Met update over de verlenging van tijdelijke bescherming tot 4-3-2025. Consulteer dit bericht regelmatig.
Algemene voorwaarde
Om aan te kunnen sluiten als persoon ten laste mag je maximaal een inkomen hebben van 2.949,93 euro bruto (het bedrag wordt geïndexeerd) per kwartaal. Dat kan je bewijzen met loonfiches, een attest van het OCMW of een verklaring op eer. Deze voorwaarde geldt dus voor alle onderstaande categorieën.
Aansluiten als echtgenoot of echtgenote van een gerechtigde
Je kan aansluiten als echtgenoot of echtgenote ten laste van een gerechtigde als je voldoet aan al de volgende voorwaarden:
- Gehuwd zijn. Dat bewijs je met een huwelijksakte. Buitenlandse aktes laat je legaliseren of voorzien van een apostille. Je laat ze ook vertalen door een beëdigd vertaler.
- Samenwonen in België. De samenwoonst moet blijken uit het Rijksregister (artikel 124, § 3, eerste lid ZIV-besluit), of de registratie van de samenwoonst moet gevraagd zijn bij de gemeente (artikel 124, § 3, tweede lid ZIV-besluit). In een omzendbrief van het RIZIV van 19 januari 2016 wordt een niet-limitatieve lijst van documenten opgesomd die in bepaalde gevallen bewijzen dat de registratie van de samenwoonst gevraagd werd bij de gemeente. Het gaat onder meer om de bijlages 19, 19ter, 15, 15bis en een attest van immatriculatie.
Aansluiten als descendent van een gerechtigde
Als kind jonger dan 25 jaar kan je aansluiten als persoon ten laste van een gerechtigde.
De voorwaarden zijn:
- Een geboorte- of adoptieakte voorleggen. Er geldt een uitzondering voor pleegkinderen of stiefkinderen.
- In België wonen. Dat moet niet blijken uit een inschrijving in het Rijksregister.
Je hoeft als kind niet samen te wonen met de gerechtigde.
Wie moet als (klein)kind samenwoonst, verblijf of hoofdverblijf in België bewijzen?
Voor sommige kinderen gelden strengere voorwaarden. Zij moeten ook bewijzen dat de gerechtigde persoon die hen ten laste neemt, instaat voor hun onderhoud. Dit kan onder andere blijken uit de samenwoonst in België.
Welke bewijzen je moet voorleggen wordt bepaald door de persoon bij wie je als (klein)kind ten laste bent:
- Ben je ten laste van de echtgenoot, levenspartner of ascendent van je ouder (bv je grootouder)? Dan moet je samenwoonst bewijzen tussen jezelf als (klein)kind en de betrokken persoon. Dit kan blijken uit het Rijksregister. Als je niet bent ingeschreven in het Rijksregister kan je een ander bewijsmiddel gebruiken, op voorwaarde dat dit bewijsmiddel aanvaard wordt door de leidend ambtenaar van de Dienst voor administratieve controle van het RIZIV.
- Ben je ten laste van een persoon waarmee je geen band van (aan)verwantschap hebt, bijvoorbeeld als pleegkind? Dan moet je samenwoonst bewijzen. Je moet ook bewijzen dat je je hoofdverblijfplaats in België hebt. Dit bewijs volgt in principe uit het Rijksregister, maar als je niet ingeschreven bent in het Rijksregister, kan er ook hier gebruik worden gemaakt van een ander bewijsmiddel. Dit bewijs moet afgeleverd zijn door een Belgische overheid en erkend worden door de leidend ambtenaar van de Dienst voor administratieve controle van het RIZIV. Voorbeelden zijn: bewijs van kinderbijslag, een notariële akte, een akkoord neergelegd bij de rechtbank of een vonnis tot toewijzing.
- Als je samenwoonst moet bewijzen, dan moet het bewijs dat je voorlegt duidelijk maken dat je de bedoeling hebt om je te vestigen in België. Tijdelijk verblijvende kinderen, bv au pairs en kinderen die hun verlof doorbrengen in een Belgisch gezin kunnen niet ingeschreven worden ten laste van een gerechtigde in het gezin.
Aansluiten als samenwoner met de gerechtigde
Als je samenwoont met een gerechtigde, kan je je aansluiten als ‘persoon ten laste’ wanneer er nog geen:
- echtgenoot/echtgenote ten laste is
- gerechtigde echtgenoot/echtgenote is die met de gerechtigde samenwoont
- andere samenwoner ten laste is
De voorwaarde is:
- Samenwonen op hetzelfde adres in België. Dat moet blijken uit het Rijksregister (wachtregister, vreemdelingenregister of bevolkingsregister).
Dit kan je aantonen met een attest van gezinssamenstelling.
Aansluiten als ascendent van de gerechtigde
Als ouder, grootouder of overgrootouder van de gerechtigde kan je aansluiten als persoon ten laste. Hetzelfde geldt als je ouder, grootouder of overgrootouder bent van de echtgenoot of echtgenote van de gerechtigde. Of zelfs als je stiefvader of stiefmoeder bent.
De voorwaarde is:
- Samenwonen in België. Dat moet blijken uit het Rijksregister.
Dit kan je aantonen met een attest van gezinssamenstelling of met één van de volgende documenten:
- elektronische vreemdelingenkaart: A kaart, B kaart, C kaart, D kaart, E kaart, E+ kaart, EU kaart, EU+ kaart, F kaart, F+ kaart, H kaart
- attest van immatriculatie model A (oranje kaart)
- bijlage 8, bijlage 8bis, bijlage 8ter, bijlage 8quater, bijlage 19, bijlage 23, bijlage 25 en bijlage 26
- bijlage 15. Als vakjes 3, 5, 6 of 7 van de bijlage 15 zijn aangemerkt, geldt de bijlage niet als inschrijving in het Rijksregister.
- bijlage 14, bijlage 14ter, bijlage 20 en bijlage 21, zolang het bevel om het grondgebied te verlaten nog niet verstreken is of de beroepsprocedure bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen nog loopt.
- na positieve woonstcontrole op datum van de indiening van de bijlage: bijlage 8, bijlage 15bis, bijlage 19ter
- een niet-verstreken koninklijk besluit tot uitzetting
- een uittreksel uit het wachtregister