Afghanistan: verblijfsaanvragen en bijstand sinds machtsovername Taliban

In het kort

Op deze pagina vind je een actueel overzicht van de (praktische) informatie die wij ter beschikking hebben. Er blijven veel onduidelijkheden bestaan, en de situatie wijzigt vaak. We volgen de ontwikkelingen op en blijven dit overzicht actualiseren met de info die wij krijgen. Consulteer regelmatig deze pagina, alsook de websites van de bevoegde instanties: DVZ, CGVS, Fedasil en de FOD Buitenlandse Zaken. 

laatst bijgewerkt in mei 2023

Verblijfsprocedures vanuit het buitenland

Voor het indienen van een verblijfsaanvraag en de afgifte van een visum gelden voor Afghanen die naar België willen komen de inhoudelijke en procedurele voorwaarden die in normale omstandigheden van toepassing zijn.

Volgende verblijfsprocedures kunnen worden doorlopen:
- visum gezinshereniging
- humanitair visum
- visum kort verblijf
- arbeidsmigratie
- studentenvisum

In de praktijk zullen voor Afghanen voornamelijk de eerste twee procedures relevant zijn. Bijgevolg wordt enkele de specificiteit van deze procedures in het kader van de Afghaanse situatie besproken.

Of iemand in aanmerking komt voor een visum gezinshereniging hangt onder meer af van de nationaliteit en het verblijfsrecht van de referentiepersoon in België. De voorwaarden, documenten en te volgen procedure worden uitvoerig besproken op onze webpagina's gezinshereniging.

Met betrekking tot de beoordeling van aanvragen gezinshereniging gaat DVZ ook nog steeds uit van de normale wettelijke vereisten.

Concreet betekent dit het volgende:

  • Enkel de wettelijk bepaalde familieleden komen in aanmerking. Andere familieleden (zoals bijvoorbeeld broers, zussen, ooms, tantes, grootouders, enzovoort) kunnen vaak enkel een humanitair visum aanvragen.
  • De materiële voorwaarden moeten vervuld zijn (indien van toepassing: toereikende, stabiele en regelmatige inkomsten; voldoende huisvesting; ziekteverzekering; geen gevaar voor volksgezondheid, openbare orde of nationale veiligheid). De wettelijk voorziene uitzonderingen of vrijstellingen blijven uiteraard van toepassing. Zo moet DVZ in het kader van de individuele behoefteanalyse en de verplichte evenredigheidstoets steeds rekening houden met alle individuele elementen van het dossier. Bijgevolg is het altijd nuttig om de individuele situatie van zowel de referentiepersoon in België, als het familielid in Afghanistan zoveel mogelijk te duiden en te staven met bewijzen.
  • De administratieve bijdrage moet betaald worden, behalve voor familieleden die vrijgesteld zijn.

a) Flexibiliteit vereiste documenten?

Het algemene standpunt van de DVZ is dat zij geval per geval beoordelen of het onmogelijk is om bepaalde documenten voor te leggen of niet.  DVZ beoordeelt de Afghaanse aanvragen in samenspraak met de Belgische ambassade in Islamabad. In elk individueel dossier bekijken ze welke alternatieve, al dan niet gelegaliseerde, documenten aanvaard kunnen worden. Hierbij wordt er gekeken naar het geheel van documenten die worden voorgelegd. Zo wordt er rekening gehouden met de bewijswaarde van deze documenten en conformiteit met bestaande elementen in het dossier (bv. verklaringen van de refertepersoon tijdens zijn asielprocedure). In gevallen waar de aangebrachte documenten en informatie niet volstaan, kan beroep gedaan worden op een DNA-test (zie titel 1.1.1., ondertitel ‘e) DNA-test’).

Het is aan de betrokkene om proactief en uitvoerig te beargumenteren waarom hij in zijn specifiek geval niet aan de vooropgestelde wettelijke vereisten kan voldoen, indien mogelijk met bewijsstukken. De algemene veiligheidssituatie in Afghanistan voorziet Afghanen dus niet automatisch van bepaalde vrijstellingen. Het is dus cruciaal om te specifiëren welke dienst gesloten is, welke beschermingsrisico’s de aanvrager loopt, waarom hij daardoor niet de vereiste documenten kan verkrijgen, enzovoort. In situaties waar het evident is dat het mogelijk is om een bepaald document te verkrijgen, is het nuttig om aan de DVZ  te vragen naar een algemene uitzondering of tenminste een snelle beoordeling van de redenen die de aanvrager momenteel opgeeft over de onmogelijkheid. 

In de praktijk blijkt dat DVZ toch zeer streng blijft wat betreft de voorgelegde documenten. Het blijft dus aangeraden om de aanvraag te onderbouwen met zo veel mogelijk nuttige documenten.

Specifieke documenten

  • Attest van celibaat: DVZ liet begin april 2022 aan Myria weten dat wanneer dit document niet kan worden voorgelegd, het bewijs van ongehuwde staat op een andere manier kan gebeuren, bijvoorbeeld door middel van een ondertekende verklaring op eer (zie nota Myria van 19 juli 2022).
  • Uittreksel strafregister: Het standpunt van DVZ hieromtrent is nog niet duidelijk (zie nota Myria van 19 juli 2022). In een arrest van 14 juni 2022 (nr. 274.047) beslist de Raad voor vreemdelingenbetwistingen (RvV) dat het ontbreken van een uittreksel uit het strafregister niet noodzakelijk mag leiden tot een weigering van de aanvraag.  

Bewijs familieband

In sommige gevallen is DVZ bij wet verplicht om rekening te houden met andere geldige bewijzen (art. 12bis, §§5 en 6 Verblijfswet). Voor het bewijs van de familieband voorziet de Verblijfswet zelf in alternatieve bewijsmodaliteiten via een cascadesysteem. Dit geldt in het algemeen, onafhankelijk van de specifieke situatie van Afghanistan, maar is in dit kader wel belangrijk.

Volgens de Verblijfswet wordt de familieband door middel van de volgende bewijsmiddelen vastgesteld:

  1. officiële documenten die deze band aantonen, opgesteld overeenkomstig de regels van het internationaal privaatrecht, zowel wat de inhoudelijke en vormelijke voorwaarden als wat de legalisatie betreft. Over het algemeen gaat het om een letterlijk afschrift van het origineel van de akte die overeenkomstig artikel 30 van het Wetboek van internationaal privaatrecht gelegaliseerd werd.
  2. 'andere geldige bewijzen', indien het voor de vreemdeling niet mogelijk is om officiële documenten voor te leggen. Bij familie van begunstigden van internationale bescherming, met wie de familieband al bestond voor aankomst van de referentiepersoon in België, is DVZ verplicht hiermee rekening te houden (art. 12bis, §5 Verblijfswet). Ook mag DVZ de aanvraag niet weigeren om de enige reden dat er geen officiële documenten van de gezinsband werden voorgelegd (art. 11, §2, eerste lid Verblijfswet). Over de uitleg van dit principe door het Hof van Justitie, lees je meer in dit nieuwsbericht van april 2019. Over een toepassing hiervan door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV), lees je meer in dit nieuwsbericht van augustus 2020. Voor familie van begunstigden van internationale bescherming, met wie de familieband pas tot stand kwam na aankomst van de referentiepersoon in België, voor familie van andere derdelanders met verblijfsrecht in België (artikel 12bis, §6 Verblijfswet) en familieleden van Belgen en Unieburgers (artikel 44 Verblijfsbesluit) is deze mogelijkheid onderworpen aan de discretionaire beoordeling van DVZ. De RvV oordeelde dat DVZ deze discretionaire bevoegdheid wel op redelijke wijze moet uitoefenen (lees hierover ons nieuwsbericht).
  3. een onderhoud of een aanvullende analyse (een DNA-test), indien het familielid geen ‘andere geldige bewijzen’ kan voorleggen.

