Procedure gezinshereniging derdelander met Unieburger in het buitenland

Procedure gezinshereniging derdelander met Unieburger in het buitenland

Je vraagt een specifiek C-visum aan bij de Belgische ambassade. Pas na aankomst in België kan je een procedure gezinshereniging opstarten bij de gemeente. Omdat de voorwaarden gezinshereniging al onderzocht zijn bij de afgifte van het C-visum kan DVZ de gezinshereniging niet meer weigeren.

Sinds eind 2016 leveren diplomatieke posten geen D-visa gezinshereniging (lang verblijf) meer af aan familieleden van Unieburgers. Zij kunnen enkel nog met een visum C (kort verblijf) naar België reizen, ook wanneer ze eigenlijk gezinshereniging beogen. De procedure gezinshereniging kunnen ze pas nadien opstarten, na aankomst in België. Dit beleid heeft een aantal belangrijke nadelen en leidt onder meer tot een zwaardere administratieve procedure voor het familielid van een Unieburger. Lees meer hierover in ons nieuwsbericht.

Als je visumplichtig bent vraag je een visum C aan als 'familielid van een Unieburger'. Daartoe leg je volgende documenten voor:

  • een geldig paspoort 
  • bewijzen van je familieband
  • eventuele bewijzen van je afhankelijkheid > (klein)kinderen vanaf 21 jaar en (groot)ouders van de Unieburger of zijn echtgenoot of partner; 'ander familielid' ten laste of deel van het gezin van de Unieburger en 'ander familielid' met ernstige gezondheidsredenen dat een persoonlijke verzorging door de Unieburger nodig heeft
  • eventueel bewijs van je duurzaam partnerschap > 'ander familielid' - duurzame partner van de Unieburger

Wil je meer weten over 'andere familieleden' van Unieburgers? En welke bewijzen ze precies moeten voorleggen?

Je bent een ‘ander familielid’ in één van de volgende vier situaties:

  1. Je hebt een deugdelijk bewezen duurzame relatie met de Unieburger en komt niet in aanmerking voor gezinshereniging als ‘wettelijk geregistreerde partner’ (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden). Je moet bewijzen dat je een relatie hebt en dat de relatie een duurzaam karakter heeft:
    • Je mag het duurzaam karakter van de relatie bewijzen met elk bewijsmiddel. 
    • DVZ moet in het bijzonder rekening houden met de intensiteit, duur en stabiele aard van de banden tussen de partners. In de praktijk hanteert DVZ voor de beoordeling van het duurzame en stabiele karakter van de relatie, quasi dezelfde criteria als voor wettelijk geregistreerde partners. D.w.z. het bewijs dat je:
      • gedurende minstens 1 jaar, voorafgaand aan de aanvraag, onafgebroken in België of een ander land samenwoonde, of
      • elkaar ten minste 2 jaar kent en bewijst dat je regelmatig, telefonisch, via briefwisseling of elektronische berichten met elkaar contact onderhield. Binnen die 2 jaar moet je mekaar minstens driemaal ontmoet hebben en die ontmoetingen moeten in totaal 45 of meer dagen betreffen, of
      • een gemeenschappelijk kind hebt.
      • > Deze (rigide) praktijk is betwistbaar omdat zowel de Uniewetgever als de Belgische wetgever bepalen dat het duurzaam karakter van de relatie met elk bewijsmiddel bewezen mag worden.
  2. Je bent in het herkomstland ten laste van de Unieburger. Het gaat om een financiële afhankelijkheid. Bovendien kom je niet aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden): 
    • Het bewijs dat je een familielid bent van de Unieburger (bijvoorbeeld een geboorteakte). 
    • Het bewijs van ten laste zijn moet in principe afgegeven worden door de bevoegde overheden van het land van herkomst. Als die overheden geen bewijs afgeven, kan je het bewijs met elk passend middel leveren. 
      • De voorwaarde dat je ‘ten laste’ bent van de Unieburger moet volgens de memorie van toelichting bij de Verblijfswet, geïnterpreteerd worden conform de rechtspraak van het Hof van Justitie. Dat betekent dat je in de periode vóór je aanvraag voor gezinshereniging, afhankelijk was van de financiële of materiële bijstand van de persoon die je komt vervoegen. Dit om minimaal te kunnen overleven in je herkomstland of gewoonlijke verblijfplaats. Lees hier wanneer je 'ten laste' bent.
  3. Je was in het herkomstland deel van het gezin van de Unieburger. Er moet sprake zijn van een een nauwe, duurzame en persoonlijke band ('emotionele afhankelijkheid'). Bovendien kom je niet aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden): 
    • Het bewijs dat je een familielid bent van de Unieburger (bijvoorbeeld een geboorteakte). 
    • Het bewijs deel uit te maken van het gezin moet in principe afgegeven worden door de bevoegde overheden van het land van herkomst. Als die overheden geen bewijs afgeven, kan je het bewijs met elk passend middel leveren. 
    • Om te bepalen of er sprake is van een nauwe, duurzame en persoonlijke band moet men, volgens het HvJ, rekening houden met de volgende criteria:
      • de graad van verwantschap (tussen de Unieburger en het ander familielid);
      • de hechtheid van de familieband, de reciprociteit en de intensiteit van de band. De band moet van die aard zijn dat, mocht het ander familielid in België niet kunnen inwonen bij de Unieburger, minstens één van beiden daaronder zou lijden;
      • de duur van het samenleven;
      • om 'deel uit te maken van het gezin van de Unieburger in het herkomstland' is het niet nodig dat de Unieburger aan het hoofd van het huishouden staat/stond.
  4. Je hebt vanwege ernstige gezondheidsredenen een persoonlijke verzorging door de Unieburger strikt nodig. Het gaat om een lichamelijke afhankelijkheid. Bovendien kom je niet aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden):
    • Het bewijs dat je een familielid bent van de Unieburger (bijvoorbeeld een geboorteakte)
    • Zowel de ernstige gezondheidsredenen, als de noodzaak van verzorging door de Unieburger, moet bewezen worden. De Verblijfswet preciseert niet hoe je dat moet bewijzen. 

