Veelgestelde vragen over echtscheiding

Veelgestelde vragen over echtscheiding

Om in België te kunnen scheiden, is het niet van belang waar het huwelijk plaatsvond. Het is je gewone verblijfplaats of die van je echtgenoot die er toe doet. Je kan bij de Belgische rechter een echtscheiding vragen in de volgende gevallen (Artikel 3 Brussel IIter Verordening en artikelen 5 en 42 Wetboek IPR):

 

  • Je echtgenoot heeft zijn gewone verblijfplaats in België.

  • Jullie hebben allebei jullie gewone verblijfplaats in België.

  • Jullie laatste gewone verblijfplaats was in België en één van jullie verblijft hier nog.

  • Je hebt al meer dan 1 jaar je gewone verblijfplaats in België of al meer dan 6 maanden als je ook de Belgische nationaliteit hebt.

  • Jullie zijn beiden Belg.
  • Eén van jullie beiden heeft zijn gewone verblijfplaats in België en jullie vragen samen een echtscheiding.

De regels hierboven gelden ook in de andere landen van de Europese Unie, uitgezonderd Denemarken. Als er op grond van bovenstaande regels geen echtscheiding mogelijk is in een EU-lidstaat en je echtgenoot geen gewone verblijfplaats heeft in, noch de nationaliteit heeft van een EU-lidstaat, dan kan je toch scheiden in België in de volgende gevallen:

  • Je echtgenoot heeft zijn woonplaats in België.
  • Jullie laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats was in België en jullie wonen allebei sinds minder dan 12 maanden in het buitenland.
  • De reden van je echtscheiding houdt verband met België en een procedure in het buitenland blijkt onmogelijk of het zou onredelijk zijn te eisen dat de vordering in het buitenland wordt ingesteld (eerder uitzonderlijk).

Voorbeeld: 2 getrouwde Ghanezen die samenwoonden in België, maar allebei zijn teruggekeerd naar Ghana, kunnen in België uit de echt scheiden als de verhuis naar Ghana minder dan 12 maanden geleden plaatsvond. Het feit dat de Belgische rechter bevoegd is, belet niet dat je in het buitenland uit de echt kan scheiden. Zelfs als je in België woont, ben je dus niet verplicht om in België te scheiden.

Of je al dan niet legaal verblijft in België verandert niets aan de mogelijkheid om hier te scheiden. De Belgische rechter zal voornamelijk letten op de gewone verblijfplaats van de echtgenoten (zie de vraag hierboven). 

Ik heb de Belgische nationaliteit. Mijn echtgenoot heeft een andere nationaliteit. We willen scheiden in België. Zal de rechter het Belgische echtscheidingsrecht toepassen?

Als het vaststaat dat een echtscheiding mogelijk is bij de Belgische rechter (zie het antwoord op vraag 1), moet de rechter eerst bepalen welk echtscheidingsrecht van toepassing is. De Belgische rechter past niet automatisch het Belgische recht toe.

De rechter gaat eerst na of jullie een overeenkomst hebben afgesloten om het toepasselijk recht te bepalen. De keuze die je in zo'n overeenkomst kan maken, is beperkt tot:

  • het recht van de staat waar jullie bij het sluiten van de overeenkomst jullie gewone verblijfplaats hebben
  • het recht van de staat waar jullie laatstelijk jullie gewone verblijfplaats hadden, op voorwaarde dat een van jullie daar nog verblijft
  • het recht van de staat waarvan jullie beiden de nationaliteit hebben
  • het Belgisch recht

Als jullie zo'n overeenkomst afsloten, dan houdt de rechter daar rekening mee. Is dat niet het geval, dan zal de rechter nagaan of jullie een gemeenschappelijke gewone verblijfplaats hebben. Als jullie bijvoorbeeld beiden de Australische nationaliteit hebben, maar in België wonen, dan zal de rechter het Belgische recht toepassen.

Als jij en je echtgenoot op het moment van de echtscheiding niet in hetzelfde land wonen, dan past de rechter het recht toe van het land waar jij en je echtgenoot voor het laatst een gemeenschappelijke gewone verblijfplaats hadden op voorwaarde dat dat minder dan 1 jaar geleden was en één van jullie daar nog woont.