De omzendbrief van 17 juni 2009 houdende bepaalde verduidelijkingen en wijzigings- en opheffingsbepalingen inzake gezinshereniging verduidelijkt verder:

  • wanneer aanvaard wordt dat het ‘onmogelijk’ is om officiële documenten voor te leggen, en
  • welke 'andere geldige bewijzen' aanvaard kunnen worden.
  • Opgelet! De omzendbrief van 17 juni 2009 verzwaart de bewijslast door te stellen dat men de ‘onmogelijkheid’ moet bewijzen om officiële documenten voor te leggen, terwijl noch de verblijfswetgeving, noch de Gezinsherenigingsrichtlijn dit oplegt. Het familielid moet alleen aantonen dat het geen officiële documenten kan voorleggen, zonder dat dit daarom onmogelijk moet zijn. Bovendien blijkt intussen uit rechtspraak van het Hof van Justitie (lees hierover meer in dit nieuwsbericht) dat, van zodra het familielid zijn samenwerkingsplicht ten aanzien van de lidstaat nakomt en er kennelijk geen sprake is van fraude, de lidstaat verplicht is om rekening te houden met andere bewijzen van de gezinsband, zelfs al vindt de lidstaat de uitleg voor het ontbreken van officiële documenten niet plausibel.

In de praktijk is het aangewezen dat de aanvrager alle mogelijke bewijzen van de gezinsband voorlegt en motiveert waarom hij, desgevallend, bepaalde documenten niet kan voorleggen. Ook hier voorziet de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan Afghanen dus niet automatisch van een vrijstelling.

b) Termijnen en leeftijdsvoorwaarden

De huidige situatie in Afghanistan maakt zowel het verzamelen van de nodige documenten als de indiening van een visumaanvraag bij de bevoegde Belgische diplomatieke post bijzonder moeilijk, of zelfs onmogelijk. Dit heeft verregaande gevolgen voor gezinshereniging, aangezien er tal van termijnen en leeftijdsvoorwaarden gelden: als de aanvraag niet tijdig ingediend wordt zal er in sommige gevallen geen recht op gezinshereniging meer bestaan of gelden er strengere voorwaarden.

Voor wat betreft termijnen en leeftijdsvoorwaarden die specifiek gelden voor de familieleden van erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden:

1. De Verblijfswet voorziet een vrijstelling op de vereisten van huisvesting, ziekteverzekering en bestaansmiddelen, op voorwaarde dat:

  • de familieband reeds bestond vooraleer de referentiepersoon België binnenkwam, en
  • de aanvraag is ingediend binnen het jaar na de erkenning als vluchteling of de toekenning van het statuut van subsidiair beschermde.

Uit rechtspraak van het Hof van Justitie en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen blijkt evenwel dat wanneer een laattijdige aanvraag gezinshereniging objectief verschoonbaar is, termijnen niet strikt toegepast mogen worden. We bespraken deze rechtspraak in dit nieuwsbericht van januari 2019.

2.Ouders van een niet-begeleide minderjarige vluchteling hebben een recht op gezinshereniging, ook al is hij/zij ondertussen meerderjarig op het moment van de aanvraag gezinshereniging. Wel moeten de ouders hun aanvraag gezinshereniging indienen binnen een redelijke termijn na zijn erkenning als vluchteling of na de toekenning van de subsidiaire bescherming. Lees meer hierover in dit nieuwsbericht.

DVZ past in dergelijke situaties een strikte termijn van 3 maanden toe. Volgens de RvV moet deze ‘redelijke termijn’ echter in elk dossier concreet beoordeeld worden door DVZ. Deze rechtspraak wordt besproken in een nieuwsbericht van januari 2020. Ook moeten bijzondere omstandigheden die de laattijdige indiening objectief verschoonbaar maken, aanvaard worden (zie RvV 21 april 2020, nr. 235.415; RvV 17 december 2020, nr. 246.404; RvV 29 oktober 2019, nr. 228.228 (UDN), RvV 17 september 2020, nr. 241.134).

Bij eenlaattijdige indiening van de aanvraag, is het dus steeds zeer belangrijk dat het gezinslid expliciet de specifieke moeilijkheden of omstandigheden uiteenzet die de tijdige indiening hebben verhinderd buiten zijn wil om. Dit door aan te tonen dat hij er alles aan deed om tijdig een aanvraag in te dienen (dit wil zeggen vóór het verstrijken van een termijn of leeftijdsgrens), maar dat dit onmogelijk of bijzonder moeilijk was. Het is daarom nuttig om een spoor bij te houden van de gezette stappen, en de nodige bewijsstukken hiervan aan te brengen. Bijvoorbeeld:

  • Persartikels of rapporten omtrent de sluiting van de grensovergangen, van de Afghaanse openbare diensten, enzovoort
  • Een kopie van de aanvraag en de afgifte van het Pakistaans e-visum om de grens over te steken
  • Printscreens van de website van VFS indien er geen afspraken kunnen worden gemaakt

Opdat deze omstandigheden worden aanvaard, is het bovendien sterk aanbevolen dat het familielid op voorhand en met name vóór het verstrijken van de wettelijke termijn, zijn intentie kenbaar maakt om een visum gezinshereniging aan te vragen. Dit door per mail contact op te nemen met de bevoegde Belgische diplomatieke post en DVZ. Hierbij is het belangrijk om zo gedetailleerd mogelijk uiteen te zetten en zoveel mogelijk aan te tonen dat het onmogelijk is om de grens over te steken en de aanvraag bij de outsourcingpartner van de bevoegde Belgische diplomatieke post in te dienen. Anderzijds vernietigde de RvV al een weigering van DVZ, omdat DVZ de bijzondere omstandigheden en verschoonbaarheid niet uit eigen beweging onderzocht, terwijl hij hiervan op de hoogte moest zijn omdat het algemeen gekend was (RvV 12 oktober 2020, nr. 242.087, besproken in dit nieuwsbericht).

Meer informatie over de mogelijkheid om een humanitair visum in te dienen, vindt u op onze webpagina’s ‘Humanitair visum’.

Het huidig beleid ten aanzien van aanvragen voor een humanitair visum ingediend door Afghanen blijft onbekend. Er is voorlopig nog geen informatie beschikbaar over de slaagkansen van een humanitaire visum voor bepaalde risicoprofielen uit Afghanistan. Dit wordt ook bevestigd door Myria.

De voormalige staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi benadrukte in het verleden dat steeds een individuele analyse gemaakt wordt van het dossier, waarbij de huidige situatie in Afghanistan een rol speelt bij de beoordeling van de elementen in het dossier (e-mail kabinet staatssecretaris 6 oktober 2021). Ook gaf hij reeds te kennen in het bijzonder rekening te houden met de profielen die in aanmerking kwamen voor evacuatie, met name personen die een verhoogd risico lopen (zoals bijvoorbeeld zij die gewerkt hebben voor het Ministerie van Defensie, mensenrechtenorganisaties, andere (inter)gouvernementele en internationale organisaties, journalisten, vrouwenbewegingen, enzovoort) (overleg met kabinet staatsecretaris voor Asiel en Migratie, 2 september 2021).

Praktisch verloop visumaanvraag

Om een visumaanvraag in te dienen, moeten normaliter een aantal documenten verzameld worden in Afghanistan. Bijvoorbeeld: taskara’s, paspoorten, huwelijks-, geboorte- en overlijdensaktes, uittreksel strafregister, enzovoort.

Het is mogelijk om bepaalde documenten van de burgerlijke stand te verkrijgen in Afghanistan (taskara, geboorteakte, huwelijksakte, enzovoort). Er lijken echter sterke regionale verschillen te zijn tussen welke documenten verkregen kunnen worden. Voor personen die niet in Kabul wonen, blijkt het veel moeilijker te zijn om zich dergelijke documenten te verschaffen. Ook kan de kostprijs van de documenten sterk verschillen, en soms heel hoog oplopen. Het is zeer moeilijk om in te praktijk in te schatten wat al dan niet verkrijgbaar is.

Vanaf 8 oktober 2022 was het niet meer mogelijk Afghaanse paspoorten te verkrijgen. Op 1 maart 2023 werd aangekondigd dat men zich opnieuw kon laten registreren voor het bekomen van een paspoort in Afghanistan. Uit de praktijk is gebleken dat dit zelden tot het afleveren van een paspoort heeft geleid en dat er buitensporig lange termijnen gelden.

De Afghaanse ambassade in België levert bepaalde documenten af, nl. een geboorteakte, attest van nationaliteit, akte van gewoonterecht (attest Afghaanse ambassade van 24/05/2022).
Het is niet duidelijk of de Afghaanse ambassade opnieuw paspoorten aflevert. Volgens informatie van Fedasil zou men enkel reeds uitgegeven paspoorten kunnen verlengen. 

