Tot 4 juni 2023 kan je solliciteren voor een job als jurist bij het Antwerpse Infopunt verblijf en rechtspositie. Het gaat om een contract tot...
- Wat?
- Hoe aanvragen?
- Overgangsmaatregelen
- Verblijfsvoorwaarden
- Woonplaatsvoorwaarde
- Opvoeding of lessen buiten België
- Wanneer open je het recht op gezinsbijslag?
- Wanneer loopt het recht op gezinsbijslag ten einde?
- Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen
- Eén derde regeling bij materiële ondersteuning
- Wat als je geen recht hebt op gezinsbijslag?
De Vlaamse gezinsbijslag kreeg als titel ‘Groeipakket’ en treedt grotendeels in werking op 1 januari 2019. Het Groeipakket kent een aantal belangrijke verschillen met de voormalige regeling rond gezinsbijslag:
- Het Groeipakket heft het onderscheid tussen ‘gewone’ en ‘gewaarborgde’ gezinsbijslag op.
- Het Groeipakket is niet langer gekoppeld aan de professionele situatie van de ouders.
- Elk kind is gelijk: de rangorde in het gezin speelt niet langer een rol en leeftijdsbijslagen verdwijnen
- Niet de begunstigde, maar het rechtgevend kind moet aan bepaalde verblijfsvoorwaarden voldoen.
- De begunstigde heeft de vrije keuze van uitbetalingsactor.
Wat?
- Eénmalig startbedrag bij geboorte of adoptie na 1 januari 2019
- Kinderen geboren voor 1 januari 2019 behouden het kraamgeld uit de Algemene Kinderbijslagwet.
- Vast maandelijks basisbedrag voor kinderen geboren na 1 januari 2019.
- Kinderen geboren voor 1 januari 2019 behouden de bedragen uit de Algemene Kinderbijslag rekening houdende met de rangorde in het gezin en met leeftijdsbijslag.
- Maandelijkse zorgtoeslagen
- (Half)wezentoeslag voor kinderen geboren of (half)wees geworden na 1 januari 2019.
- Ben je geboren én (half)wees geworden voor 31 december 2018, dan behoud je de gewone wezenbijslag uit de Algemene Kinderbijslagwet.
- Toeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte
- Pleegzorgtoeslag
- Maandelijkse sociale toeslagen (op basis van gezinsgrootte en inkomen)
- Jaarlijkse universele participatietoeslag of schoolbonus (afhankelijk van de leeftijd)
- Jaarlijkse selectieve participatietoeslagen (schooltoeslag)
- Bij inschrijving en voldoende aanwezigheid in het kleuter, lager, secundair en hoger onderwijs
- Afhankelijk van de financiële gezinssituatie
- Andere toeslagen
- Kinderopvangtoeslag
- Dagelijkse toeslag voor wie gebruikt maakt van de Nederlandstalige opvang in Vlaanderen en Brussel waar ouders niet betalen op basis van inkomen.
- Kleutertoeslag
- Jaarlijkse toeslag voor kleuters van 3 en 4 jaar oud die zijn ingeschreven in het Nederlandstalig kleuteronderwijs in Vlaanderen of Brussel.
Hoe aanvragen?
Er bestaan vijf Vlaamse uitbetalingsactoren, één publieke en vier private. De begunstigde heeft de vrije keuze van uitbetalingsactor. Contacteert de begunstigde bij het openen van het recht op gezinsbijslag geen uitbetaler, dan start FONS, de publieke uitbetaler, automatisch de betaling op, op basis van de gegevens in het rijksregister. Binnen de drie maanden na het automatisch opstarten van de uitbetaling kan je veranderen van uitbetaler. Daarna kan je jaarlijks veranderen.
Overgangsmaatregelen
De Vlaamse gezinsbijslag trad op 1 januari 2019 in werking. Voor bepaalde kinderen gelden overgangsmaatregelen:
- Kinderen geboren na 1 januari 2019 krijgen het Groeipakket.
- Kinderen geboren voor 1 januari 2019 die op 31 december 2018 recht hadden op de algemene gezinsbijslag (gewone of gewaarborgde gezinsbijslag), krijgen het groeipakket met de bedragen uit de voormalige algemene gezinsbijslag op basis van leeftijd en rangorde in het gezin. Zij kunnen daarnaast ook recht hebben op de nieuwe toeslagen.
- Bijvoorbeeld: kind geboren en met verblijfsrecht in België voor 1 januari 2019, keert terug naar herkomstland en keert daarna terug naar Vlaanderen nà 1 januari 2019.