Voorbeeld: 2 Nederlandse echtgenoten woonden samen in Noorwegen, maar één van hen is naar België verhuisd terwijl de andere in Noorwegen is blijven wonen. Wanneer die echtgenoot minstens 12 maanden in België verblijft, kan hij of zij hier een echtscheidingsprocedure starten. In dat geval zal de Belgische rechter het Noorse recht moeten toepassen omdat dat het recht is van het land waar de laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats van de echtgenoten was en één van hen daar nog woont.

Als jullie op het moment van de echtscheiding niet meer in hetzelfde land wonen en geen van jullie beide nog woont in het land waar de laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats was, dan moet de rechter het recht van de gemeenschappelijke nationaliteit toepassen.

Voorbeeld (vervolg): Stel dat in het vorige geval de ene echtgenoot naar België verhuisde en de andere echtgenoot terug in Nederland ging wonen, dan kan de rechter niet langer het Noorse recht toepassen, want geen van beide echtgenoten woont daar nog. Dan zal de Belgische rechter dus het Nederlandse recht moeten toepassen, aangezien dat het recht is van de gemeenschappelijke nationaliteit van beide echtgenoten.

Tot slot, als jij en je echtgenoot ook geen gemeenschappelijke nationaliteit hebben, dan moet de Belgische rechter het Belgische recht toepassen. 

Voorbeeld (vervolg): Stel dat het in het vorige geval niet gaat om twee Nederlandse echtgenoten maar om een Zweedse en een Nederlander. De Nederlander is naar België verhuisd en heeft na 1 jaar hier een echtscheidingsprocedure gestart, terwijl de Zweedse echtgenote terug naar Zweden is verhuisd. Het Noorse recht kan niet worden toegepast, omdat geen van de echtgenoten daar nog woont. De echtgenoten hebben geen gemeenschappelijke nationaliteit dus ook dat recht kan niet worden toegepast. In dat geval past de rechter dus het Belgisch recht toe.

Zie artikelen 5 en 8 van de Rome III verordening.

Voor een echtscheiding met onderlinge toestemming heb je volgende documenten nodig:

  • een uittreksel van de huwelijksakte
  • een bewijs van nationaliteit van de echtgenoten
  • uittreksels van de geboorteakten van de echtgenoten en van de kinderen
  • de overeenkomst die de echtgenoten hebben gesloten met betrekking tot hun rechten en plichten

Voor een echtscheiding wegens onherstelbare ontwrichting heb je volgende documenten nodig:

  • een bewijs van identiteit, nationaliteit en inschrijving in het bevolkingsregister, vreemdelingenregister of wachtregister voor elk van de echtgenoten
  • de geboorteakten van de kinderen
  • een afschrift van de huwelijksakte en van het laatste huwelijkscontract
  • een bewijs van de huidige verblijfplaats indien verschillend van het rijksregister of een bewijs van je gewone verblijfplaats in België sinds meer dan drie maanden.

Zie artikelen 1288bis en 1254 van het Gerechtelijk Wetboek.

Soms horen echtgenoten die in België wonen of die de Belgische nationaliteit hebben dat ze niet in het buitenland mogen scheiden. Er wordt gezegd dat de Belgische rechter de enige bevoegde rechter is. Dat is fout. Het feit dat je in België kan scheiden, betekent niet dat een echtscheiding in het buitenland onmogelijk is. Om te weten of je in het buitenland kan scheiden moet je de regels van het land waar je wil scheiden, onderzoeken.

Als je daarna ook je echtscheiding in België wil laten registreren, dan moet die aan een aantal voorwaarden voldoen om in België erkend te worden.

Dat de Belgische rechter bevoegd is, betekent niet dat hij alleen bevoegd is en dat je niet in het buitenland mag scheiden. De bevoegdheid van de Belgische rechter sluit de bevoegdheid van de buitenlandse rechter niet uit.