Het Afghaans ministerie van Buitenlandse zaken onder het Talibanregime legaliseert opnieuw Afghaanse documenten.

Legalisatie door Belgische ambassade in Pakistan:

De Belgische ambassade in Islamabad is bevoegd om documenten afgeleverd door de Afghaanse autoriteiten te legaliseren.

Op 6 juli 2022 liet het directiehoofd Personenrecht, Directie-generaal Consulaire zaken van FOD Buitenlandse Zaken weten dat er geen Afghaanse documenten meer worden gelegaliseerd door de Belgische ambassade in Islamabad. Legalisatie is niet meer mogelijk omdat uit recent ingewonnen informatie, ook bij andere EU-Lidstaten, blijkt dat er de (feitelijke) onmogelijkheid is om de herkomst, de identiteit en de bevoegdheid van de Afghaanse autoriteit die documenten afgeeft te controleren. Dit is noodzakelijk met het oog op “het bevestigen van de echtheid van de handtekening en de hoedanigheid waarin de ondertekenaar heeft gehandeld en, in voorkomend geval, de identiteit van de stempel of het zegel waarmee het document is bekleed."

Legalisatie door FOD Buitenlandse zaken 

De FOD Buitenlandse Zaken bevestigde op 07/03/2022 dat documenten afgeleverd door de Afghaanse ambassade in België zonder enig probleem kunnen worden gelegaliseerd. 

Plaats en wijze van indiening

In principe moet de aanvrager zich persoonlijk aanbieden bij de bevoegde Belgische diplomatieke post om zijn verblijfsaanvraag in te dienen. 

In situaties waarin het onmogelijk of bijzonder moeilijk is voor het gezinslid om zich te verplaatsen naar de bevoegde post, mag België dit niet eisen. Dit geldt in het bijzonder, maar niet uitsluitend, voor familie van personen met internationale bescherming. Lidstaten mogen wel vragen dat het gezinslid persoonlijk verschijnt in een latere fase van de aanvraagprocedure, zoals voor het ophalen van het visum. Meer informatie vind je in ons nieuwsbericht over de indiening op afstand naar aanleiding van arrest, C-1/23 PPU, Afrin van het Hof van Justitie van 18 april 2023. De procedure wordt ook beschreven op de website van DVZ.  

De Belgische ambassade in Islamabad (Pakistan) blijft voor Afghanen in principe de bevoegde diplomatieke post voor de indiening van een visumaanvraag.

Uitzonderlijk kan indiening ook bij de Belgische diplomatieke post van een ander land:

  • Als de aanvrager wettig verblijft heeft in dat land (lang verblijf). Dit stelt DVZ op zijn website.
  • Voor een visum gezinshereniging van familieleden van begunstigden van internationale bescherming in België. Dit stelt DVZ op zijn website.
  • Voor een humanitair visum van familieleden van begunstigden van internationale bescherming dat samen wordt ingediend met een aanvraag voor een visum gezinshereniging van andere gezinsleden binnen dat gezin. (gemengde aanvragen), zie de specifieke webpagina’s hierover.
  • In zeer uitzonderlijke gevallen (individuele beoordeling), kunnen Afghaanse familieleden van Belgen of Afghanen met een ander verblijfsrecht in België, hun aanvraag voor een visum gezinshereniging indienen bij een andere Belgische diplomatieke post indien zij kunnen aantonen dat zij zich onmogelijk naar Islamabad kunnen begeven (individuele beoordeling). Hiervoor moet op voorhand de Belgische diplomatieke post worden gecontacteerd. De diplomatieke post kan bij twijfel het advies vragen van DVZ. Dit volgt uit instructies van de Staatsecretaris voor asiel en migratie van 08/07/2022 (zie nota van Myria van 19 juli 2022).

Volgens deze modaliteiten is het dus mogelijk om de aanvraag in te dienen bij de Belgische ambassade in Teheran (Iran). Omwille van technische problemen, een gebrek aan capaciteit, en moeilijkheden in de werking van VFS Teheran, zijn er echter veel praktische belemmeringen. 

Grensovergang

Om een visumaanvraag in te dienen, moeten personen die zich in Afghanistan bevinden naar de bevoegde Belgische diplomatieke post gaan. Hiervoor moeten ze Afghanistan dus verlaten. De meeste grensovergangen met de buurlanden worden echter streng gecontroleerd.

Om naar Pakistan te kunnen afreizen moeten Afghaanse onderdanen een geldig visum hebben, afgeleverd door de Pakistaanse autoriteiten. Er is veel onduidelijkheid over de precieze procedure om een dergelijk visum te verkrijgen, en over de exacte gang van zaken aan de grensposten. Dit is wat wij weten: 

  • Afghanen kunnen een e-visum aanvragen via deze website. Om een e-visum te bekomen is een geldig paspoort vereist. In de praktijk stellen wij grote moeilijkheden en lange wachttijden vast bij de aanvraag van een e-visum. Via tussenpersonen zou het sneller gaan maar daar gaan buitensporige kosten mee gepaard. 
  • Voor zij die een visum verkrijgen is de maximale gelidgheidsduur van het visum 1 jaar, met een ononderbroken verblijf van maximum 60 dagen. (informatie Family Reunification Netwerk, vergadering 13/10/2022)
  • Het zou mogelijk zijn om online een verlenging van het visum aan te vragen. 
  • Het zou ook mogelijk zijn om een visum aan te vragen bij de Pakistaanse diplomatieke posten in Afghanistan (ambassade in Kabul, en consulaten in Herat, Jalalabad, Kandahar en Mazar-e-Sharif).
 Zelfs met een geldig visum, zijn er mogelijk obstakels om de grens over te steken. Het zou bijvoorbeeld voor vrouwen moeilijk of onmogelijk zijn om de grens over te geraken zonder begeleiding van een mannelijk familielid (zie nota Myria van 19 juli 2022).

De FOD BuZa raadt nog steeds formeel af om zich naar de grens te begeven via de landroute, gezien de precaire veiligheidssituatie. Voor actuele informatie omtrent de situatie aan de landsgrenzen van Afghanistan, is het nuttig om de website van UNHCR in Afghanistan te raadplegen.

De officiële grensovergangen tussen Afghanistan en Iran zijn enkel open voor Afghanen met een geldig paspoort en visum voor Iran. Iran blijft Afghanen die worden aangehouden terwijl ze onwettig de grens trachten over te steken, terugsturen naar Afghanistan.

Verloop indiening

Visumaanvragen moeten ingediend worden via de outsourcingspartner van de Belgische ambassade in Islamabad, met name één van de drie VFS Global kantoren in Pakistan (Islamabad, Lahore of Karachi). Er geldt geen algemene walk-in procedure meer. Om zeker te zijn van een plaats, moet dus best op voorhand een afspraak worden gemaakt. 

De kosten van de aanvraag dienen ter plaatse bij de outsourcingpartner in cash te worden betaald. Het gaat om:

  • een ‘service fee’ van 45,50 EUR en
  • een visumleges van 180 EUR.

Daar waar er in het visaonweb-formulier gevraagd wordt naar informatie over het reisdocument waarmee er naar België zal afgereisd worden, kan er bij gebrek aan een reisdocument uitzonderlijk en voorlopig een fictief documentnummer ingegeven worden. Dit meldt de Belgische ambassade in Islamabad.

Voor meer informatie over het praktische verloop van het indienen van een visumaanvraag, zie de Engelstalige website van de Belgische ambassade in Islamabad.

In geval van problemen bij de indiening van de aanvraag (Visa On Web, afsprakensysteem, betaling service fee, inontvangstname van de aanvraag), wordt er best contact opgenomen met:

Mogelijkheid indiening onvolledig dossier

Ten gevolge van de toestand in Afghanistan, had de voormalige staatssecretaris voor asiel en Migratie aangekondigd dat een visumaanvraag uitzonderlijk en voorlopig kon worden ingediend zelfs al ontbraken bepaalde documenten. In dat geval werd gevraagd om een begeleidende brief toe te voegen om de redenen voor het ontbreken van de vereiste documenten uit te leggen. Het was aan de betrokkene om proactief en uitvoerig te beargumenteren waarom hij in zijn specifiek geval niet aan de vooropgestelde wettelijke vereisten kan voldoen, indien mogelijk met bewijsstukken. Het is onduidelijk of dit nog steeds het geval is.

