Preventieve controle op frauduleuze erkenningen

In het kort

De ambtenaar van de burgerlijke stand kan de opmaak van een erkenningsakte uitstellen voor bijkomend onderzoek als er een ernstig vermoeden van frauduleuze erkenning is. Stelt de ambtenaar vast dat het effectief om een frauduleuze erkenning gaat? Dan kan hij weigeren de erkenningsakte op te stellen. 

Uitstel van de opmaak van de erkenningsakte en bijkomend onderzoek

De ambtenaar van de burgerlijke stand kan het opstellen van een erkenningsakte met 2 maanden uitstellen als er een ernstig vermoeden van frauduleuze erkenning is. De termijn begint te lopen vanaf de aangifte van de erkenning. Tijdens de periode van uitstel kan de ambtenaar aan het parket vragen om advies of om bijkomend onderzoek te verrichten.

Het parket kan de termijn nog eens verlengen met 3 maanden. In dat geval brengt het parket de ambtenaar van de burgerlijke stand op de hoogte. De ambtenaar verwittigt vervolgens de betrokkenen. Dat gebeurt best met een aangetekend schrijven of door rechtstreekse overhandiging tegen ontvangstbewijs.

In totaal kan de overheid het opstellen van de erkenningsakte dus met maximum 5 maanden uitstellen. Als de ambtenaar van de burgerlijke stand binnen de termijn van 2 maanden, eventueel verlengd met 3 maanden, nog geen definitieve beslissing heeft genomen, moet hij de erkenningsakte onmiddellijk opmaken.

Weigering om de erkenningsakte op te stellen

Als de ambtenaar van de burgerlijke stand vaststelt dat het gaat om een frauduleuze erkenning, zal hij weigeren om de erkenningsakte op te stellen. In dat geval brengt de ambtenaar de gemotiveerde weigeringsbeslissing ter kennis van de betrokkenen met een aangetekend schrijven met ontvangstmelding of door rechtstreekse overhandiging tegen ontvangstbewijs. De kennisgeving moet vermelden dat de betrokkenen de mogelijkheid hebben om een onderzoek naar het vaderschap of meemoederschap  in te stellen bij de familierechtbank. Tegelijkertijd wordt een afschrift van de weigeringsbeslissing gestuurd naar het parket en naar Dienst Vreemdelingenzaken.

Tegen de weigeringsbeslissing kan je een beroep instellen bij de familierechtbank. Dat moet binnen een maand na de kennisgeving van de beslissing.