Bijvoorbeeld: Een Turks-Belgisch koppel dat in België woont kan hier in België scheiden (zie vraag 1). Maar dat is geen verplichting. Als dat koppel in Turkije gescheiden is, is dat op zich geen reden voor de gemeente om te weigeren de Turkse echtscheiding te erkennen.

In België worden bepaalde vormen van Marokkaanse huwelijksontbinding niet erkend. Dat is zo als minstens één van de echtgenoten op het moment van de verstoting de Belgische nationaliteit had of in België woonde. Wanneer jij of je echtgenoot op het moment van de echtscheiding in België woont of de Belgische nationaliteit hebt en in Marokko wil scheiden, kies je best een echtscheiding die in België erkend kan worden. Dat zijn de chiqaq en de echtscheiding door onderlinge toestemming. Die bestaan in Marokko sinds de nieuwe Moudawwana in 2004 werd aangenomen. De chiqaq of de echtscheiding wegens duurzame  ontwrichting is één van de meest fundamentele vernieuwingen in het Marokkaanse echtscheidingsrecht. De procedure kan zowel door de echtgenoot als door de echtgenote worden ingesteld. Er wordt een verzoeningspoging ondernomen en als dat niet lukt, kan de rechter niet anders dan de ontwrichting vaststellen en de echtscheiding uitspreken. Dat soort Marokkaanse echtscheidingen zal normaal gezien zonder veel problemen in België erkend worden, op voorwaarde dat de algemene voorwaarden vervuld zijn. De bijzondere voorwaarden, namelijk dat geen van de echtgenoten Belg mag zijn of in België mag wonen, gelden niet voor deze vorm van echtscheiding.

De echtscheiding door onderlinge toestemming (artikel 114 e.v. van de Moudawwana)

De echtscheiding met onderlinge toestemming voorziet dat de echtgenoten akkoord kunnen gaan om het huwelijk te beëindigen, met of zonder voorwaarden. Bij het bereiken van een overeenstemming dient één of dienen beide partijen een verzoek tot echtscheiding in bij de rechtbank. De rechtbank probeert vervolgens de echtgenoten te verzoenen en als de verzoening onmogelijk blijkt, verleent de rechtbank toelating tot echtscheiding. In de praktijk is het vaak moeilijk om te bepalen of het gaat om een echtscheiding door onderlinge toestemming of met een khol. Daarom kan ook deze echtscheiding door onderlinge toestemming in de praktijk leiden tot problemen bij de erkenning in België.

De khol (artikel 115 van de Moudawwana)

De khol is een andere vorm van verstoting. Het is niet helemaal duidelijk of de khol in België erkend kan worden in het geval jij of je echtgenoot de Belgische nationaliteit heeft en in België woont op het moment van de verstoting. Daarom is dit wellicht niet de beste vorm van echtscheiding als je zeker wil zijn van het feit dat de echtscheiding later in België erkend zal worden.

De talaq (artikel 78 e.v. van de Moudawwana)

De talaq is de verstoting door de eenzijdige wil van de man. In Marokko is dat voortaan enkel mogelijk met een voorafgaande toestemming van de rechter (artikel 78 en volgende Moudawwana – in de officiële Franse vertaling ‘divorce sous controle judiciaire’). De rechter verleent pas toestemming nadat de echtgenote is opgeroepen en nadat de rechter een poging heeft gedaan om de echtgenoten te verzoenen. De echtgenoot is voortaan ook onderhoudsplichtig ten aanzien van zijn echtgenote en kinderen. De rechter bepaalt het bedrag dat door de echtgenoot moet worden gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank. Pas na het deponeren van dat bedrag geeft de rechtbank toestemming tot het opmaken van de verstotingsakte door de adouls, die dan vervolgens door de rechter wordt gehomologeerd. De verstoting wordt niet erkend in België als jij of je echtgenoot de Belgische nationaliteit heeft of in België woont op het moment van de verstoting.

 

Onderstaande regels gelden enkel voor echtscheidingen na 1 oktober 2004.

