De aardbeving op 6 februari 2023 in het noordwesten van Syrië en het zuidoosten van Turkije heeft aan tienduizenden mensen het leven gekost,...
Het Verdrag van Den Haag van 19 oktober 1996 inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen trad in werking op 1 september 2014. De Belgische instemming met het verdrag op 5 mei 2014 werd gepubliceerd op 22 augustus 2014. Het verdrag vervangt artikel 35 wetboek IPR, voor zover het gaat over de ouderlijke verantwoordelijkheid. Het verdrag heeft voorrang op het wetboek IPR.
Wat is het toepasselijke recht?
Algemene regels
De hoofdregel is dat de ouderlijke verantwoordelijkheid en de uitoefening ervan bepaald en geregeld wordt door het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind (artikel 16 Verdrag van Den Haag).
Een ouderlijke verantwoordelijkheid die is ontstaan op grond van het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind blijft bestaan, ook al verhuist het kind naar een gewone verblijfplaats in een andere staat (artikel 16,3 Verdrag van Den Haag). Dit is vooral van belang voor ongehuwde vaders die in België wonen en waarvan de kinderen dan, met of zonder de vader, naar een ander land verhuizen. In vele landen, waaronder Nederland, krijgt een ongehuwde vader niet automatisch het ouderlijk gezag, maar moet hij daarvoor een extra administratieve of zelfs gerechtelijke stap zetten. Deze vaders behouden voortaan het ouderlijke gezag dat ze in België hadden.
Als er nog geen ouderlijke verantwoordelijkheid van rechtswege onstond, dan wordt het van rechtswege ontstaan van ouderlijke verantwoordelijkheid wel bepaald door het recht van de staat van de nieuwe gewone verblijfplaats van het kind.
Uitzonderingen
De toepassing van het door het verdrag aangewezen recht kan alleen worden geweigerd als de toepassing kennelijk in strijd zou zijn met de openbare orde, gelet op het belang van het kind.
Wat valt onder het toepasselijk recht?
Het verdrag definieert de ouderlijke verantwoordelijkheid breed. Deze omvat niet alleen het gezag van de ouders en verblijf- en bezoekrechten, maar ook voogdij, plaatsing van kinderen en de kefala (artikel 1 en 3 Verdrag van den Haag).