- Kinderen geboren voor 1 januari 2019 die op 31 december 2018 geen recht hadden op de algemene gezinsbijslag (gewone of gewaarborgde) krijgen het groeipakket.
- Bijvoorbeeld: kind geboren voor 1 januari 2019 maar aankomst en verblijfsrecht in Vlaanderen na 1 januari 2019.
Verblijfsvoorwaarden
Het rechtgevend kind moet voldoen aan één van onderstaande verblijfsvoorwaarden:
- De Belgische nationaliteit hebben
- Toegelaten of gemachtigd zijn om meer dan drie maanden in België te verblijven
- Je kan dit bewijzen aan de hand van één van onderstaande documenten:
- Elektronische verblijfskaart (A - H, M)
- Bijlage 15 in afwachting van de afgifte of vernieuwing van de elektronische verblijfskaart
- Geldige verblijfsvergunning voor een verblijf van meer dan drie maanden (ministeriële ambtsbrief)
- RvV - vernietigingsarrest dat een negatieve verblijfsbeslissing vernietigt waardoor de betrokkene terug in zijn oorspronkelijke toestand wordt geplaatst (bijvoorbeeld een bijlage 21)
- Als het rechtgevend kind géén verblijfsrecht heeft voor meer dan drie maanden, heeft hij/zij toch recht op gezinsbijslag wanneer één van beide ouders Belg is, of voldoet aan de verblijfsvoorwaarden. Dit geldt niet voor de schooltoeslag.
- Uitzondering: voor bepaalde categoriën is geen verblijfsrecht van meer dan drie maanden vereist. Voor hen volstaat het recht te hebben om voorlopig op het grondgebied te verblijven in afwachting van de definitieve beslissing over de verblijfsaanvraag. Gedurende de verblijfsaanvraag en de schorsende beroepsprocedure, hebben zij recht op de gezinsbijslag.
- Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen
- Het kind in een procedure voor verblijf als slachtoffer van mensenhandel en mensensmokkel
- Uitzondering: Pleegkinderen hebben recht op de selectieve participatietoeslag (schooltoeslag) wanneer ze langer dan één jaar onafgebroken onder pleegzorg vallen, ongeacht of ze al dan niet bij hetzelfde pleeggezin verbleven. Een verblijfsrecht van meer dan drie maanden is voor hen een vereiste om de gezinsbijslagen te ontvangen, maar niet vereist om de schooltoeslag te ontvangen.
- Uitgesloten
- Bepaalde kinderen zijn uitgesloten van de gezinsbijslag. Dit zijn de kinderen die gemachtigd zijn in België te verblijven:
- om er te studeren
- om een beroepsopleiding te volgen
- om er vrijwilligerswerk te doen
- om er als au-pair jongere te werken
- Hun kinderen hebben wel recht op gezinsbijslag als zij voldaan aan de verblijfs- en woonplaatsvoorwaarde.
Voor diegene die de gezinsbijslag ontvangt, de begunstigde, gelden geen verblijfsvoorwaarden.
Woonplaatsvoorwaarde
Het rechtgevend kind moet zijn/haar woonplaats in het Nederlands taalgebied hebben om het recht te open op:
- Startbedrag
- Basisbedrag
- Zorgtoeslagen
- Sociale toeslag
- Universele participatietoeslag (schoolbonus)
De woonplaatsvoorwaarde vereist een inschrijving in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister. Ook een inschrijving met referentieadres volstaat
Als het rechtgevend kind geen inschrijving heeft in de bevolkingsregisters, is het mogelijk een feitelijke verblijfplaats aan te tonen. Volgende bewijsmiddelen kunnen aanvaard worden om een feitelijke bewijsplaats aan te tonen:
- een controle door de gezinsinspecteur
- een vaststelling die gemaakt is door een andere overheidsdienst, waaruit de feitelijke verblijfplaats van het kind blijkt
- een beschikking, vonnis of arrest van een rechtbank of hof
- een attest van het OCMW op voorwaarde dat het gebaseerd is op de reële gezinssituatie
- een attest waarin de politie bevestigt dat hij de reële verblijfplaats van het kind heeft vastgesteld
- een voorlopige verblijfsvergunning
- een aanwezigheidsattest in een vluchthuis of een sociaal huis
- een verklaring van de begunstigden met een motivering waarom de inschrijving in de bevolkingsregisters niet mogelijk is
- een plaatsingsbericht
De inschrijving in het wachtregister kan beschouwd worden als ‘een vaststelling die gemaakt is door een andere overheidsdienst, waaruit de feitelijke verblijfsplaats van het kind blijkt'.