De khol betekent dat de man zijn echtgenote verstoot op vraag van de vrouw. De vrouw moet daarvoor wel een compensatie betalen aan de man (Artikel 115 van de Moudawwana). 

Voor de erkenning van een verstoting gelden naast de algemene voorwaarden nog 4 bijkomende, cumulatieve voorwaarden:

  • de verstoting is door de rechter gehomologeerd
  • jullie hebben geen van beide op het moment van de verstoting de nationaliteit van een land waar zo'n verstoting niet mogelijk is
  • jullie wonen geen van beide op het moment van de verstoting in een land waar de verstoting niet mogelijk is
  • de echtgenote heeft ondubbelzinnig met de verstoting ingestemd

Dat betekent dus dat een verstoting door een Belgische man of van een Belgische vrouw, zelfs indien die daarnaast een andere nationaliteit heeft, niet kan worden erkend in België. Ook wanneer beide echtgenoten de Marokkaanse nationaliteit hebben maar minstens één van hen op het ogenblik van de verstoting in België woonde, is de erkenning van de verstoting niet mogelijk.

Er bestaat discussie over de vraag of de extra voorwaarden van toepassing zijn op de khol-verstoting. De houding kan verschillen van gemeente tot gemeente en zelfs rechters kunnen daarover van mening verschillen.

Zeker is wel dat bovenstaande voorwaarden van toepassing zijn op de talaq. Dat is een verstoting waarbij de man op eigen initiatief de vrouw verstoot, zonder dat de vrouw een compensatie dient te geven.

Zie artikelen 25 en 57 van het Wetboek IPR.

De regels van het Wetboek IPR gelden alleen voor echtscheidingen na 1 oktober 2004.

De Belgische overheid moet je buitenlandse echtscheiding erkennen als je wil dat de scheiding ook in België geldig is. Daarbij worden verschillende voorwaarden gecontroleerd. De ambtenaar gaat onder andere na of er geen schending is van de openbare orde en of er geen wetsontduiking is. Ook moet de Belgische overheid controleren of de rechten van verdediging tijdens de echtscheidingsprocedure in het buitenland zijn nageleefd en of de beslissing definitief is geworden. Dat laatste wordt ook wel ‘kracht van gewijsde krijgen’ genoemd en betekent dat er geen hoger beroep meer mogelijk is tegen de echtscheidingsbeslissing. Als je buitenlandse echtscheiding strijdig is met een echtscheiding die door een andere rechter is uitgesproken, kan de echtscheiding ook niet erkend worden. Hetzelfde gebeurt wanneer er op het ogenblik dat de echtscheiding in het buitenland gevraagd werd, al een echtscheidingsprocedure in België begonnen was tussen dezelfde personen en de procedure nog lopende is. Het feit dat de echtscheiding ook in België had kunnen plaatsvinden (volgens de regels besproken onder vraag 1) is geen reden voor de weigering van een buitenlandse echtscheiding. Tot slot bestaan er ook afzonderlijke voorwaarden voor buitenlandse verstotingen.

Als minstens één van de voorwaarden voor erkenning niet vervuld is, wordt de buitenlandse echtscheiding niet erkend. Als je vindt dat de beslissing van de gemeente onterecht is, dan kan je een erkenning vragen bij de rechter. De rechter oordeelt dan zelf of de voorwaarden voor de erkenning voldaan zijn. Als hij oordeelt dat dat zo is, zal ook de gemeente de echtscheiding moeten aanvaarden.

Voor een erkenning door de rechter moet je de procedure volgen die voorzien is in artikel 23 van het Wetboek IPR: de vordering moet worden ingesteld bij eenzijdig verzoekschrift (artikelen 1025-1034 Gerechtelijk Wetboek). Dat wil zeggen dat het geen procedure is ‘tegen’ de ambtenaar, dus je moet de ambtenaar niet dagvaarden. Wel volg je een procedure waarbij je de erkenning van het vonnis vraagt aan de rechter.

Zie artikelen 22-25 en 30 van het Wetboek IPR.