Specifiek voor familieleden van begunstigden van internationale bescherming stelt DVZ in het algemeen op zijn website dat een aanvraag aanvaard wordt zodra de volgende documenten worden voorgelegd:

  • een ingevuld, gedateerd en ondertekend aanvraagformulier;
  • het bewijs van de betaling van de visumleges, tenzij de aanvrager is vrijgesteld;
  • een persoonlijk reisdocument waarin een visum kan worden aangebracht, of, indien de aanvrager dit document niet kan voorleggen, een ander bewijs van zijn identiteit (of meerdere andere bewijzen van zijn identiteit) waaraan de bevoegde Belgische ambassade of het bevoegd Belgisch consulaat geloof hecht;
  • het bewijs dat de gezinshereniger een door België beschermde vreemdeling is (erkenning van de vluchtelingenstatus of toekenning van een subsidiaire bescherming door het CGVS of de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen).

Ontbreken paspoort

Bij het indienen van de aanvraag, moet de aanvrager zijn identiteit aantonen. Hiervoor moet normaal gezien een geldig reisdocument (Afghaans paspoort) worden voorgelegd. De Belgische ambassade in Pakistan informeerde het AgII dat een visumaanvraag kan worden ingediend met een paspoort dat na 15 augustus is afgegeven, maar dat deze paspoorten (voorlopig) niet erkend worden. Er is voorlopig nog steeds geen officieel standpunt genomen over de erkenning van Afghaanse paspoorten. 

Specifiek voor familieleden van begunstigden van internationale bescherming stelt DVZ in het algemeen op zijn website dat het ontbreken van een reisdocument geen onoverkomelijk obstakel is voor de indiening van de aanvraag. Indien de aanvrager daadwerkelijk geen geldig reisdocument kan voorleggen kan hij zijn visumaanvraag indienen, maar hij moet zijn identiteit met andere bewijsmiddelen aantonen. DVZ benadrukt wel dat indien de ambassade of het consulaat van mening is dat het redelijkerwijs mogelijk is om een reisdocument te bekomen, dit document moet worden voorgelegd wanneer de aanvraag wordt ingediend, of, ten laatste, voor het bekomen van het visum, indien dit visum door de Dienst Vreemdelingenzaken wordt toegekend.

Wat de noodzaak van een reisdocument betreft voor een reis naar België, zie hieronder 'g) Reis naar België'.

Eens de aanvraag is ingediend, raadt de FOD BuZa aan om niet terug te keren naar Afghanistan, om veiligheidsredenen. In het kader hiervan is het van belang om tijdig een verlenging van het visum voor Pakistan, of het land waarin de betrokkene zich bevindt in afwachting van een beslissing over zijn visumaanvraag, aan te vragen. Op deze wijze worden onder meer problemen aan de grens bij het verlaten van het desbetreffende land vermeden (zie ondertitel ‘g) reis naar België’)

DVZ tracht de visumaanvragen zorgvuldig en zo snel mogelijk te behandelen. Omwille van het hoog aantal aanvragen kan de duur van behandeling mogelijks hoog oplopen. In oktober 2022 is er sprake van een behandelingsduur van ongeveer 4 à 5 maanden.

Afghanen die al een visum gezinshereniging of humanitair visum hebben aangevraagd kunnen de status van de verwerking van hun aanvraag terugvinden op de website van DVZ.

Het is mogelijk dat extra documenten worden opgevraagd tijdens de procedure. Dit wordt rechtstreeks gecommuniceerd door de Belgische ambassade aan de aanvragers. De opgevraagde documenten moeten binnen gebracht worden bij VFS Global. De behandelingsduur is in dit geval veel langer.

Wanneer de voorgelegde documenten volgens DVZ niet volstaan om de familieband vast te stellen, wordt de aanvraag in het algemeen geweigerd ‘onder voorbehoud van een DNA-test’. Zo stelt DVZ de aanvrager in staat om de verwantschapsband met een DNA-test aan te tonen. De DNA-procedure wordt door DVZ voorgesteld ná een volledig onderzoek van de visumaanvraag, wanneer de visumaanvrager de wettelijk bepaalde leeftijd voor gezinshereniging niet overschrijdt en indien de rest van het dossier in orde is. De aanvrager kan dus niet zelf voor deze procedure kiezen. Indien de andere voorwaarden voor de gezinshereniging vervuld zijn, kan het visum aldus op basis van het positieve resultaat van de DNA-test worden afgegeven.

Meer informatie over de DNA-procedure vind je terug op de website van DVZ.

RvV: weigering visum gezinshereniging onder voorbehoud van DNA test mag niet afhankelijk zijn van uittreksel strafregister

Vaak maakt DVZ het opstarten van de DNA-procedure afhankelijk van het voorleggen van bijkomende documenten, zoals een celibaatsattest of een uittreksel uit het strafregister. In een arrest van 14 juni 2022 (nr. 274.047) verwerpt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) deze praktijk. De RvV besliste dat wanneer DVZ een visumaanvraag gezinshereniging weigert en tegelijkertijd de mogelijkheid biedt om de verwantschaps- en afstammingsbanden alsnog aan te tonen door een DNA-test, deze niet afhankelijk mag worden gemaakt van het voorleggen van een uittreksel uit het strafregister van de betrokkene. Beiden staan namelijk los van elkaar. De weigering kan bovendien nog niet worden genomen vooraleer de DNA-test werd uitgevoerd. Lees meer over dit arrest in ons nieuwsbericht hierover. 

Wanneer een visum is toegekend, moet het in principe worden aangebracht op een door België erkend reisdocument om naar België te kunnen reizen. Personen voor wie een positieve beslissing werd genomen, krijgen een e-mail van de Belgische ambassade met instructies. Het afgeleverd visum kan worden opgehaald bij de outsourcingspartner door een derde.

Indien het visum werd aangevraagd met een paspoort afgeleverd na 15 augustus 2021 door het nieuwe regime, zal de visumsticker niet worden aangebracht in het paspoort indien het paspoort melding maakt van 'Islamitisch Emiraat' en niet 'Islamitische Republiek'. Een doorlaatbewijs (‘laissez-passer’) zal dan worden afgeleverd, met daarop de visumsticker. De laissez-passer kan enkel aan de aanvrager zelf worden afgeleverd, niet via een derde. 

Voor wat betreft de geldigheidstermijn van het visum:

  • De instructies tot aflevering van het visum zijn 6 maanden geldig. Binnen deze termijn moet het visum dus worden opgehaald bij de ambassade.
  • Afgeleverde visa zijn 1 jaar geldig vanaf de datum van afgifte. Bij het verstrijken van deze geldigheid moet een nieuwe visumaanvraag worden ingediend. (Met een beperkte controle als het verstrijken van de termijn te wijten is aan omstandigheden buiten de wil van de aanvrager.)

Na het afleveren van een visum door de Belgische ambassade kan men Pakistan enkel verlaten indien men beschikt over een geldig visum voor Pakistan waarvan de geldigheid nog niet verstreken is. Is dit niet het geval moet een uitreisvisum (exit permit) worden aangevraagd.

Wat we weten uit de praktijk (informatie Family Reunification Netwerk, vergadering 13/10/2022):

  • Met een geldig Afghaans paspoort en een geldig visum voor Pakistan, is er geen uitreisvergunning (exit permit) nodig om Pakistan te verlaten na het afleveren van een visum voor België. 
  • Indien het visum voor Pakistan verstreken is, kan men Pakistan niet verlaten tenzij een exit permit wordt gevraagd via het Pakistan Online Visa System - Government of Pakistan (nadra.gov.pk). Dit met wisselend succes. Deze exit permit is 15 dagen geldig. Sinds 1 januari 2023 zou er opnieuw een boete moeten betaald worden voor het overschrijden van het visum.
  • Voor personen die niet over een geldig paspoort beschikken zou er via tussenkomst van IOM ter plaatse toch een mogelijkheid bestaan om een exit permit te bekomen via een aanvraagprocedure op papier. Meer informatie is hierover niet beschikbaar.
  • Het is niet duidelijk of de Pakistaanse autoriteiten een Belgisch doorlaatbewijs (bij ontbreken paspoort) aanvaarden als geldig reisdocument om Pakistan te verlaten.
  • Erkend vluchtelingen door de VN Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) in Pakistan zijn in principe vrijgesteld van de verplichting van een exit visum. 