De woonplaatsvoorwaarde geldt niet voor:
- Selectieve participatietoeslag (schooltoeslag)
- Kinderopvangtoeslag
- Kleutertoeslag
Deze toeslagen vereisen dat het rechtgevend kind opgevangen wordt in een door de Vlaamse Gemeenschap vergunde kinderopvang, of de leerling is ingeschreven in een door de Vlaamse gemeenschap erkende, gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinstelling.
Opvoeding of lessen buiten België
De gezinsbijslagen zijn in principe niet verschuldigd voor kinderen die opgevoed worden of lessen volgen buiten België. In uitzonderlijke situaties behoudt het kind wel recht op gezinsbijslagen:
- Kinderen die na het behalen van een einddiploma secundair onderwijs maximaal één jaar niet-hoger onderwijs volgen buiten België
- Kinderen die hoger onderwijs volgen buiten Belgïë
- Kinderen die een studietoelage krijgen om lessen buiten België te volgen
- Schoolverlaters die gedurende de 12 maanden nadat ze niet meer voldoen aan de voorwaarden voor gezinsbijslag, vrijwilligerswerk verrichten, een opleiding of stage volgen buiten België
- Kinderen die wegens medische redenen van het kind zelf, de ouder, of de feitelijk samenwonende partner of echtgeno(o)t(e) van de ouder gedurende maximaal 3 jaar in het buitenland verblijven
- Kinderen die hun woonplaats in het Nederlands taalgebied behouden en
- tijdelijk buiten België verblijven gedurende minder dan 2 maand per kalenderjaar
- enkel tijdens de schoolvakanties buiten België verblijven
- naar school gaan buiten België op voorwaarde dat ze elke dag terugkeren naar hun ouders of opvoeders
- ontvoerd zijn
- Kinderen die buiten België geboren worden op voorwaarde dat één van de ouders een woonplaats heeft in het Nederlands taalgebied en het verblijf in het buitenland niet langer dan twee maand duurt na de geboorte
- Kinderen die buiten België geadopteerd werden en binnen de twee maanden na adoptie hun woonplaats in het Nederlands taalgebied hebben
Deze uitzonderingen gelden op voorwaarde dat:
- het kind geen gezinsbijslag ontvangt van een andere deelentiteit, een ander land, of een andere volkenrechtelijke instelling;
- geen van de ouders, of een feitelijk of wettelijk samenwonende partner, of echtgeno(o)t(e) van de ouder werkt in opdracht van een openbare dienst in het land waar de kinderen verblijven.
Wanneer open je het recht op gezinsbijslag?
Het rechtgevend kind opent het recht op gezinsbijslag vanaf dat het de beslissing tot toekenning van het verblijfsrecht van meer dan 3 maand ontvangt:
- Elektronische verblijfskaart (A tot H)
- Bijlage 15
- Ministeriële ambtsbrief
Specifieke regels:
- Unieburgers, onderdanen van Noorwegen, Ijsland, Liechtenstein en Zwitserland of hun derdelands-kinderen krijgen bij toekenning van het verblijfsrecht van meer dan drie maand retroactief gezinsbijslag vanaf de aanvraag van de verklaring van inschrijving: bijlage 19 (kind = Unieburger) of bijlage 19ter (kind = derdelands nationaliteit)
-
Het verblijfsrecht op basis van gezinshereniging heeft een declaratief karakter vanaf de uitreiking van het verblijfsdocument dat in België werd uitgereikt naar aanleiding van aanvraag gezinshereniging (bijlage 19/bijlage 19ter/bijlage 15/attest van immatriculatie).
- Bij erkenning als vluchteling vanaf 4 juni 2020 krijgt het rechtgevend kind gezinsbijslag vanaf de beslissing tot erkenning van de vluchtelingenstatus. Bij een erkenning als vluchteling vóór 4 juni 2020 kreeg het rechtgevend kind retroactief gezinsbijslag vanaf de datum van het verzoek om internationale bescherming.
-
Startbedrag kan uitbetaald worden ten vroegste twee maanden voor de vermoedelijke geboortedatum, op volgende voorwaarden:
- attest vroedvrouw/gynaecoloog met vermoedelijke geboortedatum
- zwangere vrouw voldoet aan de voorwaarden van het rechtgevend kind
- Selectieve participatietoeslag (schooltoeslag): de rechthebbende leerling die voldoet aan de verblijfsvoorwaarden op 31 augustus van een kalenderjaar, opent het recht op schooltoeslag voor het schooljaar dat start in dat kalenderjaar.
Wanneer loopt het recht op gezinsbijslag ten einde?