Ik heb een uitspraak van de rechter in Turkije die bepaalt dat mijn ex-man elke maand een vastgesteld bedrag moet betalen als onderhoudsgeld voor onze gemeenschappelijke kinderen. Wij wonen beiden in België, maar hij betaalt niet. Wat kan ik doen? 

De vraag is of een buitenlandse beslissing over onderhoudsgeld ook in België kan worden afgedwongen. In dat geval moet de Belgische rechter tussenkomen om maatregelen, zoals beslag op het eigendom of loon van je ex-echtgenoot, te kunnen nemen. De procedure waarbij jij aan de Belgische rechter de tenuitvoerlegging vraagt, noemt de 'exequaturprocedure'.

De procedure die je moet volgen is dezelfde als die voor de rechterlijke erkenning en ook de voorwaarden die de rechter moet controleren zijn dezelfde als de voorwaarden die gelden voor de erkenning van buitenlandse vonnissen.

Zie artikelen 22-25 van het Wetboek IPR.

Ik heb een Belgische echtscheidingsvonnis. Is dat ook geldig in het buitenland? Of moet ik opnieuw scheiden in mijn land van herkomst? 

Net zoals het Belgisch recht een aantal voorwaarden opstelt voor de erkenning van buitenlandse echtscheidingen, hebben ook andere landen regels voor de erkenning van een Belgische echtscheiding. In bepaalde landen kan de erkenning gewoon gebeuren door de gemeentelijke ambtenaar, zoals in België. In andere landen, zoals bijvoorbeeld Marokko en Turkije, moet de erkenning altijd aan de rechter gevraagd worden. De procedure die je moet voeren om een rechterlijke erkenning te krijgen, noemt de 'exequaturprocedure'. Dat betekent dat het Belgische vonnis door de rechter ter plaatse wordt onderzocht, zonder dat het om een nieuwe echtscheiding gaat.

Ik ben met mijn echtgenoot en 3 kinderen naar het buitenland verhuisd. Onlangs zijn wij gescheiden en nu wil ik met de kinderen terug in België komen wonen. Kan dat? 

Als je de kinderen meeneemt naar een ander land of met de kinderen terug naar België verhuist, moet je altijd opletten dat dat niet wordt aanzien als een internationale kinderontvoering. Er is sprake van internationale kinderontvoering als de kinderen naar het buitenland worden gebracht zonder toestemming van de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen.

Je moet je dus eerst afvragen wie het ouderlijk gezag uitoefent. Dat wordt bepaald door het land waar de kinderen hun gewone verblijfplaats hebben. Dat kan geregeld zijn door de rechter, door een administratieve overheid of door een wettelijk erkende overeenkomst tussen de partijen. Zolang niets officieel geregeld is, hebben in veel landen beide ouders het gedeelde ouderlijke gezag. In sommige landen heeft enkel de vader het ouderlijke gezag.

Er is ook sprake van een kinderontvoering als iemand weigert de kinderen terug te laten gaan na een vakantie tegen bepaalde afspraken in.

Voorbeeld van kinderontvoering: een vader die in Duitsland woont, laat de kinderen voor een vakantie naar de moeder in België komen. De moeder houdt ze hier na de vakantie in plaats van ze volgens de afspraak te laten terugreizen.

Veelgestelde vragen over de erkenning van buitenlandse echtscheidingen en verstotingen

Ja. Dat onderscheid is bepalend om te weten welke regels van het Wetboek IPR we moeten toepassen.

Buitenlandse echtscheidingen kunnen in België zonder gerechtelijke procedure erkend worden, tenzij er een weigeringsgrond is op basis van artikel 25 Wetboek IPR. Bij verstotingen gelden naast de weigeringsgronden van artikel 25 Wetboek IPR, ook de strenge criteria van artikel 57 Wetboek IPR.  

Het Wetboek IPR voerde in artikel 57 strenge criteria in voor de erkenning van verstotingen. Het beginsel is de niet-erkenning, met daarop enkele uitzonderingen.

Het Wetboek IPR trad in werking op 1 oktober 2004. De nieuwe regels van internationaal privaatrecht, dus ook artikel 57, zijn van toepassing op verstotingen van na 1 oktober 2004. Verstotingen van voor 1 oktober 2004 vallen dus nog onder de “oude” regels. En deze “oude” regels waren minder streng dan het nieuwe artikel 57 Wetboek IPR. 

