In een vonnis van 23-10-2023 veroordeelt de Rechtbank van Eerste Aanleg van Brussel de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). De DVZ moet een volledig...
Waarover gaat het?
Als familie met schoolgaand kind sinds 1 september 2007, kan je onder bepaalde voorwaarden een humanitaire verblijfsmachtiging krijgen via artikel 9bis Verblijfswet.
Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) past het criterium toe sinds de instructie Turtelboom van 26 maart 2009. Het criterium is ook opgenomen in punt 2.7 van de (vernietigde) instructie van 19 juli 2009. Na vernietiging van de instructie van 19 juli 2009, bevestigde de bevoegde staatssecretaris en DVZ dat zij het criterium blijven toepassen bij de beoordeling ten gronde van een 9bis-aanvraag. Sinds midden 2012 heeft DVZ zijn toepassing van deze criteria licht gewijzigd.
DVZ lijkt in bepaalde dossiers soepeler voor de voorwaarde dat een verzoek om internationale bescherming moet ingediend zijn voor juni 2007 en dat het onderzoek van het verzoek om internationale bescherming minstens 1 jaar geduurd moet hebben.
Bovendien moet je 9bis-aanvraag ook 'ontvankelijk' zijn: Wat zijn de voorwaarden voor een ontvankelijke 9bis-aanvraag?
Wat zijn de voorwaarden ten gronde?
Families met schoolgaande kinderen komen in aanmerking voor regularisatie, als alle voorwaarden vervuld zijn:
- een ononderbroken verblijf in België van minstens 5 jaar
- verzoek om internationale bescherming ingediend vóór 1 juni 2007
- onderzoek verzoek om internationale bescherming duurde minstens 1 jaar
- een schoolgaand kind
De Verblijfswet legt geen voorwaarden ten gronde op. DVZ heeft een discretionaire bevoegdheid om een humanitaire regularisatie toe te staan of niet. In de praktijk staat DVZ een humanitaire regularisatie grotendeels toe volgens de criteria van de (vernietigde) instructie van 19 juli 2009. Daar staan deze voorwaarden in.
Ononderbroken verblijf in België van minstens 5 jaar
De familie moet een ononderbroken verblijf in België hebben van minstens 5 jaar.
DVZ eist dat je voldoet aan alle voorwaarden van dit criterium op het moment van de indiening van je dossier. Als je op dat moment nog niet voldeed aan de voorwaarde van 5 jaar verblijf of een andere voorwaarde, maar wel in de loop van de procedure, dan moet je een nieuwe 9bis-aanvraag indienen om toepassing van dit criterium te krijgen.
Als je al een negatieve beslissing kreeg maar intussen voldoet aan de voorwaarde van 5 jaar verblijf, dan kan je een nieuwe aanvraag indienen.
Verzoek om internationale bescherming ingediend vóór 1 juni 2007
De familie moet vóór 1 juni 2007 een verzoek om internatoinale bescherming ingediend hebben.
Komen niet in aanmerking:
- verzoeken om internationale bescherming van na 1 juni 2007
- frauduleuze of misleidende verzoeken
In de praktijk past DVZ deze voorwaarde soms soepel toe in specifieke dossiers. In specifieke dossiers aanvaardde DVZ dat nooit een verzoek om internationale bescherming werd ingediend.
Onderzoek verzoek om internationale bescherming duurt minstens 1 jaar
Het onderzoek van het verzoek om internationale bescherming moet minstens 1 jaar geduurd hebben.
Het gaat om een onderzoek van het verzoek om internationale bescherming gevoerd door de volgende instanties:
- Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ)
- Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS)
- Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen (VBV)
Komt niet in aanmerking:
- asielonderzoek door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV)
Mag je verschillende asielprocedures optellen? Het antwoord op die vraag blijft onduidelijk. De (vernietigde) instructie van 19 juli 2009 zegt niets over de vraag of en hoe je dat mag doen. Bij verschillende procedures kan het in principe wel volstaan als één van de asielprocedures langer dan 1 jaar duurt.
In de praktijk past DVZ deze voorwaarde soms soepel toe in specifieke dossiers. In specifieke dossiers aanvaardde DVZ dat nooit een verzoek om internationale bescherming werd ingediend.
Schoolgaand kind
In de praktijk geeft DVZ de volgende invulling aan het begrip ‘schoolgaand kind’, gebaseerd op de (vernietigde) instructie van 19 juli 2009 maar met een verstrenging van de praktijk midden 2012:
- Het schoolgaand kind moet minstens een jaar school lopen. De leeftijd van het schoolgaande kind moet tussen 6 en 18 jaar zijn, of hoger op voorwaarde dat het schoolgaand kind nog ten laste is van het gezin.
- Het schoolgaand kind moet ten laste zijn van de ouders. De ouders staan in voor het onderhoud.
- Als je als niet-begeleide minderjarige in België verbleef en hier school liep of loopt, kan je ook vallen onder definitie van schoolgaand kind.
Het volstaat niet dat je aanvraag voldoet aan een criterium ten gronde. Je 9bis-aanvraag moet ook ontvankelijk zijn. Lees de voorwaarden voor een ontvankelijke 9bis-aanvraag.