Als je een visumplichtige derdelander bent, moet je voor een visum kort verblijf o.m. bewijzen dat je voldoende bestaansmiddelen hebt. Ook als je niet visumplichtig bent, moet je dit bewijs kunnen leveren als je dit gevraagd wordt aan de grens. 

Je kan met een verbintenis tot tenlasteneming (bijlage 3bis) bewijzen dat je voldoende bestaansmiddelen hebt. De garant ondertekent de verbintenis tot tenlasteneming. 

Waaraan moet de garant voldoen?

De garant is:

  • een Belg of een vreemdeling met een onbeperkt verblijfsrecht in België
  • ingeschreven in het rijksregister
  • kredietwaardig

Hoe bewijst de garant zijn kredietwaardigheid?

De garant toont aan dat hij over voldoende bestaansmiddelen beschikt om de vreemdeling(en) die hij ten laste neemt te onderhouden.

DVZ neemt volgende bestaansmiddelen in aanmerking:

  • inkomsten uit arbeid in loondienst of uit zelfstandige activiteiten
  • toelagen van de overheid zoals pensioen, werkloosheidsuitkeringen, kindergeld, invaliditeitsuitkeringen 
  • inkomsten uit de verhuur van onroerend goed waarvan de garant eigenaar is

DVZ houdt geen rekening met OCMW-steun.  

Bovendien legt de garant elk nuttig document voor ter evaluatie van het bedrag van de inkomsten waarover de garant beschikt.  

Welke documenten legt de garant voor?

Als de garant een werknemer is, legt hij zijn drie laatste loonfiches voor. Andere mogelijke bewijzen zijn onder meer:

  • pensioenfiches,
  • het bewijs van werkloosheidsuitkeringen, 
  • rekeninguittreksels van de laatste drie maanden,
  • het aanslagbiljet in de personenbelasting betreffende het aanslagjaar voorafgaand aan het jaar van binnenkomst of van visumaanvraag.  

Een zelfstandige bewijst zijn inkomsten met zijn meest recente aanslagbiljet in de personenbelasting.  

De garant legt bovendien volgende documenten voor:

  • een gezinssamenstelling
  • eventuele documenten die de verwantschap bewijzen met de ten laste genomen vreemdeling

Richtbedragen

Bij de beoordeling van de kredietwaardigheid hanteert DVZ richtbedragen. Als de inkomsten lager zijn dan het richtbedrag, kan DVZ oordelen dat de garant niet kredietwaardig is.

DVZ kan ook rekening houden met elementen zoals:

  • de huisvestingsomstandigheden
  • het bestaan van een andere verbintenis tot tenlasteneming waarvoor de garant nog aansprakelijk is

Richtbedragen bij familiebezoek

Bij familiebezoek moet de garant per maand beschikken over:

  • 800 euro als basisbedrag
  • + 150 euro per persoon die de garant ten laste heeft
  • + 150 euro per uitgenodigde persoon

Het gaat om nettobedragen.

Met 'familie' worden 'bloedverwanten of aanverwanten tot in de 2de graad' bedoeld. Dit zijn:

  • partner
  • ouder, stiefouder, adoptieouder, schoonouder, grootouder
  • kind, stiefkind, adoptiekind, schoonkind, kleinkind
  • broer, zus, schoonbroer, schoonzus, stiefbroer, stiefzus

'Persoon die de garant ten laste heeft' is een 'persoon die fiscaal ten laste van de garant' is. Die persoon wordt vermeld op het aanslagbiljet en normaal ook op de loonfiches. 

Richtbedragen bij vriendenbezoek

Bij een vriendenbezoek moet de garant per maand beschikken over:

  • 1000 euro als basisbedrag
  • + 150 euro per persoon die de garant ten laste heeft
  • + 200 euro per uitgenodigde persoon

Het gaat om nettobedragen.

'Persoon die de garant ten laste heeft' is een 'persoon die fiscaal ten laste van de garant' is. Die persoon wordt vermeld op het aanslagbiljet en normaal ook op de loonfiches. 

