Duurzaam verblijf voor derdelands echtgenoot of partner Unieburger

Duurzaam verblijf

Na 5 jaar ononderbroken verblijf in België krijg je een duurzaam verblijfsrecht. De termijn van 5 jaar begint te lopen vanaf de datum van je aanvraag van een verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie. Dus de datum op de bijlage 19ter. En niet de datum van je elektronische F kaart. Kreeg je vóór de afgifte van de bijlage 19ter nog een bijlage 15? Dan begint de 5 jaar te lopen vanaf de datum op de bijlage 15. Een bijlage 15 is een document dat de gemeente moet afgeven in afwachting van een woonstcontrole. Het dekt voorlopig je verblijf in België.

Je verblijf in België kan onderbroken worden. Sommige omstandigheden onderbreken je verblijf niet en hebben dus geen invloed op het ononderbroken karakter:

  • tijdelijke afwezigheden van niet meer dan zes maanden per jaar
  • afwezigheden van langere duur voor de vervulling van militaire verplichtingen
  • een afwezigheid van ten hoogste 12 achtereenvolgende maanden om belangrijke redenen, zoals zwangerschap en bevalling, ernstige ziekte, studie of beroepsopleiding
  • uitzending om werkzaamheden te verrichten in het buitenland

Soms heb je al vóór 5 jaar een recht op duurzaam verblijf.

Als de Unieburger die je vervoegde stopt met werken ten gevolge van een blijvende arbeidsongeschiktheid, hebben zowel jij als de Unieburger op dat moment al een duurzaam verblijfsrecht. Wel geldt een bijkomende voorwaarde:

  • de Unieburger die je vervoegde heeft meer dan 2 jaar ononderbroken verbleven in België, of
  • de arbeidsongeschiktheid is het gevolg van een arbeidsongeval of een beroepsziekte waardoor een recht ontstaat op een Belgische uitkering

Als de Unieburger die je vervoegde op het ogenblik dat hij stopt met werken de wettelijke leeftijd bereikt heeft waarop hij in aanmerking komt voor een ouderdomspensioen, hebben zowel jij als de Unieburger op dat moment een duurzaam verblijfsrecht. Wel gelden de volgende voorwaarden:

  • de Unieburger die je vervoegde werkte minstens het laatste jaar in België, en
  • de Unieburger die je vervoegde verbleef meer dan 3 jaar ononderbroken in België

Onder dezelfde voorwaarden geldt een uitzondering als de Unieburger die je vervoegde stopt met werken ten gevolge van een vervroegde uittreding.

Als de Unieburger die je vervoegde overlijdt tijdens zijn beroepsleven vooraleer hij een duurzaam verblijfsrecht verworven heeft, dan bekom jij op dat ogenblik een duurzaam verblijfsrecht. Wel geldt een bijkomende voorwaarde:

  • de Unieburger die je vervoegde verbleef op het ogenblik van zijn overlijden 2 jaar ononderbroken in België, of
  • het overlijden van de Unieburger was het gevolg van een arbeidsongeval of beroepsziekte

Als de Unieburger die je vervoegde tijdens bepaalde periodes onvrijwillig werkloos was en dit vastgesteld werd door de bevoegde instanties, dan worden die periodes toch beschouwd als tijdvakken van werkzaamheid. De werkloosheid moet wel onafhankelijk zijn van de wil van de Unieburger. Ook kan het gaan om perioden van afwezigheid wegens ziekte of ongeval.

Tijdens de 5 jaar ononderbroken verblijf in België moet je een gezinscel vormen met je echtgenoot of partner. Op deze regel bestaan enkele uitzonderingen.

  1. Je moet niet gedurende 5 jaar een gezinscel vormen met je echtgenoot of partner om een duurzaam verblijf te bekomen (na 5 jaar) als
    • je echtgenoot of partner overleden is, en
    • je minstens 1 jaar in België verbleef als familielid van een Unieburger
  2. Als er een einde komt aan je relatie met je echtgenoot of partner door scheiding, ontbinding of nietigverklaring van je huwelijk of beëindiging van je partnerschap, moet je géén 5 jaar een gezinscel vormen om een duurzaam verblijf te bekomen (na 5 jaar), op voorwaarde dat:
    • je huwelijk of partnerschap bij de start van de gerechtelijke procedure tot ontbinding of nietigverklaring van je huwelijk of bij de beëindiging van je partnerschap, ten minste drie jaar heeft geduurd, waarvan minstens één jaar in België, of
    • het recht van bewaring van jullie kinderen toegewezen is aan jou (in onderlinge overeenstemming of bij gerechtelijke beslissing). De kinderen moeten dan wel in België verblijven, of
    • het omgangsrecht met jullie minderjarig kind aan jou toegewezen is (in onderlinge overeenstemming of bij gerechtelijke beslissing) en de rechter bepaald heeft dat je dit recht van bewaring in België moet uitoefenen en dit zolang het nodig is, of
    • het gaat om een bijzonder schrijnende situatie (bijvoorbeeld als je tijdens je huwelijk of partnerschap het slachtoffer was van huiselijk geweld) 
  3. De voorwaarde van 5 jaar gezinscel geldt ook niet wanneer DVZ besliste om géén einde te maken aan je verblijfsrecht rekening houdend met de volgende elementen:
    • de duur van je verblijf in België
    • je leeftijd
    • je gezondheidstoestand
    • je gezins- en economische situatie
    • je sociale en culturele integratie in België
    • je banden met het herkomstland

