In verband met huwelijksvermogen kunnen echtgenoten een huwelijkscontract afsluiten bij de notaris of kan de rechter uitspraak doen over de verdeling van het huwelijksvermogen in het kader van een echtscheiding. De vraag die we hier proberen te beantwoorden, is welk recht het huwelijksvermogen regelt.

Welke regels bepalen het recht dat van toepassing is?

De Euopese verordening over huwelijksvermogen (Europese verordening 2016/1103 van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels) stelt regels om te bepalen welk recht van toepassing is op huwelijken gesloten na 29 januari 2019 en op huwelijken die werden aangegaan voor die datum als de echtgenoten na 29 januari 2019 een recht hebben gekozen dat van toepassing is op hun huwelijksvermogensstelsel.

Op huwelijken gesloten voor 29 januari 2019 zijn de Belgische regels van internationaal privaatrecht van toepassing. Ook hier moeten we een onderscheid maken tussen twee situaties:

tussen huwelijken gesloten vóór 1 oktober 2004 (inwerkingtreding van het Wetboek IPR) en huwelijken gesloten vanaf deze datum.

Huwelijken gesloten na 29 januari 2019 of rechtskeuze na 29 januari 2019: Europese regels

De Europese verordening Huwelijksvermogen bepaalt het toepasselijke recht. Op huwelijken gesloten voor 29 januari 2019 zijn in principe de nationale regels van internationaal privaatrecht van toepassing. Huwelijken gesloten voor die datum kunnen echter ook onder de Europse regels vallen als de echtenoten een rechtskeuze doen voor hun huwelijksvermogensstelsel na 29 januari 2019.

Huwelijken gesloten voor 29 januari 2019: Belgische regels van IPR

  • Huwelijken gesloten voor 1 oktober 2004

De regels van het Wetboek IPR  zijn enkel van toepassing op huwelijken gesloten vanaf de inwerkingtreding van het wetboek (1 oktober 2004). Op de huwelijken gesloten vóór 1 oktober 2004 past men de oude IPR regels toe (artikel 127 Wetboek IPR + memorie van toelichting). Hierop bestaat echter een uitzondering: een rechtskeuze waarbij de echtgenoten zelf kozen welk recht hun huwelijksvermogen regelt, kan worden beoordeeld volgens de regels van het Wetboek IPR, ook als de keuze is gedaan vóór 1 oktober 2004. De bedoeling van deze regel is om ook oudere overeenkomsten te laten gelden en zo de verwachtingen van de partijen te respecteren.

  • Huwelijken gesloten na 1 oktober 2004

De regels van het Wetboek IPR zijn van toepassing.

Wat zijn de regels die van toepassing zijn op huwelijken gesloten vanaf 29 januari 2019?

Rechtskeuze

De echtgenoten kunnen overeenkomen welk recht zij van toepassing willen zien op hun huwelijksvermogensstelsel (artikel 22 Verordening). Zij kunnen hierbij kiezen uit:

  • het recht van de staat van de  gewone verblijfplaats van een of beide echtgenoten 
  • het recht van de staat waarvan een van de echtgenoten op het moment van het sluiten van de overeenkomst de nationaliteit heeft

Geen rechtskeuze: cascadesysteem

Als de echtgenoten geen rechtskeuze maakte over het toepasselijke recht, geldt er een cascadesyteem (artikel 26 Verordening). Dan geldt:

  • het recht van de staat waar de echtgenoten na de huwelijkssluiting hun eerste gewone gemeenschappelijke verblijfplaats hebben, of bij gebreke hiervan,
  • het recht van de staat waarvan beide echtgenoten op het moment van de huwelijkssluiting de nationaliteit hebben, of bij gebreke hiervan,
  • het recht van de staat waarmee de echtgenoten samen op het moment van de huwelijkssluiting de nauwste band hebben, rekening houdend met alle omstandigheden.

Bij wijze van uitzondering en op voorwaarde dat een van de echtgenoten hierom vraagt, kan de bevoegde rechtbank beslissen dat het recht van een andere staat dan deze van de gemeenschappelijke eerste verblijfplaats na de huwelijkssluiting van toepassing is (artikel 26.3 Verordening). 

Wat zijn de regels die van toepassing zijn op huwelijken gesloten voor 1 oktober 2004?