De Belgische post, DVZ of de externe dienstverlener mag geen andere documenten vragen zoals een bewijs van huisvesting, een bewijs van voldoende bestaansmiddelen, een uitnodiging of een retourticket (dat wel gevraagd wordt bij de aanvraag van een gewoon Schengenvisum type C). Om die reden moet je als familielid van een Unieburger bepaalde vakken op het visumaanvraagformulier niet invullen. Bijvoorbeeld vragen over je huidig beroep en werkgever; over je verblijfplaats in België; over de persoon die je uitnodigt, enzovoort.

Let op! Als je niet bewijst dat je een familielid bent van een Unieburger (door bovenstaande documenten voor te leggen) zal de diplomatieke post je beschouwen als een gewone derdelander en zal het de regels voor een gewoon Schengenvisum type C toepassen.

Je vraagt je visum aan bij de bevoegde Belgische diplomatieke post. De meeste posten werken samen met een externe dienstverlener, een zogenaamd 'visa application center' (VAC), dat de visumaanvraag voor de post in ontvangst neemt. Als familielid van een Unieburger heb je het recht om je rechtstreeks tot de Belgische post te wenden en daar je aanvraag in te dienen. 

Als de Belgische post werkt met een afsprakensysteem, moet het afzonderlijke telefoonlijnen voorzien voor familieleden van Unieburgers tegen het gewone lokale tarief. De beschikbaarheid van die lijnen moet overeenstemmen met de beschikbaarheid van de lijnen voor andere categorieën van aanvragers tegen verhoogd tarief. Ook moeten afspraken onmiddellijk vastgelegd worden.

In principe moet het familielid de visumaanvraag persoonlijk indienen bij de bevoegde Belgische post. Wanneer het onmogelijk of buitengewoon moeilijk is om zich te verplaatsen naar de post om de aanvraag persoonlijk in te dienen, kan de aanvraag uitzonderlijk via communicatie op afstand gebeuren. Hiervoor moet je eerst de toestemming krijgen van de bevoegde Belgische post: het gezinslid moet een e-mail sturen waarin het motiveert waarom het onmogelijk of buitengewoon moeilijk is om zich te verplaatsen naar de bevoegde post om de aanvraag persoonlijk in te dienen. Het is de post die beslist of de indiening op afstand mogelijk is. Als de post de indiening op afstand aanvaardt, stuurt het de aanvrager een visumaanvraagformulier en instructies voor het betalen van de visumleges. Het familielid kan dan zijn visumaanvraag per email sturen naar de bevoegde post. Als de post de indiening op afstand weigert, zal het de aanvrager hiervan per email op de hoogte brengen. Het familielid moet dan de normale procedure volgen en zich persoonlijk aanbieden bij de bevoegde post. Tegen de weigering van de post om de aanvraag op afstand in te dienen kan je een beroep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen

Het C-visum moet kosteloos verstrekt worden binnen een termijn van 15 dagen, te rekenen vanaf de dag waarop je bewijst dat richtlijn 2004/38/EG op jou van toepassing is. Enkel in uitzonderlijke gevallen, en mét een behoorlijke motivatie, kan deze termijn verlengd worden. Volgens de Europese Commissie moet de lidstaat het visum ten laatste binnen vier weken na de aanvraag afgeven. 

Geen van deze termijnen zijn juridisch afdwingbaar. In de praktijk moet je vaak enkele weken tot maanden wachten op de afgifte van je visum.

DVZ kan je C-visum of binnenkomst alleen weigeren in één van de volgende gevallen: 

  1. Je hebt niet bewezen dat je een familielid bent van een Unieburger en dat je geniet van het vrij personenverkeer.
  2. DVZ kan je binnenkomst weigeren als je fraude pleegde die bijdroeg aan het bekomen van je visum.
  3. Je vormt een gevaar voor de openbare orde of nationale veiligheid. De beslissing moet uitsluitend gebaseerd zijn op je persoonlijk gedrag. Een strafrechtelijke veroordeling is niet voldoende. Je gedrag moet een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormen voor een fundamenteel belang van de samenleving. Een weigering tot afgifte van het visum om de enkele reden dat je in het Schengen Informatie Systeem (SIS) gesignaleerd staat, is onvoldoende.
  4. Je vormt een gevaar voor de volksgezondheid. Enkel als je lijdt aan een ziekte die vermeld wordt in de lijst bij de Verblijfswet, kan je binnenkomst en kort verblijf geweigerd of beëindigd worden. Het gaat om potentieel epidemische ziekten zoals gedefinieerd door de Wereldgezondheidsorganisatie of andere infectieziekten of besmettelijke parasitaire ziekten. Je vindt de lijst met gevaarlijke ziekten terug in het vak 'extra info'. Bij ernstige aanwijzingen kan DVZ je binnen de drie maanden na je datum van binnenkomst onderwerpen aan een kosteloos medisch onderzoek om aan te tonen dat je (niet) lijdt aan een van die ziekten. DVZ mag deze medische onderzoeken niet systematisch opleggen.

Voordat DVZ je visum of binnenkomst weigert in hypotheses 2, 3 of 4 moet het rekening houden met de volgende elementen:

  • de duur van je verblijf in België. Dit kan ook een vroeger verblijf zijn.
  • je leeftijd
  • je gezondheidstoestand
  • je gezins- en economische situatie
  • je sociale en culturele integratie in België
  • je banden met het herkomstland

Tegen een visumweigering of weigering van binnenkomst kan je een annulatieberoep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. 

De Belgische post kan het C-visum ambtshalve afgeven, zonder tussenkomst van DVZ. Alleen als de post het visum wil weigeren of bij twijfel zal het de visumaanvraag doorsturen naar DVZ, die een beslissing zal nemen. Sommige posten maken alle visumaanvragen over aan de DVZ en leveren zelf, ambtshalve, geen visa af.

Ben je niet visumplichtig? Dan kan je gewoon naar België reizen en je aanmelden bij de Belgische gemeente voor een kort verblijf of een procedure gezinshereniging.

Ten laatste binnen drie maanden na je aankomst in België moet je een ‘verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie’ aanvragen bij de gemeente van de gezinshereniger. Je doet dat met een bijlage 19ter (een ‘aanvraag voor een verblijfskaart van een familielid van een burger van de Europese Unie’). Als je geen verblijfskaart aanvraagt binnen drie maanden na je binnenkomst kan DVZ je een administratieve geldboete opleggen van 200 euro. De procedure verloopt verder zoals de procedure gezinshereniging in België. DVZ kan je aanvraag niet meer weigeren omdat de voorwaarden gezinshereniging al inhoudelijk beoordeeld werden bij de afgifte van het C-visum.