De Iraanse autoriteiten aanvaarden een Belgisch doorlaatbewijs niet als reisdocument om het land te verlaten. Een Afghaans paspoort is dus noodzakelijk om het land te verlaten.

Procedures vanuit België

Het CGVS kondigde op 2 maart 2022 een nieuw beleid aan voor de beoordeling van verzoeken om internationale bescherming uit Afghanistan. De tijdelijke opschorting van de beoordeling van de status van subsidiaire bescherming werd opgeheven. Het CGVS nam opnieuw beslissingen in alle Afghaanse dossiers. 

Dit nieuwe beleid houdt het volgende in: 

  • Vluchtelingenstatus: het CGVS erkent dat de situatie voor veel Afghanen is verslechterd en dat zijn een risico op vervolging hebben. Dit is met name het geval voor de volgende profielen: journalisten, mensenrechtenactivisten, opposanten en critici van de taliban, personen met bepaalde functies onder de vorige regering, bepaalde medewerkers van de vroegere buitenlandse troepen en organisaties, bepaalde minderheden, LGBT-personen en andere personen die ingaan tegen conservatieve of religieuze normen en waarden, alleenstaande minderjarigen of vrouwen zonder een netwerk, familieleden van bepaalde risicoprofielen …Volgens het CGVS is het toepassingsgebied voor de erkenning van de status van vluchteling dus ruimer dan die voor de machtsovername door de Taliban. 
  • Ook liet het CGVS weten dat als er over bepaalde aspecten niet voldoende informatie beschikbaar is of er twijfel bestaat, waardoor de vluchtelingenstatus niet met 100% zekerheid kan worden toegekend, het CGVS het voordeel van de twijfel zal toepassen. In dergelijk geval zal het CGVS toch de vluchtelingenstatus toekennen.  In de praktijk lijken de tot nu toe genomen beslissing eerder te wijzen op een strenge beoordeling van de verzoeken om internationale bescherming door het CGVS.  
  • Subsidiaire bescherming (op grond van artikel 48/4, § 2, c) Vw): het CGVS meent dat er geen risico meer bestaat voor gewone burgers om het slachtoffer te worden van willekeurig geweld in het kader van een gewapend conflict. Het geweld ten gevolge van aanslagen of andere incidenten zouden voornamelijk doelgericht van aard zijn, waarbij specifieke personen geviseerd zijn. Om die reden wordt de status van subsidiaire bescherming omwille van een ernstige bedreiging van het leven of de persoon van een burger als gevolg van willekeurig geweld in het geval van een internationaal of binnenlands gewapend conflict  niet langer toegekend. Ook heeft het CGVS besloten om de status van subsidiaire bescherming niet toe te kennen op grond van de socio-economische of humanitaire omstandigheden in Afghanistan. Het CGVS stelt dat de voorwaarden hiervoor niet voldaan zijn.  
  • In zijn nieuw beleid, zegt het CGVS niets over de beoordeling van de ontvankelijkheid van volgende verzoeken na de machtsovername door de Taliban. In het verleden liet het CGVS echter weten dat de gewijzigde situatie in Afghanistan op zich niet automatisch een nieuw element uitmaakt. Elke verzoeker moet zijn individuele situatie uitvoerig motiveren. Een loutere verwijzing naar de actuele ontwikkelingen is niet voldoende. Dit beleid blijft onveranderd.  

Niet veel later werd de gedeeltelijke schorsing opnieuw ingevoerd na enkele arresten van de RvV waarin het zich uitsprak over dit beleid. (zie supra arrest RvV 31 maart 2022) Op 17 mei 2022 werden de beslissingen opnieuw hervat nadat het CGVS zijn beleid op punt had gesteld. Er werden geen fundamentele wijzigingen doorgevoerd. Eind 2022 velde de RvV tal van arresten in Afghaanse dossiers. Deze brengen volgens het CGVS het gevoerde beleid niet in het gedrang. 

Kritische noot: De parlementaire werken stellen uitdrukkelijk dat de kans dat een verzoeker om internationale bescherming aanspraak kan maken op de vluchtelingenstatus of subsidiaire beschermingsstatus aanzienlijk vergroot wanneer de “veiligheids- of mensenrechtensituatie in het land van herkomst van de asielzoeker dermate gewijzigd is dat er zich in voorliggend geval een nood aan internationale bescherming opdringt". (Parl.St. Kamer 2012-2013, nr. 53 2555/001, pagina 23) 

Ook heeft de Raad van State reeds aanvaard “dat het aantonen van een algemene situatie, die bedreigend is voor de bevolking van een land of een regio, voldoende kan zijn om tot de subsidiaire bescherming te kunnen besluiten” (arrest n° 165.470, 1 december 2006, in de zaak A.178.826/VII-36.755). 

De wijziging van de situatie in Afghanistan, en met name de verslechtering van de veiligheids- en mensenrechtensituatie, zou dus wel degelijk een nieuw element op zich kunnen zijn op basis waarvan de kans op het verkrijgen van internationale bescherming wordt vergroot. 

Ciré en Vluchtelingenwerk Vlaanderen hebben in het kader hiervan samen een begeleidende brief opgesteld voor Afghanen die een volgend verzoek willen indienen (Nederlandstalige versie/Franstalige versie).Nansen publiceerde hier ook een nota over op 9 november 2021. 

Analyse en kritiek beleid CGVS

Vluchtelingenwerk Vlaanderen maakte een juridische analyse van de eerste beslissingen genomen door het CGVS. Lees hun analyse in dit rapport

In de nieuwsbrief van ADDE van maart 2022 verscheen ook een kritische analyse van het beleid van het CGVS. 

Belangrijke rechtspraak RvV
  1. In het kader van een volgend verzoek moet de verzoeker effectief de mogelijkheid krijgen om relevante elementen aan te brengen in het licht van de fundamenteel gewijzigde situatie in Afghanistan. Indien nodig kan dit door een nieuw gehoor. Een zitting bij de RvV is immers onvoldoende om de verzoeker te kunnen horen hierover.
  2. Het CGVS moet zorgvuldig onderzoeken wat de situatie van Afghaanse terugkeerders uit het buitenland is, en of op die grond de vluchtelingenstatus kan worden erkend.  
  3. In tegenstelling tot de beperkte analyse van het CGVS, blijkt uit recente internationale rapporten en landeninformatie dat de huidige precaire socio-economische en humanitaire situatie in Afghanistan mogelijks het gevolg is van gedragingen van de Taliban. Er zijn indicaties van gedragingen van de Taliban die een ontwrichtend effect kunnen hebben op de reeds precaire socio-economische omstandigheden. De RvV geeft aan dat de bestaande rapporten uiterst zorgvuldig moeten worden gelezen, en met de nodige terughoudendheid. Omwille van de veranderde situatie, kunnen verschillende instanties die voordien materiaal publiceerde over de situatie in Afghanistan niet meer naar behoren functioneren of zijn ze opgehouden. Het EASO COI rapport van januari 2022 benadrukt zelf dat het omwille van beperkte onderzoeksmogelijkheden enkel voorlopige bevindingen bevat over de huidige situatie. Het CGVS moet dit dus verder grondig onderzoeken, om zo nodig de subsidiaire bescherming toe te kennen op grond van artikel 48/4, § 2, b) Vw.
  4. Het lijkt momenteel niet meer nodig om de subsidiaire beschermingsstatus toe te kennen op grond van artikel 48/4, § 2, c) Vw. Er zou geen uitzonderlijke situatie meer zijn “waar het willekeurig geweld in het gewapende conflict dermate hoog is dat zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat een burger die terugkeert naar Afghanistan, louter door zijn aanwezigheid aldaar een reëel risico loopt om te worden blootgesteld aan een ernstige bedreiging van zijn leven of persoon”. De situatie in het land blijft echter onstabiel. Er is geen landeninformatie beschikbaar waaruit kan blijken dat de (veiligheids)situatie in Afghanistan zich in die mate gestabiliseerd heeft dat men momenteel een correcte toekomstgerichte beoordeling kan maken. Ook lijken er regionale verschillen te zijn.