Voor verstotingen van vóór 1 oktober 2004 gelden de criteria van het oude artikel 570 Gerechtelijk Wetboek: geen strijdigheid met de internationale openbare orde, respect voor de rechten van verdediging, oorspronkelijke rechter niet enkel wegens nationaliteit van de eiser bevoegd, beslissing in kracht van gewijsde en uitgifte ervan authentiek.

In een aantal gevallen is het mogelijk dat er enerzijds een verstotingsakte is en anderzijds een document waaruit blijkt dat de vrouw instemt met de verstoting. Dat was zeker zo bij verstotingen van voor de inwerkingtreding van het Wetboek IPR, waarvoor in het kader van de controle op het respect voor de rechten van verdediging van de vrouw vaak de uitdrukkelijke instemming van de vrouw werd gevraagd.

Stel: de verstoting zelf dateert van begin 2004 en de instemming van de vrouw van begin 2005. Dan is de datum van de verstoting zelf bepalend en niet de datum van de instemming: in ons voorbeeld moet de verstoting dan ook worden getoetst aan de voorwaarden van artikel 570 Gerechtelijk Wetboek en niet aan die van artikel 57 Wetboek IPR.

Ja, de verstoting als recht van de man bestaat in het islamitische recht. We zagen in onze praktijk al verstotingen uit onder meer Algerije, India, Irak, Iran, Marokko, Pakistan, Saudi-Arabië, Somalië en de Verenigde Arabische Emiraten.

Dat is de verstoting door de eenzijdige wil van de man. In Marokko kan dat voortaan enkel met een voorafgaande rechterlijke toestemming (artikel 78 en verder Marokkaans Familiewetboek – in de officiële Franse vertaling “divorce sous controle judiciaire”). De rechter verleent pas toestemming nadat de echtgenote is opgeroepen en nadat de rechter een poging heeft gedaan om de echtgenoten te verzoenen. De echtgenoot is voortaan ook onderhoudsplichtig ten aanzien van zijn echtgenote en kinderen. De rechter bepaalt het bedrag dat door de echtgenoot moet worden gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank. Pas na het deponeren van dat bedrag geeft de rechtbank toestemming tot het opmaken van de verstotingsakte door de adouls die dan vervolgens door de rechter wordt gehomologeerd.
In het document dat u wordt voorgelegd, kunnen volgende elementen samen wijzen op een talaq:

  • "Acte de divorce révocable"
  • "Vu l'autorisation accordée par le Juge de Famille..."
  • "Attendu que monsieur... a soumis une demande tendant à répudier son épouse... par répudation révocable"
  • "L'époux a déclaré avoir déposé à la caisse de tribunal de... la somme de... et a déclaré qu'il a divorcé son épouse par un divorce révocable après consommation du mariage."

De meerderheid van de rechtsleer ziet de talaq als een verstoting in de zin van artikel 57 Wetboek IPR, zelfs al voorziet het Marokkaans Familiewetboek voortaan een rechterlijke tussenkomst. Deze wijze om het huwelijk te ontbinden blijft immers exclusief voorbehouden aan de man. 

Er is echter ook rechtspraak die een soepelere interpretatie hanteert en aanhaalt dat de vrouw in het Marokkaanse Familiewetboek ook de mogelijkheid heeft om op haar initiatief uit de echt te scheiden via de procedure omwille van duurzame ontwrichting. Als die echtscheidingsmogelijkheid als een evenwaardig tegengewicht voor het verstotingsrecht van de man kan worden beschouwd, komt volgens die rechtspraak een echte verstoting in de zin van artikel 57 niet meer voor in het hedendaagse Marokkaanse echtscheidingsrecht. 
Let wel: het gaat om talaq-verstotingen van na 1 oktober 2004.