Hoe verloopt de procedure?

Ondertekening bij de gemeente

De garant vult de verbintenis tot tenlasteneming (origineel en recto verso gedrukt) in. Die is te verkrijgen bij de gemeente.

De garant laat zijn handtekening door de gemeente legaliseren. 

De gemeente treedt op als 'brievenbus'. De gemeente is niet bevoegd om te oordelen over de kredietwaardigheid van de garant. De gemeente kan niet weigeren een tenlasteneming af te leveren omdat de garant niet over voldoende inkomsten zou beschikken. De gemeente mag geen voorwaarden, bijvoorbeeld over het inkomen, opleggen om tot aflevering van de bijlage 3bis over te gaan. 

Het verdere verloop van de procedure verschilt naargelang je visumplichtig bent of niet. 

Niet-visumplichtig

Als je niet-visumplichtig bent, dan legt de garant aan de gemeente voor:

  • zijn Belgische identiteitskaart of zijn verblijfskaart van onbeperkte duur,
  • bewijzen van zijn bestaansmiddelen,
  • de gezinssamenstelling en
  • eventuele bewijzen van verwantschap om de financiële situatie van de garant te beoordelen 

De gemeente stuurt de gelegaliseerde tenlasteneming en de documenten naar DVZ die de financiële draagkracht van de garant beoordeelt. DVZ kan de verbintenis tot tenlasteneming aanvaarden, weigeren of niet conform (onontvankelijk) verklaren. DVZ stuurt de verbintenis tot tenlasteneming naar de gemeente die de beslissing van DVZ betekent aan de garant. 

Bij een positieve beslissing van DVZ nodigt de gemeente de garant uit om de goedgekeurde bijlage 3bis af te halen. De garant maakt je vervolgens de goedgekeurde tenlasteneming over.

Je hebt 6 maanden de tijd om naar België te komen, te rekenen vanaf de datum die vermeld staat op de tenlasteneming. Dit is de datum waarop de handtekening van de garant werd gelegaliseerd door de gemeente. Na 6 maanden wordt de verbintenis tot tenlasteneming niet meer beschouwd als een geldig bewijs van voldoende bestaansmiddelen.  

Als DVZ oordeelt dat de garant niet over voldoende bestaansmiddelen beschikt, weigert DVZ de tenlasteneming. 

Visumplichtig

Als je visumplichtig bent, dan stuurt de garant je zonder voorafgaande controle van zijn kredietwaardigheid volgende documenten toe: 

  • een kopie van zijn Belgische identiteitskaart of van zijn verblijfskaart van onbeperkte duur,
  • bewijzen van zijn inkomsten en 
  • de door de gemeente gelegaliseerde verbintenis tot tenlasteneming

Je voegt bovenstaande documenten toe aan je visumaanvraag. 

Alleen als België geen diplomatieke post in je herkomstland heeft, stuurt de gemeente volgende documenten naar DVZ:

  • een kopie van de Belgische identiteitskaart van de garant of van zijn verblijfskaart van onbeperkte duur,
  • bewijzen van zijn inkomsten,
  • de gelegaliseerde verbintenis tot tenlasteneming en
  • de gezinssamenstelling van de garant. 

De garant moet dan bij de ondertekening van de bijlage 3bis aan de gemeente melden dat hij een tenlasteneming aangaat voor een visumplichtige vreemdeling en verduidelijken bij welke Schengenpost de visumaanvraag wordt ingediend. Dit is in principe de diplomatieke post van de Schengenstaat die optreedt als vertegenwoordiger van België.

Je hebt zes maanden vanaf de datum van legalisatie op de gemeente om je naar de (Belgische of Schengen)post te begeven en met de bijlage 3bis een visumaanvraag in te dienen. Na 6 maanden wordt de verbintenis tot tenlasteneming niet meer beschouwd als een geldig bewijs van voldoende bestaansmiddelen.

De Belgische post kan de verbintenis tot tenlasteneming aanvaarden als bewijs van voldoende bestaansmiddelen maar kan deze niet weigeren. De beslissing om een verbintenis tot tenlasteneming te weigeren wordt altijd genomen door DVZ.