De echtgenoten sloten een huwelijkscontract

Het staat vast dat echtgenoten bij het sluiten van een huwelijk via een huwelijkscontract konden kiezen voor een bepaald huwelijksvermogensstelsel. Er bestaat echter discussie over de vraag of de echtgenoten in dat contract konden kiezen voor een recht van een bepaalde Staat als recht dat toepasselijk zou zijn op het huwelijksvermogen, bijvoorbeeld of ze in plaats van een van de Belgische huwelijksvermogensstelsels te kiezen, konden bepalen dat het Turks recht hun huwelijksvermogen zou beheersen. Sinds het inwerkingtreden van het Wetboek IPR is dit probleem echter opgelost omdat, zoals boven reeds vermeld, zelfs dergelijke keuzes die gemaakt zijn vóór 1 oktober 2004  kunnen worden gerespecteerd. Dit is een uitzondering op de regel die stelt dat de bepalingen van het Wetboek IPR enkel van toepassing zijn op huwelijken gesloten vanaf 1 oktober 2004 (artikel 127 Wetboek IPR).

Het Wetboek IPR bepaalt ook dat een rechtskeuze op elk moment kan worden gemaakt, dus vóór de voltrekking van het huwelijk of op een later moment tijdens het bestaan van het huwelijk. Dat wil zeggen dat echtgenoten gehuwd vóór 1 oktober 2004 ook ná die datum een keuze kunnen maken voor het recht van een bepaald land (artikel 50 Wetboek IPR). Een rechtskeuze moet wel altijd in overeenstemming zijn met de regels van het Wetboek IPR.

De echtgenoten sloten geen huwelijkscontract

Wanneer partijen geen huwelijkscontract hebben gesloten is het recht toepasselijk op de huwelijken gesloten vóór 1 oktober 2004: 

  •  het recht van de staat waarvan beide echtgenoten de nationaliteit hebben op het moment van het huwelijk 
  •  als er geen gemeenschappelijke nationaliteit is, moet men het recht toepassen van de eerste echtelijke verblijfplaats

Wat zijn de regels van toepassing op huwelijken gesloten tussen 1 oktober 2004 en 29 januari 2019 (Wetboek IPR)?

De echtgenoten kiezen zelf voor het toepasselijk recht

Echtgenoten kunnen zelf het toepasselijk recht inzake huwelijksvermogen kiezen. Hun keuzevrijheid is wel beperkt tot een van de volgende rechtsstelsels (artikel 49 Wetboek IPR):

  • het recht van de staat waar de echtgenoten hun eerste gewone verblijfplaats vestigden
  • het recht van de staat waar de echtgenoten momenteel hun gewone verblijfplaats hebben
  • het recht van de staat waarvan een van de echtgenoten de nationaliteit heeft

De keuze kan gemaakt worden voor of na het sluiten van het huwelijk. De echtgenoten mogen hun keuze ook veranderen.

In beginsel geldt het nieuw gekozen recht enkel voor de toekomst, maar de echtgenoten kunnen hier expliciet anders over beslissen. Wanneer zij dat doen, mag de toepassing op het verleden de rechten van derden niet schaden. Hier kan het bijvoorbeeld gaan over een contract dat een van de echtgenoten in het verleden had gesloten met een derde voor de verkoop van grond. Als het nieuw gekozen recht bepaalt dat een dergelijk contract enkel met de toestemming van beide echtgenoten kan worden gesloten, zal het contract niet ineens nietig worden (artikel 50 Wetboek IPR).

De keuze moet gemaakt worden voor het ganse vermogen. Men mag dus niet een bepaald recht van toepassing verklaren op slechts een gedeelte van de goederen van het huwelijksvermogen. Men kan bijvoorbeeld niet bepalen dat alle meubelen vallen onder het recht van België terwijl het huis onder het recht van Engeland valt (artikel 50 §2 Wetboek IPR).

De keuze moet gebeuren onder de vorm die wordt voorgeschreven volgens het recht dat de partijen willen kiezen of door het recht van de staat waar de keuze wordt gemaakt (art. 52 Wetboek IPR).

Opdat de keuze geldig kan zijn, moeten volgens het Wetboek IPR minstens drie vormvoorschriften worden gevolgd. De keuze moet:

  • op papier worden vastgelegd, en
  • gedateerd zijn, en
  • door de beide echtgenoten worden ondertekend  

Als de echtgenoten het toepasselijk recht hebben gekozen, kunnen ze ook kiezen voor een huwelijksvermogensstelsel als het gekozen recht dat toelaat. Als ze dat niet doen, valt hun huwelijksvermogen onder het wettelijk stelsel van het gekozen recht.

