Op 31 maart 2019 treedt nieuwe regelgeving over de modernisering van de burgerlijke stand in werking.
De bevoegdheidsregels over onderhoudsverplichtingen worden sinds 18 juni 2011 geregeld door de verordening over internationale bevoegdheid, toepasselijk recht en erkenning en tenuitvoerlegging bij onderhoudsverplichtingen (de Alimentatieverordening). De Alimentatieverordening geldt voor alle lidstaten van de Europese Unie (EU) voor wat betreft de bevoegdheidsverdelende regels. Voor Zwitserland, Noorwegen en Ijsland is het Verdrag van Lugano van toepassing.
Wat zijn de regels van de Alimentatieverordening?
In de Alimentatieverordening wordt bepaald dat voor de vaststelling van de bevoegdheid niet is vereist dat de verweerder zijn gewone verblijfplaats in een EU-lidstaat moet hebben. (overweging 15 Alimentatieverordening) De regels van de verordening zijn dus altijd van toepassing, ongeacht of de verweerder zijn gewone verblijfplaats heeft in één van de EU-lidstaten. De regels van het Wetboek IPR waarin de internationale bevoegdheid inzake onderhoudsverplichtingen wordt bepaald, verliezen daardoor hun praktisch belang.
Wanneer kan een vordering in België worden ingesteld?
Volgens deze regels kan een vordering in de volgende gevallen in België worden ingesteld:
- als de verweerder in België zijn gewone verblijfplaats heeft (artikel 3)
- als de onderhoudsgerechtigde in België zijn woonplaats heeft (artikel 3)
- als een Belgische rechtbank bevoegd is om over de staat van een persoon te oordelen en de onderhoudsvordering samenhangt met deze vordering (hier gaat het bv. over een rechtbank die bevoegd is om de echtscheiding uit te spreken terwijl daar een onderhoudsvordering aan gekoppeld is (artikel 3)
- als een Belgische rechtbank bevoegd is om over de ouderlijke verantwoordelijkheid te oordelen en de onderhoudsvordering samenhangt met deze vordering
- Partijen ouder dan 18 jaar kunnen in een schriftelijke overeenkomst de bevoegde rechter aanduiden. De keuze is evenwel beperkt tot die lidstaten waarvan één van de hen zijn gewone verblijfplaats heeft of die waarvan hij de nationaliteit draagt. (Voormalige) echtgenoten kunnen ook nog kiezen voor het gerecht van de lidstaat waar zij hun laatste gemeenschappelijke gewone verblijfplaats hadden gedurende minstens één jaar of dat bevoegd is voor hun huwelijksgeschillen (artikel 4)
- als een vordering in België wordt ingesteld en de verweerder betwist de bevoegdheid van de Belgische rechtbank niet (artikel 5)
- Indien geen van de voorgaande situaties van toepassing is, is de rechter van de gemeenschappelijke nationaliteit bevoegd (artikel 6)
- in uitzonderingsgevallen, als redelijkerwijs niet kan worden vereist dat een procedure in een derde staat wordt opgestart (artikel 7)
Opmerking: De internationale bevoegdheid wordt uitgesloten voor een nieuwe vordering, of een vordering tot wijziging van een onderhoudsverplichting, zolang de onderhoudsgerechtigde nog in de andere lidstaat verblijft waar de oorspronkelijke beslissing werd genomen.