Beroep

Je kan een niet-schorsend annulatieberoep instellen tegen de beslissing van de DVZ om een verbintenis tot tenlasteneming niet te aanvaarden. Je moet dat doen binnen de 30 dagen na de betekening ervan. Je stelt het beroep in bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV).

De beslissing verbintenis tot tenlasteneming niet te aanvaarden, is meteen ook een weigering van de afgifte van het visum. Ook tegen die beslissing kan je een annulatieberoep instellen bij de RvV. Je moet dat doen binnen 30 dagen na de betekening ervan.

Gevolgen van de tenlasteneming

De garant verbindt er zich toe om bepaalde kosten op zich te nemen gedurende een bepaalde periode. De garant verbindt zich ten aanzien van jou, het OCMW en de Belgische staat.

Hoe lang duurt de tenlasteneming?

De garant verbindt zich voor een periode van 2 jaar vanaf het moment dat je het Schengengrondgebied betreedt. Lees hieronder in welke gevallen aan een verbintenis tot tenlasteneming een einde komt. 

Voor welke kosten?

De garant verbindt zich voor alle kosten van je verblijf, je gezondheidszorgen en je repatriëring.

Wie kan de kosten van de garant terugvorderen?

Het OCMW kan de garant aanspreken voor de reële kosten van verblijf en gezondheidszorg. Het Verblijfsbesluit specifieert niet of kosten in het kader van dringende medische hulp daaronder vallen.

De Belgische Staat kan bij de garant aankloppen voor de betaling van deze kosten:

  • De kosten van verblijf en gezondheidszorgen die voortvloeien uit je opsluiting. Het bedrag wordt forfaitair vastgelegd op 180 euro per dag per persoon en wordt jaarlijks geïndexeerd (bedrag sinds 1/1/2019: 201 euro) . De dag van de binnenkomst wordt wel aangerekend, de dag van vertrek niet.
  • De kosten van je repatriëring die voortvloeien uit je begeleiding en vervoer naar het land waarvan je de nationaliteit bezit of waar je een verblijfstitel voor meer dan 3 maanden hebt.

Wat als de garant niet betaalt? 

Als de garant niet ingaat op de terugvordering, dan kan de schuldvordering worden overgedragen aan de administratie van het Kadaster, Registratie en Domeinen. 

Einde van de tenlasteneming

Er komt een einde aan de tenlasteneming in deze gevallen: 

  • Je betreedt het Schengengrondgebied zonder in het bezit te zijn van de vereiste binnenkomstdocumenten.
  • Je verlaat het Schengengrondgebied.
  • Je wordt toegelaten of gemachtigd op basis van de Verblijfswet om in België te verblijven. 
  • Je garant doet afstand van de tenlasteneming en de DVZ aanvaardt een tenlasteneming door een andere garant.
  • De geldigheidsduur van de verbintenis tot tenlasteneming is verstreken. Je bevindt je meer dan 2 jaar na het betreden van het Schengengrondgebied nog steeds in een Schengenlidstaat.
  • Je betreedt als niet-visumplichtige vreemdeling het Schengengrondgebied nadat er meer dan 6 maanden verlopen zijn sedert de datum waarop het gemeentebestuur de handtekening van de garant gelegaliseerd heeft.

 

Verbintenis tot tenlasteneming (bijlage 3bis) is een Belgisch document

De verbintenis tot tenlasteneming is een Belgisch document. Als je je visum kort verblijf aanvraagt bij een ambassade of een consulaat van een ander Schengenland, dan is dat Schengenland niet verplicht om het document te erkennen als bewijs van voldoende bestaansmiddelen. Tenzij België in dat land geen diplomatieke of consulaire post heeft en er een afspraak met het Schengenland bestaat om de bijlage 3bis wel te aanvaarden. Dit is het geval als België in een bepaald land geen diplomatieke of consulaire post heeft, en België het Schengenland toestemming gaf om in haar plaats op te treden.

Extra informatie