Minder dan 18
Onvoorwaardelijk recht op gezinsbijslag tot en met de maand waarin het rechtgevend kind 18 wordt.
Ouder dan 18
Specifieke ondersteuningsbehoefte
Recht op gezinsbijslag voor kind met specifieke ondersteuningsbehoefte tot en met de maand waarin het 21 wordt.
Leerling, student, stagair of schoolverlater
Recht op gezinsbijslag tot en met de maand waarin het rechtgevend kind 25 wordt voor:
- Kinderen die niet-hoger onderwijs volgen
- lessen (inclusief verplichte stages), een systeem van alternerend leren en werken, of een ondernemerschapstraject volgen
- minstens 17 lesuren (van vijftig minuten) per week
- Kinderen die hoger onderwijs volgen
- hoger onderwijs in België dat als dusdanig is erkend in België
- hoger onderwijs buiten België dat erkend is door de buitenlandse overheid
- vormingen voor bedienaars voor erediensten die erkend zijn door de Staat
- wetenschappelijke leergangen als voorbereiding op de Koninklijke Militaire School of ingenieursstudies
- minstens 27 studiepunten per academiejaar (uitgezonderd studiepunten voor de redactie van een doctoraatsverhandeling) waarvoor de student op 31 november van het lopende academiejaar is ingeschreven
- Schoolverlaters
- tot maximum twaalf maanden nadat het kind niet meer voldoet aan de voorwaarden behouden schoolverlaters het recht op gezinsbijslag, uitgezonderd wanneer de student een uitgesloten winstgevende activiteit uitoefent
Uitzondering: zieke leerlingen/studenten verliezen het recht op gezinsbijslag niet op voorwaarde dat ze:
- Ziek worden tijdens het school- of academiejaar
- Zich niet voor voldoende lesuren of studiepunten konden inschrijven
- Ziek worden tijdens de zomervakantie en zich niet konden inschrijven
Een winstgevende activiteit schorst de gezinsbijslag, uitgezonderd:
- Werken met een arbeidsovereenkomst voor studenten voor maximaal 475 uur leidt niet tot schorsing van de gezinsbijslag
- Niet meer dan 80 uur per maand werken, niet met een arbeidsovereenkomst voor studenten, is toegelaten
- Student-zelfstandigen, tenzij wanneer er sprake is van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep
Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen
- NBMV openen het recht op gezinsbijslag, ook als ze in een opvangcentrum verblijven of geplaatst worden. In dat geval is de één derde regeling van toepassing.
- NBMV worden geacht aan de verblijfsvoorwaarde te voldoen met een voorlopig verblijfsrecht in afwachting van de definitieve beslissing over een lopende verblijfsaanvraag. Dit betekent dat ook tijdens een schorsende beroepsprocedure het recht op gezinsbijslag behouden blijft.
- de datum van de definitieve voogdijbeslissing is bepalend. Deze blijkt het attest van Dienst Voogdij met aanstelling van een voogd. De datum van de leeftijdsbeslissing is niet van tel.
Eén derde regeling bij materiële ondersteuning
De begunstigde ontvangt maar een derde van de gezinsbijslagen in het geval het rechtgevend kind materiële ondersteuning krijgt. Dat is het geval in de volgende situaties:
- Het rechtgevend kind krijgt materiële opvang in een individuele of collectieve opvangstructuur zoals bepaald door de Opvangwet van 12 januari 2007.
- Het rechtgevend kind krijgt medische begeleiding volgens de Opvangwet van 12 januari 2007. Dit zijn kinderen die onder het toepassingsgebied van deze wet vallen maar niet in de opvangstructuren verblijven.
- Het rechtgevend kind is geplaatst door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid in een instelling. Dit betreft plaatsingen met toepassing van het Decreet Integrale Jeugdhulp en het Decreet betreffende het Jeugddelinquentierecht.
Wat als je geen recht hebt op gezinsbijslag?
Als je geen recht hebt op gezinsbijslag, bekijk dan of je recht hebt op de ‘equivalente gezinsbijslag’. Dit is een verhoging van het bedrag van de financiële steun uitgekeerd door het OCMW als maatschappelijke dienstverlening, tot het bedrag van de gezinsbijslag. Voorwaarden zijn :
- je hebt recht op maatschappelijke dienstverlening
- in je sociaal dossier zit de ongunstige beslissing omtrent de toekenning van de gezinsbijslag.
- je hebt één of meerdere minderjarige kinderen ten laste
- de begunstigde van de maatschappelijke dienstverlening is niet je minderjarig kind zelf