Onwettig verblijvende gezinnen met minderjarige kinderen hebben in geval van behoeftigheid recht op materiële hulp. In principe heeft alleen de minderjarige recht op materiële hulp maar in de praktijk worden de ouders samen met het kind opgevangen.

Voorwaarden

Onwettig verblijvende gezinnen met minderjarige kinderen hebben recht op opvang wanneer: 

  • er minstens een kind van het gezin jonger is dan 18 jaar,
  • het kind en zijn ouders / de personen die daadwerkelijk het ouderlijk gezag uitoefenen illegaal op het grondgebied verblijven,
  • de verwantschap of het ouderlijk gezag bestaat,
  • het kind behoeftig is en
  • de ouders / de personen die daadwerkelijk het ouderlijk gezag uitoefenen hun onderhoudsplicht niet nakomen of niet in staat zijn na te komen.

Illegaal verblijf kan onder andere aangetoond worden met een betekend bevel om het grondgebied te verlaten (BGV), een aankomstverklaring of melding van aanwezigheid, .... In de praktijk kan het voor EU-gezinnen moeilijk zijn om het bewijs van illegaal verblijf te leveren. Unieburgers zijn gedurende de eerste drie maanden van hun verblijf immers legaal in het land. Bij gebrek aan grenscontroles is het vaak moeilijk om aan te tonen dat een Unieburger al langer dan drie maanden, en dus illegaal, in het land verblijft.

Aanvraag via het OCMW

Om materiële hulp te bekomen moet een aanvraag voor maatschappelijke hulp worden ingediend bij het OCMW van de gewoonlijke verblijfplaats van de minderjarige.

De aanvraag kan door de minderjarige zelf of door minstens een van zijn ouders / personen die het ouderlijk gezag uitoefenen in naam van het kind worden ingediend.

De aanvraag is niet onderworpen aan vormvereisten. Ze kan schriftelijk of mondeling gebeuren.

Informatieplicht OCMW

Het OCMW informeert het gezin over de aard en de modaliteiten van de materiële hulp. Het OCMW deelt het gezin mee dat:

  • de hulpvraag enkel kan leiden tot een aanbod van materiële opvang in een open terugkeercentrum dat beheerd wordt door DVZ.
  • er een terugkeertraject moet worden gevolgd dat gericht is op vrijwillige terugkeer.
  • niet intekenen op vrijwillige terugkeer na afloop van de voorziene termijn kan leiden tot overplaatsing naar een terugkeerwoning van DVZ met het oog op een gedwongen terugkeer.

Telkens wanneer het OCMW in contact komt met een gezin dat mogelijk voor materiële opvang in aanmerking komt, informeert het op eigen initiatief het gezin over de mogelijkheid tot opvang.

Als bij een eventueel beroep tegen de weigering om materiële hulp toe te kennen wordt vastgesteld dat het OCMW haar informatieplicht niet is nagekomen, kan de arbeidsrechter het OCMW veroordelen tot steunverlening in afwachting van het vervullen van die plicht. 

Sociaal onderzoek

Het OCMW gaat tijdens een sociaal onderzoek na of alle wettelijke voorwaarden vervuld zijn om toegang te krijgen tot materiële opvang. 

Een gezin dat op het ogenblik van de aanvraag nog in de materiële opvang verblijft op basis van een verzoek tot internationale bescherming, komt in principe niet in aanmerking voor deze specifieke materiële opvang. Volgens Fedasil is het gezin op dat moment (nog) niet behoeftig. 

Als wordt vastgesteld dat aan de voorwaarden is voldaan, deelt het OCMW aan het gezin mee dat het materiële hulp kan genieten in een open terugkeercentrum.  

Als niet voldaan is aan de voorwaarden, wordt de aanvraag via een formele beslissing van de OCMW-raad geweigerd

Aanvraag en voorstel opvang

Als het gezin de opvang in een open terugkeercentrum aanvaardt, dient het OCMW een aanvraag tot opvang in bij de dienst Dispatching van Fedasil via een modelformulier.