De echtgenoten kiezen niet zelf het toepasselijk recht

Als de echtgenoten niet zelf een bepaald recht kozen, duidt het Wetboek IPR het recht aan dat van toepassing is op het huwelijksvermogen (artikel 51 Wetboek IPR).

Het gaat om een cascaderegeling. Stap twee is pas van toepassing als stap een niet mogelijk is, en stap drie is pas van toepassing als stap twee niet mogelijk is.

  1. het recht van het land waar de echtgenoten na het huwelijk hun eerste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats vestigden
  2. het recht van het land waarvan beide echtgenoten de nationaliteit hadden op het moment van het huwelijk
  3. recht van het land van waar het huwelijk is gesloten

Wat wordt precies geregeld door het toepasselijk recht? 

Het recht dat gekozen werd of dat volgens de wet van toepassing is, bepaalt (artikel 53 Wetboek IPR):

  • de toestemming van de echtgenoten bij de keuze van het toepasselijk recht
  • of een huwelijkscontract kan gesloten worden en indien wel, hoe dit moet gebeuren
  • of men een huwelijksvermogensstelsel kan kiezen en welke bedingen men binnen dit stelsel kan opnemen

De vorm waaronder deze keuze moet worden gemaakt, kan ook worden bepaald door het recht van de Staat waar de keuze wordt gemaakt (artikel 52 Wetboek IPR). Opdat de keuze geldig kan zijn moeten bovendien volgens het Wetboek IPR minstens drie vormvoorschriften worden gevolgd. De keuze moet op papier worden vastgelegd, moet gedateerd zijn en moet door de beide echtgenoten worden ondertekend

  • of en in welke mate de echtgenoten hun huwelijksvermogensstelsel mogen wijzigen, en of het nieuwe stelsel ook voor het verleden  kan gelden

De vormvoorschriften voor het wijzigen van het huwelijksvermogensstelsel (bijvoorbeeld met betrekking tot publicatie) worden bepaald door het recht van de staat waar de wijziging plaatsvindt (artikel 52, 2e lid Wetboek IPR) 

  • de samenstelling van het eigen en het gemeenschappelijke vermogen en de toekenning van de bestuursbevoegdheden (dat wil zeggen de mogelijkheid voor een echtgenoot om over bepaalde delen van het vermogen te beslissen zonder toestemming van de andere)  
  • de oorzaken voor ontbinding en de vereffening van het huwelijksvermogensstelsel

De samenstelling en toebedeling van de loten worden beheerst door het recht van de staat waar de goederen van dit vermogen zich op het tijdstip van de verdeling bevinden (artikel 53, §2 Wetboek IPR) 

De toewijzing van het gemeenschappelijk vermogen aan de overlevende echtgenoot wordt door de erfeniswet geregeld.

  • of het huwelijksvermogensstelsel tegenwerpbaar is aan schuldeisers van de echtgenoten (dit betekent of een derde die met één echtgenoot contracteert rekening moet houden met het feit dat de toestemming van de andere echtgenoot noodzakelijk is voor een bepaalde transactie (artikel 54, §1 Wetboek IPR)

Als de schuldeiser en de echtgenoot bij het ontstaan van de schuld (op het moment van hun contract) hun gewone verblijfplaats op het grondgebied van dezelfde staat hadden, dan bepaalt het recht van die staat of de schuldeiser moet rekening houden met het huwelijksvermogensstelsel (bijvoorbeeld of toestemming van de andere echtgenoot noodzakelijk is)

Hierop zijn ook weer uitzonderingen. Het recht dat werd gekozen of dat door het Wetboek IPR werd bepaald, is toch van toepassing ten aanzien van de schuldeiser als:

  • de voorwaarden inzake publiciteit of registratie voorgeschreven door het recht toepasselijk op het huwelijksvermogen zijn vervuld
  • de derde bij het ontstaan van de schuld het huwelijksvermogensstelsel kende of het had moeten kennen indien hij zorgvuldig was geweest
  • voor onroerende zakelijke rechten de voorschriften inzake publiciteit die gelden volgens de Staat waar het onroerend goed is gelegen werden nageleefd
  • een schuld die één van de echtgenoten heeft aangegaan voor het huishouden of voor de opvoeding van de kinderen de andere echtgenoot bindt

Als de schuldeiser en de echtgenoot op het moment van het ontstaan van de schuld (dus op het moment van hun contract) hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hadden, bepaalt het recht van dat land of de schuld de andere echtgenoot bindt (artikel 54, §2 Wetboek IPR).

Extra informatie