Artikel 115 Marokkaans Familiewetboek voorziet dat bij een khol de man zijn echtgenote verstoot tegen een compensatie die de vrouw betaalt aan de man (= de verstoting tegen compensatie). Vaak komt die “compensatie” er voor de vrouw op neer dat zij afstand doet van al haar rechten. In de beslissingen lezen we op dit punt passages als:

  • “elle abandonne tous ses droits (…)”
  • “zij schortte alle sommen met betrekking tot de schuld van haar echtgenoot op in overweging van haar echtscheiding, hetwelk de echtgenoot aanvaardde”
  • “L’épouse a alors requis de prendre acte qu’elle se libère de la puissance maritale de son époux précité, en renonçant à tous ses droits (…) son don de consolation, ses pensions alimentaires, son loyer durant la période de retraite de continence et le reliquat de sa dot”
  • “qu’elle renonce à tous les droits découlant de la répudiation ci-dessous"

Als de echtgenoten het eens zijn over de verstoting zelf, maar niet over de compensatie, wordt de zaak voorgelegd aan de rechter. De rechter doet een poging om de echtgenoten te verzoenen. Als de man weigert om zijn echtgenote te verstoten, kan de vrouw beroep doen op de chiqaq-procedure. 

De vraag of artikel 57 Wetboek IPR ook de erkenning van de khol in de weg staat, blijft stof voor discussie. De Memorie van Toelichting (p. 88) bij het Wetboek IPR is duidelijk: zowel de eenzijdige verstoting (talaq) als de verstoting met compensatie (khol) vallen onder toepassing van artikel 57 Wetboek IPR. Dienst VIF stelt vast dat in de praktijk de meeste gemeenten de erkenning van de khol weigeren, vaak op advies van het parket.Toch bestaat er ook rechtspraak die de khol niet kwalificeert als een wilsverklaring van de man die het huwelijk ontbindt zonder dat de vrouw hetzelfde recht had, en die de khol dus niet onderwerpt aan de strenge criteria van artikel 57.

Sinds begin 2004 kent Marokko de echtscheiding door onderlinge toestemming. Artikel 114 van het Marokkaans Familiewetboek voorziet dat de echtgenoten akkoord kunnen gaan om het huwelijk te beëindigen, met of zonder voorwaarden. Bij het bereiken van een overeenstemming dient één of dienen beide partijen een verzoek tot echtscheiding in bij de rechtbank. De rechtbank probeert vervolgens de echtgenoten te verzoenen en als de verzoening onmogelijk blijkt, verleent de rechtbank toelating tot echtscheiding.

De echtscheiding door onderlinge toestemming (artikel 114 Marokkaans Familiewetboek) is niet hetzelfde als de khol (artikel 115 Marokkaans Familiewetboek). In de praktijk is het niet altijd eenvoudig om uit te maken of we te maken hebben met een echtscheiding door onderlinge toestemming (artikel 114), dan wel met een khol (artikel 115). Aan Dienst VIF worden Marokkaanse akten en beslissingen voorgelegd, onder verschillende benamingen, die meestal niet de rechtsgrond vermelden. Ook uit de titel kan je vaak niet afleiden om welke echtscheidingsvorm het gaat.

Veel van die akten of beslissingen beantwoorden aan een echtscheiding door onderlinge toestemming wat de inhoud betreft (de echtgenoten dienden samen het echtscheidingsverzoek in, er was een akkoord, al dan niet met specifieke voorwaarden). De procedure neemt echter vaak de vorm aan van een verstoting: rechterlijke machtiging tot echtscheiding, opmaak van de echtscheidingsakte door de adouls en vervolgens homologatie van die akte door de rechtbank. Het Marokkaans Familiewetboek laat toe dat de (verstotings)procedure wordt gebruikt in het kader van een echtscheiding door onderlinge toestemming. Artikel 114 van het Marokkaanse Familiewetboek is, wat het verloop van de procedure betreft, nogal bondig. In de Nederlandse vertaling lezen we dat de rechtbank “toestemming verleent voor de getuigenis tot de verstoting alsmede de vastlegging daarvan bij akte”. In de officiële Franse vertaling lezen we dat de rechtbank “autorise que soit pris acte du divorce et qu’il soit instrumenté”.