Dispatching stuurt vervolgens een voorstel tot opvang en een uitnodiging voor het gezin om zich aan te bieden bij Dispatching naar het OCMW 

Het OCMW vraagt het gezin om het voorstel tot opvang schriftelijk te aanvaarden of te weigeren. Het gezin krijgt een kopie van dit document. Als het gezin het voorstel schriftelijk weigert, wordt dit als een weigering van de voorgestelde opvang beschouwd. Als het gezin later toch opvang wenst, moet het opnieuw een aanvraag tot materiële hulp indienen bij het OCMW van zijn verblijfplaats.  

OCMW-beslissing

Het OCMW neemt zo snel mogelijk en uiterlijk een maand na ontvangst van de hulpvraag een beslissing. De OCMW-beslissing vermeldt:

  • de wettelijke en reglementaire grond van de beslissing,
  • of er al dan niet voldaan is aan de voorwaarden voor materiële hulp en
  • het akkoord of de weigering van het voorstel tot opvang door het gezin. 

Binnen de 8 dagen na het nemen van de beslissing wordt de beslissing per aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs aan het gezin bezorgd. Het OCMW bezorgt ook binnen de 8 dagen een afschrift van de beslissing aan Dispatching. 

Het OCMW neemt een beslissing tot toekenning van materiële opvang in een open terugkeercentrum, als het gezin de voorgestelde materiële opvang schriftelijk heeft aanvaard . 

Het OCMW neemt een beslissing tot weigering van toekenning van materiële opvang in een open terugkeercentrum: 

  • als uit het onderzoek blijkt dat de voorwaarden niet vervuld zijn of 
  • als het gezin de voorgestelde materiële opvang schriftelijk heeft geweigerd of heeft geweigerd om het document te ondertekenen. 

De regelgeving bepaalt niet wat er moet gebeuren tussen het indienen van de hulpvraag en het realiseren van de materiële opvang. De rechtspraak is hierover verdeeld, afhankelijk van de concrete situatie en van de bij de zaak betrokken partijen:

  • ofwel wordt het OCMW veroordeeld tot het toekennen van maatschappelijke dienstverlening
  • ofwel wordt Fedasil veroordeeld tot het voorzien van tijdelijke opvang 

Beroep

Tegen een weigeringsbeslissing van het OCMW staat een beroep open bij de arbeidsrechtbank. Het is belangrijk om Fedasil bij de zaak te betrekken zodat de arbeidsrechter Fedasil kan veroordelen tot het opvangen van het gezin. 

Er kan beroep worden ingesteld:

  • vanaf de negatieve beslissing van Fedasil of het OCMW of
  • bij het uitblijven van enig antwoord: na 30 dagen vanaf het indienen van de hulpvraag bij het OCMW.  

Tijdens de beroepsprocedure heeft het gezin geen recht op opvang.

Niet (tijdig) aanmelden

Als het gezin zich niet binnen de vastgestelde termijn bij Dispatching of in het toegewezen terugkeercentrum aanbiedt, wordt de aanvraag tot opvang als nietig beschouwd. 

Opvanggerechtigd na verlaten terugkeercentrum?

Als het gezin het open terugkeercentrum verlaat, kan het ernaar terugkeren als de toegekende termijn van het BGV nog niet is verstreken. Het moet zich dan opnieuw bij Dispatching aanbieden voor een opvangplaats.

Als de termijn van het BGV al is verstreken, moet het gezin opnieuw een hulpvraag indienen bij het OCMW van zijn verblijfplaats. Wanneer het gezin zich opnieuw bij Dispatching aanbiedt, kan deze contact opnemen met de dienst Sefor (Sensibilisering, follow-up & return). Het gezin wordt dan overgebracht naar een woonunit met het oog op gedwongen verwijdering. 

 

Extra informatie