderscheid tussen werknemers met of zonder wettig verblijf, tenzij het verblijf uitdrukkelijk als criterium wordt vermeld.

Werknemers zonder wettig verblijf hebben in theorie dus dezelfde arbeidsrechten als wettelijk tewerkgestelde werknemers en de arbeidsovereenkomstenwet, loonbeschermingswet en arbeidswet zijn dus ook op hen van toepassing.

Werknemers zonder wettig verblijf hebben dus o.m. recht op loon, veilige arbeidsomstandigheden, een verbrekings- of ontslagvergoeding, wettelijke werktijden (arbeidsduur, rustpauze, zondagsrust), moederschapsbescherming, betaald verlof, enz.

Deze bescherming geldt enkel voor werknemers zonder wettig verblijf en dus niet voor mensen zonder wettig verblijf die als zelfstandige werken.

Met betrekking tot het recht op loon bestaat er een bijzondere bescherming voor werknemers zonder wettig verblijf, ingevoerd door de Wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.

Artikel 4 van deze Wet bepaalt dat werknemers zonder wettig verblijf niet alleen recht hebben op loon, maar dit loon bovendien gelijkwaardig moet zijn aan dat van wettelijk tewerkgestelde werknemers.

Voorts wordt wettelijk vermoed dat een werknemer zonder wettig verblijf minstens drie maanden bij een werkgever heeft gewerkt. Het is aan de werkgever om het tegenbewijs hiervan te leveren.

Tenslotte bestaat er een hoofdelijke aansprakelijkheid voor opdrachtgevers en (onder)aannemers voor het betalen van het achterstallig loon voor werknemers zonder wettig verblijf. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid geldt vanaf het ogenblik dat de opdrachtgever op de hoogte was van de onwettige tewerkstelling.

Afdwingbaarheid rechten

Werknemers zonder wettig verblijf van wie de arbeidsrechten niet gerespecteerd worden, kunnen beroep doen op dezelfde procedures als wettelijk tewerkgestelde werknemers.

Door hun precaire situatie zijn hun rechten in de praktijk vaak moeilijk(er) af te dwingen. Zo zorgt het leveren van de nodige bewijzen vaak voor problemen.

Mogelijke procedures zijn bemiddeling, een klacht bij de arbeidsinspectie, via de rechtbank, of de procedure mensenhandel.

Indien mogelijk is onderhandelen om tot een compromis te komen vaak de snelste en efficiëntste oplossing. Dit kan bv. door bemiddeling via een vakbond, sociale diensten, een advocaat of derden.

Een werknemer zonder wettig verblijf kan klacht indienen bij de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Die kan, ongeacht het verblijfsstatuut van de werknemer, klachten behandelen, een onderzoek instellen en beslissen of de zaak doorgestuurd wordt naar de rechtbank.

Een klacht kan anoniem worden ingediend en de arbeidsinspectie zal geen gegevens meedelen aan de overheid.

Anders is het wanneer de arbeidsinspectie op eigen initiatief beslist om een controle uit te voeren op de werkplaats. Wanneer dan een werknemer zonder wettig verblijf wordt aangetroffen, zal van deze de naam worden doorgegeven aan de politie en de Dienst Vreemdelingenzaken.

Wanneer de arbeidsinspectie de zaak doorgeeft aan de arbeidsrechtbank en de werkgever vervolgd wordt, kan de werknemer zonder wettig verblijf zich burgerlijke partij stellen om bv. achterstallig loon op te eisen of een schadevergoeding te vragen.

De werknemer zonder wettig verblijf kan ook zelf op eigen initiatief de werkgever voor de arbeidsrechtbank dagen. 

Lidmaatschap vakbond

Mensen zonder wettig verblijf kunnen lid worden van een vakbond. Een vakbond heeft geen meldingsplicht en zal geen gegevens meedelen aan de overheid.

Lid worden van een vakbond is voor een werknemer zonder wettig verblijf interessant aangezien het toegang geeft tot gespecialiseerde dienstverlening.

De vakbond zal een dossier echter alleen verdedigen voor de arbeidsrechtbank indien men al minstens zes maanden lid is.

Arbeidsongeval

In België zijn werkgevers verplicht om een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten. Dat geldt ook voor werknemers zonder wettig verblijf.

Wanneer een werknemer zonder wettig verblijf een ongeval krijgt tijdens het werk of op weg van of naar het werk, is dit een arbeidsongeval die de arbeidsongevallenverzekeraar moet vergoeden. Enkel wanneer het ongeval opzettelijk werd veroorzaakt door de werknemer komt de verzekeraar niet tussen.

Een arbeidsongeval moet door de werkgever binnen de 8 dagen bij de verzekeringsmaatschappij aangegeven worden.

Indien de werkgever geen aangifte doet, kan de werknemer zonder wettig verblijf dit zelf doen of eventueel de familieleden in geval van diens overlijden. Dit kan tot 3 jaar na het arbeidsongeval.

Indien de werkgever geen arbeidsongevallenverzekering heeft, kan een aangifte gebeuren bij het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s (Fedris), dat eventueel zelf de kosten zal vergoeden en deze nadien zal terugvorderen van de werkgever.

Wordt het arbeidsongeval bewezen, dan betaalt de arbeidsongevallenverzekering of Fedris de medische kosten, een vergoeding voor tijdelijke en/of blijvende arbeidsongeschiktheid, de vervoerskosten en ingeval van overlijden een vergoeding aan de partner en/of kinderen.

Wanneer een werkgever zonder wettig verblijf een levenslange uitkering krijgt omwille van het arbeidsongeval, behoudt hij deze uitkering wanneer hij zonder wettig verblijf in België blijft wonen en ook wanneer hij verhuist naar een ander land.