Ja. Dat onderscheid is bepalend om te weten welke regels uit het Wetboek IPR van toepassing zijn.
De echtscheiding door onderlinge toestemming kan als echtscheiding in België zonder procedure erkend worden, tenzij er een weigeringsgrond is op basis van artikel 25 Wetboek IPR.
De khol is een verstoting en daarvoor gelden meestal naast de weigeringsgronden van artikel 25 Wetboek IPR ook de strenge criteria van artikel 57 Wetboek IPR.  

Dienst VIF stelt vast dat bepaalde parketten en bepaalde steden en gemeenten de tussenkomst van adouls in de loop van de echtscheidingsprocedure als een determinerend criterium beschouwen om de erkenning te weigeren. Ze menen dat de tussenkomst van de adouls wijst op een verstoting. Het gevolg daarvan is dat bepaalde akten opgesteld door adouls niet worden erkend, terwijl de inhoud ervan duidelijk wijst op een echtscheiding door onderlinge toestemming. We willen wijzen op het grote belang van een geval-per-geval-analyse van de inhoud van de voorgelegde akte of beslissing. De procedure voor de echtscheiding door onderlinge toestemming (artikel 114 Marokkaans Familiewetboek) sluit de tussenkomst van adouls niet uit. En bovendien mag je je niet beperken tot een analyse van de gevolgde procedure bij de kwalificatie van een akte of beslissing. Bepaalde Marokkaanse rechtbanken maken het onderscheid tussen beide huwelijksontbindingen niet altijd even duidelijk. Uit de vele gesprekken die wij begin februari 2007 in Marokko hadden, bleek duidelijk dat het nieuwe Marokkaanse Familiewetboek nog niet overal op dezelfde wijze wordt toegepast. Essentieel lijkt ons dat wordt bekeken wat de intentie van de partijen was (onderling akkoord) en hoe die uit de akte of beslissing blijkt.

Vertalingen moeten met de nodige omzichtigheid worden gelezen. Het is niet omdat het document als titel vermeldt “echtscheiding/divorce”,  dat het zeker gaat om een echtscheiding. Een lezing van het document in zijn geheel kan duidelijk maken dat we te maken hebben met een verstoting.
Een deel van het probleem ligt in de vertalingen van het Marokkaans Familiewetboek zelf: de officiële Franse vertaling spreekt over “divorce par consentement mutuel” (artikel 114) en “divorce par khol/moyennant compensation” (artikel 115), daar waar de Nederlandse, weliswaar niet-officiële vertaling het heeft over “verstoting met overeenstemming” (artikel 114) en “verstoting tegen compensatie” (artikel 115). Het moet duidelijk zijn dat de term “verstoting” alleen niet bepalend is: met artikel 114 werd de echtscheiding door onderlinge toestemming in Marokko ingevoerd. Dat neemt niet weg dat het in de praktijk niet altijd even klaar is: wanneer in de vertaling de term “verstoting” wordt gebruikt en wanneer uit de tekst zelf van de Marokkaanse akte of beslissing niet eenduidig valt op te maken of het om een toepassing van artikel 114 dan wel van artikel 115 gaat, blijft verwarring mogelijk.

Ja. Artikel 114 van het Marokkaanse Familiewetboek voert de echtscheiding op basis van duurzame ontwrichting of "chiqaq" in. Die echtscheidingsvorm is één van de meest fundamentele vernieuwingen in het Marokkaanse echtscheidingsrecht. De procedure kan zowel door de echtgenoot als door de echtgenote worden ingesteld. Er wordt een verzoeningspoging ondernomen en als dat niet lukt, kan de rechter niet anders dan de ontwrichting vaststellen en de echtscheiding uitspreken.
Volgende passages in een Marokkaanse beslissing kunnen wijzen op een chiqaq:

  • “Attendu que la demanderesse requiert le divorce en raison de discorde…”
  • “Attendu que la discorde est confirmée en raison de leurs tempéraments et mentalités différents, (…) , la continuité de leur vie conjugale serait impossible…”