Wanneer de voogd van een niet-begeleide minderjarige vreemdeling (NBMV) de bijzondere verblijfprocedure opstart, dient DVZ op zoek te gaan naar de duurzame oplossing in het hoger belang van het kind. In functie daarvan geeft DVZ opdracht aan de bevoegde Belgische ambassade om een family assessment uit te voeren. In dat kader onderzoekt de ambassade onder meer de lokale situatie, de familiale context, opvanggaranties, en de bereidheid van de familie om de NBMV terug op te vangen.

De huidige context laat het uitvoeren van family assessments in Afghanistan niet toe. DVZ heeft momenteel geen zicht op het heropstarten van de family assessments voor Afghaanse NBMV. De behandeling van de bijzondere verblijfprocedure van Afghaanse NBMV zal echter niet opgeschort worden. DVZ tracht een beslissing omtrent de duurzame oplossing te nemen gebaseerd op de elementen aanwezig in het dossier: dit is bijvoorbeeld de aanvraag van de voogd, het interview, informatie uit voorgaande procedures, landeninformatie, en best interest-elementen.

Indien DVZ er niet in slaagt de duurzame oplossing te bepalen voor de 18de verjaardag van de NBMV, eindigt de procedure.

Tijdens de contactvergadering internationale bescherming van Myria van september 2022 liet DVZ weten dat er geen gedwongen terugkeer plaatsvindt naar Afghanistan. Er worden wel opnieuw 'bevelen om het grondgebied te verlaten' afgeleverd. 

UNHCR vaardigde in februari 2022 richtsnoeren uit over de beschermingsnoden van personen die Afghanistan ontvluchten. Daarin sprak het zich uit tegen een gedwongen terugkeer naar Afghanistan.

Tijdens de contactvergadering internationale bescherming van Myria van maart 2023 liet Fedasil weten dat men zich opnieuw kan aanmelden voor vrijwillige terugkeer naar Afghanistan. Men bekijkt wat mogelijk is en informeert over de risico's. 

Er is geen vrijwillige terugkeer en re-integratie mogelijk via partners IOM en Caritas. Bijstand van IOM is niet mogelijk aangezien Afghanistan op hun 'suspension list' staat en Caritas is sowieso niet aanwezig in Afghanistan. 

Voor Afghanen is het momenteel praktisch onmogelijk een paspoort te bekomen. Toch blijft het beleid van de FOD BuZa over Belgische reisdocumenten voor vreemdelingen ongewijzigd. Een aanvraag voor een reisdocument voor vreemdelingen 'rood paspoort' moet aan de vooropgestelde voorwaarden voldoen en verloopt volgens de bestaande procedure. Op deze webpagina vind je hierover meer informatie. 

Voor Afghanen die subsidiaire bescherming hebben in België betekent dit dat je alleen een reisdocument voor vreemdelingen kan krijgen wanneer je identiteit vaststaat en je een attest van het CGVS kan voorleggen waaruit blijkt dat je geen nationaal paspoort kan bekomen.

Het CGVS zegt daarover het volgende (informatie 24 november 2022):

“Het CGVS levert voornoemd attest enkel af wanneer de subsidiaire beschermingsstatus werd toegekend op grond van artikel 48/4, § 2, a en b van de Vreemdelingenwet, met andere woorden wanneer het vaststaat dat de verzoeker bij een terugkeer naar zijn land van herkomst een reëel risico loopt op het lijden van ernstige schade bestaande uit de doodstraf of executie, of omdat er sprake is van foltering of een onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. Het levert dus geen attesten af aan de subsidiair beschermde die de status verkregen heeft omdat er sprake is van een gewapend conflict in zijn land van herkomst (art. 48/4, § 2, c Vreemdelingenwet).

 Het volstaat echter niet dat men de status gekregen heeft op grond van artikel 48/4, § 2 a of b Vw. Het is immers bijkomend vereist dat het vaststaat dat de dat de ernstige schade waaraan een verzoeker bij een terugkeer naar zijn of haar land van herkomst zou worden blootgesteld uitgaat van of veroorzaakt wordt door de Staat. In dat geval is de Staat de actor van ernstige schade  (artikel 48/5, § 1 van de Vreemdelingenwet), en kan er niet van de betrokkene verwacht worden dat hij zich tot diezelfde Staat richt voor het bekomen van nationaliteitsdocumenten. Wanneer de status echter wordt toegekend omdat de Staat onvoldoende bescherming kan bieden (in de zin van artikel 48/5, § 2 Vreemdelingenwet) zijn de autoriteiten in het land van herkomst weliswaar indirect verantwoordelijk voor het bestaan van het risico, maar liggen deze niet zelf aan de oorsprong van de ernstige schade. Deze subsidiair beschermde kan derhalve nog steeds beroep doen op zijn nationale autoriteiten voor het bekomen van identiteits- en nationaliteitsdocumenten” 

Als je identiteit niet vaststaat wil dit zeggen dat je als subsdiair beschermde je identiteit verklaarde. Je krijgt dan de vermelding 'decl' op je verblijfskaart. Je identiteit staat niet vast en is gebaseerd op een verklaring en niet op een identiteitsbewijs. Je kan deze vermelding laten weghalen met een paspoort of ander document dat je identiteit bewijst. Je doet dit bij de gemeente die het op zijn beurt voorlegt aan de Dienst Vreemdelingenzaken.  

 Voor Afghanen geldt een soepelere regeling voor het weghalen van de vermelding ‘decl’:

  • Je legt een (vervallen) paspoort voor. Je kan een paspoort voorleggen dat niet verlengd werd door de Afghaanse ambassade.
  • Je hebt geen paspoort meer. Je legt een kopie van je paspoort voor uit het administratief dossier van DVZ. Dit moet je zelf opwerpen en opvragen. DVZ doet dit niet automatisch.
  • Je hebt nooit een Afghaans paspoort gehad. Je moet dan alle volgende documenten voorleggen:
    • Een verklaring van de Afghaanse ambassade in Brussel dat je geen Afghaans paspoort kan verkrijgen.
    • Een vervangend geboorteattest afgeleverd door de Afghaanse ambassade in Brussel.
      • Om dit attest te bekomen vraagt de Afghaanse ambassade een Tazkira.
  • Is er een verschil tussen de identiteitsgegevens op het paspoort/vervangend geboorteattest en het rijksregister/de verblijfskaart?
    • Dan moet je ook een attest van individualiteit voorleggen, ook afgeleverd door de Afghaanse ambassade.
    • Een attest van individualiteit bevestigt dat de persoon op het paspoort/geboorteattest dezelfde is als diegene in het rijksregister/op de verblijfskaart. 

Documenten afkomstig van de Afghaanse ambassade in Brussel moet je legaliseren bij de dienst Legalisatie van de FOD Buitenlandse Zaken in Brussel.

Afghaanse documenten vanuit een IPR-rechtelijk oogpunt

Ook buiten de context van verblijfsaanvragen kan men geconfronteerd worden met praktische problemen om Afghaanse documenten te bekomen die voldoen aan alle wettelijke vereisten. Wat als men in België verblijft en een huwelijksaangifte wil doen, maar er dient een Afghaanse geboorteakte voorgelegd te worden: kan de gemeente dan vasthouden aan de voorwaarde van een gelegaliseerde geboorteakte uit het land van herkomst? Die daarenboven maximum 1 jaar oud mag zijn? In bepaalde gevallen zijn alternatieven mogelijk en niet elke voorwaarde die gesteld wordt, moet als absoluut beschouwd worden.

Het is belangrijk om voor ogen te houden dat er geen wettelijke geldigheidstermijn is voorzien voor buitenlandse documenten. Vaak hanteren Belgische instanties een standaard maximum ouderdomstermijn van documenten. Een afschrift van een buitenlands document zou dan maximum 6 maanden oud mogen zijn, of voor andere instanties 1 jaar.

Hoewel het in sommige gevallen gerechtvaardigd kan zijn om zich er van te vergewissen dat het afschrift de meest actuele toestand reflecteert, met alle randmeldingen erbij, schrijft de wet nergens voor dat een afschrift slechts 6 maanden of 1 jaar oud mag zijn. Bovendien werken niet alle landen met randmeldingen, waardoor het zinloos is om vast te houden aan een formele benadering. De Vaste Commissie inzake de Burgerlijke Stand bevestigde hierover expliciet dat men terzake de nodige soepelheid moet hanteren, rekening houdend met de moeilijkheidsgraad om bepaalde documenten te bekomen, getuige punt 2.10.9 van de FAQ van de DABS.

