Zolang je voldoet aan de voorwaarden van de Wet betreffende het Recht op Maatschappelijke Integratie (Leefloonwet), heb je recht op maatschappelijke integratie. 

Je moet je dus blijven bevinden in één van de volgende situaties:

  • een verblijfsrecht hebben van meer dan 3 maanden als EU-burger, zijn familielid of een familielid van een Belg
  • ingeschreven zijn in het bevolkingsregister
  • erkend zijn als vluchteling of een regelmatig verblijf hebben als staatloze of subsidiair beschermde

De POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) stelt familieleden van Belgen gelijk aan de familieleden van EU-burgers. Dit is juridisch betwistbaar:

  • Europese richtlijn 2004/38/EG laat toe dat sommige EU-burgers en hun familie tijdelijk uitgesloten worden van sociale bijstand. Deze richtlijn betreft het vrij personenverkeer binnen de EU. Familieleden van Belgen vallen daar niet onder.
  • De artikelen in de Leefloonwet die richtlijn 2004/38/EG omgezet hebben vermelden de familieleden van Belgen niet.
  • In de eigen FAQ’s zegt POD MI dat een EU-burger voor hun reglementering iemand is met een andere EU-nationaliteit dan de Belgische.

Ambtshalve schrapping

Ben je ambtshalve geschrapt en ontving je daarvoor maatschappelijke integratie? Dan blijf je recht hebben op maatschappelijke integratie als:

  • uit het sociaal onderzoek blijkt dat je het land niet verlaten hebt of de termijn voor je recht op terugkeer niet verstreken is en
  • je nog steeds een verblijfsrecht van meer dan drie maanden hebt

Enkel als je om maatschappelijke integratie te ontvangen ingeschreven moet zijn in het bevolkingsregister, verlies je je recht op maatschappelijke integratie bij schrapping uit het rijksregister. In dat geval kan je wel aanspraak maken op maatschappelijke dienstverlening.  

Verlies recht op maatschappelijke integratie

Je verliest je recht op maatschappelijke integratie als je niet meer alle voorwaarden vervult. Je bent bijvoorbeeld niet langer behoeftig, werkbereid of je hebt geen verblijfsrecht meer.

Schrapping wegens verlies verblijfsrecht

Word je uit het rijksregister geschrapt omdat je verblijfsrecht is ingetrokken en heb je een schorsend beroep (bijlage 35) tegen deze beslissing ingediend? Dan heb je tijdens de beroepsprocedure geen recht (meer) op maatschappelijke integratie. Je kan wel aanspraak maken op maatschappelijke dienstverlening. 

Schorsing uitbetaling leefloon

Het OCMW schorst de uitbetaling van je leefloon als je

  • gedurende meer dan een maand in het buitenland verblijft. Als je langer dan een maand in het buitenland verblijft, moet je dit aan het OCMW melden. Je uitkering wordt dan geschorst, tenzij het OCMW anders beslist.
  • in een instelling (ten laste van de overheid) wordt geplaatst in uitvoering van een vonnis
  • als straf van je vrijheid wordt beroofd

Het OCMW kan de uitbetaling van je leefloon ook geheel of gedeeltelijk schorsen als administratieve sanctie wanneer:

  • je bestaansmiddelen waarvan je het bestaan kent niet aangeeft
  • je onjuiste of onvolledige verklaringen die het bedrag van het leefloon beïnvloeden aflegt
  • je (zonder wettige reden) de verplichtingen opgenomen in je integratiecontract niet naleeft. Nadat je daartoe werd aangemaand en het advies van de maatschappelijk werker die belast is met het dossier werd ingewonnen.

Bijvoorbeeld: Als het OCMW je het volgen van Nederlandse les heeft opgelegd in een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) en je leeft deze schriftelijke verplichting zonder wettige reden niet na, dan kan het OCMW je leefloon na aanmaning schorsen.   

Je hebt het recht gehoord te worden voordat het OCMW je een administratieve sanctie oplegt.

De schorsing van de uitbetaling van het leefloon gaat in:

  • ten vroegste op de dag volgend op de kennisgeving van de OCMW-beslissing aan de betrokkene en
  • ten laatste op de eerste dag van de derde maand volgend op de OCMW-beslissing

Het OCMW kan zijn beslissing tot schorsing van de uitbetaling van het leefloon geheel of gedeeltijk uitstellen.

Wanneer een sanctie in het kader van het niet-naleven van het GPMI wordt uitgesteld en de voorwaarden verbonden aan het uitstel geschonden worden binnen de periode waarvoor het uitstel werd toegekend, begint de uitvoering van de sanctie ten laatste op de eerste dag van de zesde maand volgend op de beslissing van het OCMW waarbij het uitstel wordt toegekend.  

Daarnaast kan je een gevangenisstraf en/of een geldboete oplopen als:

  • je met bedrieglijk opzet verzuimt om bestaansmiddelen aan te geven waarvan je het bestaan kende. Of onjuiste of onvolledige verklaringen hebt afgelegd die het bedrag van het leefloon beïnvloeden.
  • wetens en willens valse verklaringen aflegt of valste attesten opmaakt over je gezondheids- of sociale toestand om aan een leefloon te geraken, zonder dat je daar recht op hebt.
Extra informatie