! Voor uitzonderingen 1 en 2 moet je bijkomend bewijzen dat je:

  • werknemer of zelfstandige bent in België, of
  • voor jezelf en je familie beschikt over voldoende bestaansmiddelen om te voorkomen dat je tijdens je verblijf ten laste valt van het OCMW in België en beschikt over een ziekteverzekering, of
  • deel uitmaakt van een familie waarvan een persoon voldoet aan al die voorwaarden

    Behalve als je slachtoffer was van huiselijk geweld: in dat geval vraagt DVZ in de praktijk niet langer het bewijs van deze bijkomende voorwaarden (werken enz.), zie GwH 7 februari 2019, nr. 17/2019 besproken in dit nieuwsbericht.

    Je vraagt bij de gemeente je duurzame verblijfskaart aan via de bijlage 22. Je moet de kaart aanvragen voor het verstrijken van de geldigheidsduur van je elektronische F kaart.

    De gemeente beoordeelt de ontvankelijkheid van je dossier. De gemeente gaat na of je een ononderbroken verblijf hebt van vijf jaar op het moment van de aanvraag. Dat blijkt uit het Rijksregister. Of je bewijst dat er voor jou een kortere termijn geldt omdat je valt onder een uitzondering.

    Als je dossier ontvankelijk is, maakt de gemeente je aanvraag over aan de DVZ.

    Als je geen 5 jaar ononderbroken verblijf hebt, verklaart de gemeente je aanvraag onontvankelijk. De gemeente levert een bijlage 23 af. Je kan een schorsend beroep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. 

    DVZ neemt een beslissing over je duurzaam verblijfsrecht binnen 5 maanden vanaf de afgifte van de bijlage 22.

    Als je elektronische F kaart intussen vervalt, krijg je van de gemeente een bijlage 15. Dat document dekt voorlopig je verblijf tot de afgifte van de duurzame verblijfskaart.

    Als je niet aan de voorwaarden voldoet, zal DVZ je duurzaam verblijfsrecht weigeren. De gemeente levert een beslissing tot weigering van het duurzaam verblijf af (bijlage 24). Je kan een schorsend beroep instellen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

    Als DVZ je duurzaam verblijfsrecht erkent, dan geeft de gemeente je een ‘duurzame verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie’ in de vorm van een elektronische F+ kaart. Die kaart heeft een geldigheidsduur van vijf jaar.

    Hetzelfde geldt als de DVZ geen beslissing neemt binnen de 5 maanden.

    De gemeente schrijft je over van het vreemdelingenregister naar het bevolkingsregister.

    Als je een procedure hebt lopen voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, wordt de erkenning van het duurzaam verblijfsrecht geschorst in afwachting van een beslissing.

    Je kan je duurzaam verblijfsrecht verliezen als je België verlaat voor meer dan twee achtereenvolgende jaren.

    Daarnaast kan de minister een einde maken aan je duurzaam verblijfsrecht om ernstige redenen van openbare orde of nationale veiligheid. Je krijgt dan een bevel geven om het grondgebied te verlaten (BGV).

    Een strafrechtelijke veroordeling is op zich geen bewijs van een gevaar voor de openbare orde of nationale veiligheid. Je gedrag moet een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging zijn voor een fundamenteel belang van de samenleving.

    Tot slot kan de minister of DVZ je verblijfsrecht retroactief intrekken als je fraude pleegde die bijgedragen heeft tot de erkenning van je verblijfsrecht. Ook dan krijg je een BGV.

    Je kan tegen deze beslissing een automatisch schorsend beroep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen

    Voordat de minister of DVZ je duurzaam verblijfsrecht beëindigt of intrekt zal hij je schriftelijk vragen om eventuele relevante informatie, die het nemen van de beslissing kan verhinderen of beïnvloeden, over te maken. Op de hoorplicht bestaan wel een aantal wettelijke uitzonderingen.

    Ook moet de minister of DVZ altijd rekening houden met de volgende elementen:

    • de duur van je verblijf in België
    • je leeftijd
    • je gezondheidstoestand
    • je gezins- en economische situatie
    • je sociale en culturele integratie in België
    • je banden met het herkomstland

    In principe krijg je 15 dagen de tijd vanaf de ontvangst van de brief van de minister of DVZ om relevante informatie schriftelijk over te maken.