De huidige situatie in Afghanistan kan één van die factoren zijn die het aannemelijk maakt dat het zeer moeilijk, zo niet onmogelijk is om recente afschriften van bepaalde documenten te bekomen.

Vervangend vonnis

Indien het werkelijk onmogelijk is om de oorspronkelijke akten in het land van herkomst te bekomen, bestaat de mogelijkheid om een vervangend vonnis te vragen aan de familierechtbank in België. Artikel 26 Burgerlijk Wetboek voorziet die mogelijkheid indien de oorspronkelijke akte is verloren gegaan of vernietigd. De vernietiging of het verlies en de inhoud van de akte kan men bewijzen door geschriften, door andere authentieke bronnen of door getuigen. Deze mogelijkheid staat ook open voor buitenlandse akten die men onmogelijk kan bekomen. Eens er een Belgisch vonnis is, geldt dat vonnis als een volwaardige vervanging van de oorspronkelijke akte en zal dat vonnis voor alle toekomstige situaties gebruikt kunnen worden.

Indien men een Afghaanse akte van de burgerlijke stand nodig heeft en men kan aantonen dat het onmogelijk is om die te bekomen, kan men beroep doen op deze procedure in België.

Consulair attest

In specifieke procedures kan de geboorteakte vervangen worden door een consulair attest afgeleverd door de Afghaanse ambassade. Het Koninklijk besluit van 17 januari 2013, tot vaststelling van de lijst van landen waar het verkrijgen van een geboorteakte onmogelijk is of op zware moeilijkheden botst (BS 30/01/2013) vermeldt onder meer Afghanistan. Het consulair attest moet dan gelegaliseerd worden door de dienst Legalisatie van de FOD Buitenlandse Zaken. Dit consulair attest kan worden gebruikt in de procedures van huwelijk (artikel 164/3 Burgerlijk Wetboek), de erkenning van een kind (artikel 327/2 Burgerlijk Wetboek) en de verwerving van de Belgische nationaliteit (artikel 5, §1Wetboek van de Belgische nationaliteit).

Indien men een Afghaans vonnis moet voorleggen om een bepaalde situatie op afdoende wijze te staven en/of te regelen, is het goed om voor ogen te houden dat ook de Belgische rechter soms uitzonderlijk bevoegd kan zijn in zaken waar men zich normaal gezien tot de Afghaanse rechter zou moeten wenden. Artikel 11 van het Wetboek Internationaal Privaatrecht (WIPR) bepaalt namelijk dat de Belgische rechters uitzonderlijk bevoegd zijn wanneer het onredelijk zou zijn te eisen dat de vordering in het buitenland wordt ingesteld. Dit kan bijvoorbeeld toepassing vinden indien het gaat om een vordering inzake ouderlijke verantwoordelijkheid (in dat geval in combinatie met art. 12.3 Brussel IIbis Verordening), gerechtelijke vaststelling vaderschap,…

Indien er redelijkerwijze geen twijfel is omtrent de authenticiteit van de buitenlandse akte, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand een beroep doen op artikel 24, §2 WIPR om in specifieke gevallen vrijstelling te verlenen van de legalisatievereiste om te oordelen over de geldigheid van een buitenlandse akte. Deze bepaling spreekt over de rechter, maar ze dient overeenkomstig de Memorie van Toelichting ook als zijnde van toepassing op de ambtenaar van de burgerlijke stand beschouwd te worden. (Memorie van Toelichting Wetsvoorstel houdende Wetboek Internationaal Privaatrecht, Doc Sénat, 3-27/1, p. 54)

In bepaalde gevallen is het namelijk noodzakelijk om te oordelen over de geldigheid van buitenlandse akten, ook al zijn deze niet gelegaliseerd. Dat is bijvoorbeeld al het geval voor documenten uit Somalië die niet kunnen worden gelegaliseerd. In de huidige situatie kunnen we aannemen dat het ook voor Afghaanse documenten uiterst moeilijk kan zijn om documenten correct gelegaliseerd te krijgen. In die gevallen waarin de ambtenaar zich voldoende geïnformeerd acht, moet het mogelijk zijn om zeer welbepaalde documenten vrij te stellen van de legalisatievereiste voor buitenlandse akten. In het bijzonder in die gevallen waarin de legalisatie onmogelijk is omwille van aantoonbare overmacht, is het niet redelijk om vast te blijven houden aan de legalisatievereiste. Temeer daar de legalisatievereiste enkel een formaliteitsvereiste is, en verder geen uitsluitsel geeft over de inhoud of authenticiteit van het document.

We zien in de praktijk dat de ambtenaren van burgerlijke stand eerder geneigd zijn om de beoordeling over de erkenning van een niet gelegaliseerd document over te laten aan de rechtbank. We begrijpen dat het voor de ambtenaren zeer moeilijk is om te besluiten dat een buitenlands document voldoet aan de voorwaarden van erkenning zonder dat het voldoet aan de legalisatievereiste. De betrokkenen kunnen bij weigering van erkenning van een buitenlandse akte door de ambtenaar, de erkenning verzoeken bij de familierechtbank in een procedure op eenzijdig verzoekschrift (art. 23 Wetboek IPR) of een procedure starten om een vervangend vonnis te bekomen van de ontbrekende akte (procedure art. 26 en 35 Burgerlijk Wetboek). 

De Centrale Autoriteit Burgerlijke Stand van de FOD Justitie geeft het volgende advies omtrent bepaalde Afghaanse documenten:

  • Een Afghaanse taskara is geen akte van burgerlijke stand. Het is bijgevolg niet mogelijk om op basis van een taskara de afstamming te bepalen of te wijzigen.
  • Ook consulaire attesten zijn geen aktes van burgerlijke stand. Ze zijn wel geldig voor een huwelijksaangifte, een nationaliteitsaanvraag en een erkenning van een kind.
  • Een bevestiging op eer voor de rechtbank van een huwelijk is ook geen akte van burgerlijke stand. Bovendien kan je er niet uit afleiden dat de grond- en vormvoorwaarden voor het huwelijk vervuld zijn.
  • Een huwelijkscertificaat of het groene huwelijksboekje is wel een akte van burgerlijke stand op voorwaarde dat het certificaat conform is.
  • Een geboortecertificaat (birth registration card of birth certificate) is wel een akte van burgerlijke stand op voorwaarde dat dit document afgeleverd werd door de ACCRA (Afghan Central Civil Registration Authority) of de NSIA (National Statistics Information Authority).

Bijstand aan Belgen in Afghanistan

Bijstand na stopzetting evacuatiemissie

Van 20 tot 25 augustus 2021 heeft de Belgische overheid een evacuatiemissie uitgevoerd, om bepaalde profielen uit Afghanistan te evacueren. Deze werd stopgezet omwille van de evoluerende situatie in Afghanistan, in overeenstemming met andere Europese partners. Er worden momenteel geen evacuaties meer uitgevoerd.

De FOD Buitenlandse Zaken (FOD BuZa) vraagt Belgen formeel om zich niet naar Afghanistan te begeven. Lees hier het reisadvies van de FOD BUZA.

Belgen die zich nog in het land bevinden worden verzocht zich te melden bij de Ambassade van België in Islamabad (via het e-mail adres islamabad@diplobel.fed.be), als ze dat nog niet gedaan hebben. Er wordt hen gevraagd op een veilige plaats te blijven. Gezien de precaire veiligheidssituatie in Afghanistan en de afwezigheid van een Belgische diplomatieke post in Kaboel, is consulaire bijstand extreem moeilijk aan te bieden, zo niet onmogelijk.

De Belgische ambassade in Islamabad biedt geen ondersteuning bij het oversteken van de grens tussen Afghanistan en Pakistan. Zowel Belgen als Afghanen moeten een visum vragen bij de Pakistaanse autoriteiten om de grens te kunnen oversteken (zie hierboven Grensovergang).

Verblijfssituatie en rechtspositie van Afghanen geëvacueerd tijdens evacuatiemissie

Verblijf

Geëvacueerden die tijdens de evacuatiemissie in augustus 2021 aankwamen in België, kregen een tijdelijk visum van 15 dagen.

