Je bent langer dan 1 jaar afwezig

In het kort

Ben je langer dan 1 jaar afwezig uit België, dan kan je via de diplomatieke of consulaire post een machtiging tot terugkeer aanvragen als je je in één van de onderstaande situaties bevindt (artikel 19, § 2, eerste lid Verblijfswet).

Situaties van recht op terugkeer

Behoud hoofdbelangen in België 

Voor je vertrek naar het buitenland moet je bewijzen dat je je hoofdbelangen in België behoudt (artikel 39, § 3 en 5 Verblijfsbesluit). Of je je hoofdbelangen in België behoudt, is een feitenkwestie. Je kan dit bewijzen met alle middelen. Het bewijs dat je eigenaar bent van een onroerend goed in België of het bewijs dat je gezin in België zal blijven wonen tijdens je afwezigheid zijn mogelijke bewijsmiddelen.

Je moet ook aan een aantal administratieve verplichtingen voldoen:

  • Vóór je vertrek moet je de gemeente van je verblijfplaats inlichten over je voornemen om het land te verlaten en er terug te keren. Je krijgt dan een bijlage 18 (attest van vertrek, artikel 39, § 6 Verblijfsbesluit).
  • Als de geldigheid van je verblijfskaart tijdens je verblijf in het buitenland zal verstrijken, moet je voor vertrek een verlenging van je verblijfskaart aanvragen zodat je bij terugkeer nog een geldige kaart hebt.
  • Na terugkeer moet je je binnen 15 dagen aanmelden bij de gemeente van je verblijfplaats.

Overmacht

Heb je aan de gemeente gemeld dat je minder dan 1 jaar afwezig zou zijn, maar ben je toch langer dan voorzien afwezig? Dan kan je je verblijfsrecht behouden als je langere afwezigheid werd veroorzaakt door redenen onafhankelijk van je wil (artikel 40 Verblijfsbesluit), bijvoorbeeld in geval van ziekte, dwang of een natuurramp.

Je moet je bij terugkomst melden bij de gemeente, met de nodige documenten die bewijzen dat je niet zelf verantwoordelijk was voor je langere afwezigheid. De gemeente stuurt deze documenten door naar de DVZ, die beslist of je je verblijfsrecht mag behouden of niet. In afwachting ontvang je een bijlage 15 die voor 3 maanden geldig is.

 De DVZ moet binnen de drie maanden vanaf de datum op de bijlage 15 een beslissing nemen. Bij een positieve beslissing of als de DVZ niet binnen de drie maanden een beslissing heeft genomen, word je terug in je vroegere toestand geplaatst (artikel 40, vierde lid Verblijfsbesluit)

Bij een negatieve beslissing, geeft de gemeente je een bijlage 14 (bevel om het grondgebied te verlaten). Je kan in onderstaande gevallen wel opnieuw een machtiging tot verblijf in België aanvragen of bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in beroep gaan tegen de bijlage 14.

Afwezigheid wegens dienstplicht

Heb je België verlaten omdat je in je land wettelijke militaire verplichtingen (of burgerdienst) moest vervullen, dan verlies je je verblijfsrecht niet als je:

  • het gemeentebestuur van je verblijfplaats bij je vertrek op de hoogte stelt van je afwezigheid in verband met de dienstplicht.
  • binnen zestig dagen na het vervullen van je militaire verplichtingen terugkeert naar België.

Na terugkeer ben je automatisch terug in orde, zonder dat je je terugkeer aan de gemeente moet melden (artikel 39, § 5 Verblijfsbesluit).
 

Bijdrage in de administratieve kosten

Ben je 18 jaar of ouder, dan moet je 192 euro betalen als bijdrage in de administratieve kosten voor de behandeling van je aanvraag tot machtiging tot terugkeer. Lees meer over de vrijstellingen en procedure. Je moet onder andere geen bijdrage betalen als je behoort tot één van de volgende categorieën:

  • begunstigden van de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije
  • erkende vluchtelingen en hun gezinsleden
  • door de familierechtbank als staatloze erkende personen.

Jijzelf, of een derde persoon, schrijft dit bedrag over op bankrekening BE57 6792 0060 9235 van de Dienst Vreemdelingenzaken.

In de mededeling vermeld je je naam, voornaam, geboortedatum en nationaliteit. Voor de mededeling moet je volgende structuur gebruiken: NaamVoornaamNationaliteitDDMMJJJJ.

Voor elk 18+ gezinslid is een aparte overschrijving vereist.

Het bewijs van betaling (bijvoorbeeld een rekeninguittreksel of een stortingsbewijs met stempel van de post) leg je voor bij de gemeente van je feitelijke verblijfplaats.

  • Leg je geen betalingsbewijs voor, dan verklaart de DVZ je aanvraag onontvankelijk. Je krijgt dan een  bijlage 42 (beslissing van niet-ontvankelijkheid). 
  • Leg je een betalingsbewijs voor waaruit blijkt dat je een gedeelte van de bijdrage betaald hebt, dan krijg je een bijlage 43. Je krijgt dan 30 dagen (te rekenen vanaf de dag na de kennisgeving van de beslissing) om het resterende bedrag te storten én om het bewijs daarvan voor te leggen. Stelt de DVZ vast dat dit bedrag niet betaald werd binnen deze termijn, dan krijg je een bijlage 42, en wordt je aanvraag onontvankelijk verklaard. 

Tegen de bijlage 42 en 43 kan je een (niet-schorsend) beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen indienen.