Heb ik recht op een pro-deo advocaat?

Om te weten of je in aanmerking komt, neem je best contact op met het Bureau voor Juridische Bijstand van het gerechtelijk arrondissement van je verblijfplaats. Je kan je ook rechtstreeks tot een advocaat wenden. De advocaat neemt dan zelf contact op met het Bureau voor Juridische Bijstand en vraagt om hem als pro-Deo advocaat aan te stellen.

Betaling forfaitair remgeld aan pro-deo advocaat: ongrondwettelijk

De wet van 6 juli 2016 tot wijziging van het Gerechtelijk wetboek met betrekking tot de juridische bijstand voerde de betaling van een ‘forfaitaire bijdrage’ of remgeld aan de pro-deo advocaat in. Daardoor was de juridische bijstand verstrekt door pro-deo advocaten niet langer volledig kosteloos. Vanaf 1 september 2016 moest je een dubbel remgeld betalen wanneer je een (gehele of gedeeltelijke) pro- deo advocaat werd toegewezen. Het dubbel remgeld omvat:

  • 20 euro bij de aanstelling van de advocaat
  • 30 euro per aanleg voor elke gerechtelijke procedure.

Op 16 januari 2017 werden twee verzoekschriften tot nietigverklaring ingediend tegen deze wet bij het Grondwettelijk Hof (GwH).

De verzoekers klaagden voor het GwH onder meer de schending aan van het recht op een eerlijk proces omdat de verplichting om de forfaitaire bijdragen te betalen, het voordeel van de juridische tweedelijnsbijstand in de weg zou staan, zoals gewaarborgd in artikel 23 van de Grondwet. Het Grondwettelijk Hof sprak zich hierover uit in arrest nr. 77/2018 op 21 juni 2018.

  • Grondwettelijk Hof: betaling remgeld is schending van art. 23 Grondwet

Het GwH oordeelt dat het tegenstrijdig is om een financiële bijdrage te vragen aan mensen die aanspraak maken op een pro deo advocaat juist omdat ze niet over de nodige middelen beschikken om die advocaat zelf te betalen. De invoering van een forfaitaire bijdrage van 50 euro is een aanzienlijke kost en betekent voor mensen met weinig bestaansmiddelen een aanzienlijke achteruitgang die onverenigbaar is met artikel 23 van de Grondwet dat het recht op juridische bijstand waarborgt aan iedereen.

De verplichting om aan de advocaat forfaitaire bijdragen te betalen wordt daarom als ongrondwettelijk beschouwd en vernietigd door het GwH.

  • Gevolgen: wat als je remgeld al betaalde?

Wat als je reeds een forfaitaire bijdrage betaalde aan je pro-deo advocaat? Kan je dit terugvorderen?

Het Grondwettelijk Hof verduidelijkt dat een onderscheid gemaakt moet worden tussen:

  • lopende gerechtelijke procedures: je ontvangt een terugbetaling van het betaalde remgeld als je pro-deo advocaat voor 31 augustus 2018 over de zaak nog geen verslag heeft uitgebracht aan het bureau voor juridische bijstand (BJB)
  • afgesloten gerechtelijke procedures: je kan geen terugbetaling ontvangen van het betaalde remgeld tenzij je pro-deo advocaat op 31 augustus 2018 nog geen verslag uitbracht aan het BJB

Vanaf 1 september 2016: Wijzigingen nomenclatuur voor pro-deo advocaten

De nomenclatuur die het aantal punten bepaalt en dus ook de vergoeding van de advocaten, werd op 1 september 2016 ook hervormd.

In de oude nomenclatuur kreeg de advocaat per prestatie een bepaald aantal punten. Elk punt was 25 euro waard. Vanaf 1 september 2016 is één punt gelijk aan één uur waarbij de waarde van het punt nog niet werd vastgelegd (pas in 2018). Zo zijn er in het administratief recht aanzienlijke wijzigingen aangebracht in de nomenclatuur.  Een gedetailleerd overzicht per rechtstak en procedure werd vastgelegd in het Ministerieel besluit van 19 juli 2016 tot vaststelling van de nomenclatuur van de punten voor prestaties verricht door advocaten belast met gedeeltelijk of volledig kosteloze juridische tweedelijnsbijstand.

Bijvoorbeeld: Voor een procedure voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen ontving de pro-deo advocaat vroeger 15 punten. Vanaf 1 september 2016 ontvangt de advocaat een basis van 3 punten plus 1 punt per aangevat uur van het verhoor. Voor een eerste beroepsprocedure in asielzaken kan een totaal van maximaal 11 punten worden toegewezen, afhankelijk van de geleverde prestaties. Voor een tweede of volgende asielaanvraag worden de basispunten niet toegekend tenzij het CGVS de herhaalde asielaanvraag in overweging neemt of als de advocaat aantoont dat de studie van de nieuwe elementen veel tijd heeft gekost.

Extra informatie