Om langer in België te mogen verblijven moeten zij vervolgens een verblijfsaanvraag indienen. De volgende verblijfsprocedures zijn onder meer mogelijk: een verzoek om internationale beschermingeen aanvraag gezinshereniging ten aanzien van een Belg, Unieburger of derdelandereen aanvraag 9ter (medische regularisatie)een aanvraag 9bis (humanitaire regularisatie)de bijzondere procedure voor niet-begeleide minderjarige;...

In de praktijk werden de geëvacueerde Afghanen doorverwezen naar:

  • de procedure gezinshereniging;
  • de procedure internationale bescherming.

a) Gezinshereniging

Of iemand in aanmerking komt voor een verblijfsrecht op grond van gezinshereniging hangt af van de nationaliteit en het verblijfsrecht van de referentiepersoon in België. De voorwaarden, documenten en te volgen procedure worden uitvoerig besproken op onze webpagina's gezinshereniging.

Geëvacueerde Afghanen die een aanvraag gezinshereniging willen indienen, moeten de hiervoor bestaande procedures volgen, en aan de voorziene voorwaarden voldoen. Dit betekent dat de aanvrager het bewijs van betaling van de administratieve bijdrage moet voorleggen (tenzij hij/zij is vrijgesteld), en de materiële voorwaarden vervuld moeten zijn. Door de omstandigheden waarin de betrokkenen Afghanistan hebben verlaten, kan het echter zijn dat zij niet in staat zijn alle vereiste documenten voor te leggen. Om hieraan tegemoet te komen, heeft Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) een aantal richtlijnen bepaald:

Voor familieleden van Afghanen met een verblijfsrecht in België:

  • Zij kunnen hun aanvraag tot gezinshereniging indienen bij de gemeente van hun woonplaats (artikel 12bis Verblijfswet). Het bestaan van buitengewone omstandigheden waardoor de aanvraag niet bij de ambassade in Islamabad kan worden ingediend, is erkend. Dit geldt in principe enkel voor de geëvacueerde Afghanen.
  • Na de indiening van de aanvraag, wordt een woonstcontrole zo snel mogelijk uitgevoerd;
  • Bij positieve woonstcontrole, moet de gemeente het dossier opsturen naar DVZ, ook al is het dossier onvolledig. DVZ vereist dat een paspoort wordt voorgelegd.

Voor familieleden van Belgen:

  • Na de indiening van de aanvraag, wordt zo snel mogelijk een woonstcontrole uitgevoerd;
  • Bij positieve woonstcontrole, en op voorwaarde dat de aanvrager het bewijs van zijn bloed- of aanverwantschapsband met de refertepersoon voorlegt, stuurt de gemeente het dossier door naar DVZ, en wordt de normale procedure gevolgd;
  • Indien de aanvrager geen officiële documenten kan voorleggen voor het bewijs van zijn bloed- of aanverwantschapsband, neemt de gemeente contact op met DVZ. Een eerste evaluatie van het dossier door DVZ wordt dan uitgevoerd. Indien het bewijs van de bloed- of aanverwantschapsband aanvaard wordt door het gemeentebestuur of door DVZ, wordt de normale procedure voortgezet.

In het kader van voornoemde flexibiliteit bevestigde DVZ dat de Taskara (Afghaans identiteitsbewijs waarop enkel vaderlijke afstamming wordt vermeld) in rekening kan worden genomen bij het beoordelen van de vaderlijke verwantschapsband en identiteit naar aanleiding van een verblijfsaanvraag van een geëvacueerd familielid. Ook een trouwboekje kan gelden als bewijs van de verwantschapsband. Foto’s van documenten, documenten zonder vertaling of loutere vertalingen zonder het origineel worden niet aanvaard.

Over het bewijs van familieband, lees je meer onder titel 1.1.2. (ondertitel 'a) Flexibiliteit documenten?').

b) Internationale bescherming

Het CGVS heeft aangegeven dat de verzoeken om internationale bescherming van deze personen met prioriteit werden behandeld. Als het CGVS meende dat de motieven duidelijk zijn, kon een beslissing zeer snel genomen worden en zal geen persoonlijk onderhoud meer worden gehouden door het CGVS. In veel gevallen werd inderdaad zeer snel een beslissing genomen.

Opvang

Bij aankomst in België werd opvang voorzien. Zo voorzagen het Ministerie van Defensie en enkele betrokken organisaties eigen opvang voor hun medewerkers/activisten. Andere profielen werden opgevangen door Fedasil in afwachting van hun verzoek om internationale bescherming.

Andere rechten

De geëvacueerden die nog geen verblijfsrecht in België hadden, kregen in eerste instantie slechts een visumblad dat hen voorzag van een visum kort verblijf geldig voor 15 dagen binnen een tijdsvak van één maand.

Hun verdere rechtspositie hangt af van de verblijfsprocedure die zij in België opstarten (zie titel 1.2.1.). Zo kunnen verzoekers van internationale bescherming na 4 maanden lopende asielprocedure werken. Wie gezinshereniging aanvraagt met een Belg of derdelander, is verplicht tot inburgering en kan meestal meteen werken. Afhankelijk van de verblijfsprocedure wordt een ziekteverzekering mogelijk en verplicht, als gerechtigde of als persoon ten laste. Ook over andere rechten en voorwaarden vind je meer info op onze thematische webpagina's.

Extra informatie over Afghanistan

Gezien de veiligheidssituatie in Afghanistan, bestaat er een risico op contactverlies met familieleden (die zich binnen of buiten Afghanistan bevinden).

Het Rode Kruis blijft aanwezig in Afghanistan waardoor opsporingen in Afghanistan mogelijk blijven, weliswaar met de volgende restricties:

  1. Reeds bestaande dossiers worden verder opgevolgd. Er kunnen vertragingen optreden qua behandeltijd door een stijging in aanvragen en de algemene veiligheidssituatie die beweging op terrein bemoeilijkt.
  2. Nieuwe dossiers gelinkt aan de huidige situatie kunnen opgestart worden.

Woon je in Vlaanderen of Brussel, neem contact op met Rode Kruis - Vlaanderen via:

  • het contactformulier op de website: www.restoringfamilylinks.be;
  • het telefoonnummer: 015 44 35 22 (van maandag tot vrijdag, tussen 9 en 12.30 uur)

Woon je in Wallonië of Brussel, neem contact op met Croix-Rouge de Belgique - Communauté francophone (dienst “Rétablissement des Liens Familiaux”) via e-mail: service.rlf@croix-rouge.be.

Afghanen die zich in en rond Afghanistan bevinden en opzoek zijn naar hulp en/of informatie kunnen ook contact opnemen met UNHCR Afghanistan. Naar aanleiding van de situatie in Afghanistan heeft UNHCR de webpagina 'Help Afghanistan' en ‘Help Pakistan’ tot stand gebracht.

Het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) publiceerde 11 november 2021 een geactualiseerde versie van het landeninformatierapport over Afghanistan. Dit rapport bevat relevante veiligheidsinformatie die gebruikt kan worden bij de beoordeling van verzoeken om internationale bescherming. Zowel de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan als de regionale en districtsontwikkelingen worden hierin besproken.

Op 10 januari 2022 publiceerde EASO een landeninformatierapport over Afghanistan: ‘EASO COI Report Afghanistan: Country focus’.

Op 24 januari 2023 publiceerde het Europees Agentschap voor Asiel (EUAA) zijn richtlijnen voor Afghanistan: "Country Guidance: Afghanistan". 

Op 16 augustus 2022 publiceerde EUAA een landeninformatierapport over Afghanistan: ‘EUAA, COI Report, Targeting of individuals’.

Op 23 augustus 2022 publiceerde EUAA een landeninformatierapport over Afghanistan: ‘EUAA, Afghanistan, Security Situation’.

Op 5 mei 2022 publiceerde het CGVS een COI Focus over de veiligheidssituatie in Afghanistan

De organisatie Asylos publiceerde ook een landeninformatierapport over de situatie in Afghanistan. Dit rapport wordt regelmatig geactualiseerd. 

Het UNHCR publiceerde in februari 2023 een nota met richtlijnen over de internationale beschermingsnoden van personen die Afghanen ontvluchten. 

Nansen schreef een nota over het gebruik van beleidsrichtlijnen van UNHCR en het Europees Asielagentschap in Afghaanse dossiers.

Meer info