Gewaarborgde gezinsbijslag – kinderbijslag - precair verblijfsrecht – geen recht – attest van immatriculatie – ontvankelijke aanvraag 9ter - kan niet worden beschouwd als toelating of machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden – bijzonder karakter van de Wet Gewaarborgde Gezinsbijslag – residuair stelsel – GwH 28 juni 2006, nr. 110/2006 – GwH 11 januari 2012, nr. 1/2012 – gegrond – geen toekenning gewaarborgde gezinsbijslag
Art. 175 Sociaal Strafwetboek - illegale arbeid - art.162 Sociaal Strafwetboek - wanbetaling loon - buitenlandse werknemers zonder papieren - arbeidsongeval - arbeidsongevallenverzekering - Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 - beschermingsmaatregelen - onvrijwillige doodslag - art.8 KB 27 maart 1998 Welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk - art.94ter § 1 en §3 Wet 4 augustus 1996 welzijn werknemers bij uitvoering van hun werk - veroordeling werkgever
Gewaarborgd kraamgeld - gewaarborgde kinderbijslag – gezinshereniging met Belgisch kind – art. 40ter Vw. – geen verblijfsvergunning op moment geboorte van het kind en eerste maanden daaropvolgend – regelmatigheid verblijf vloeit niet automatisch voort uit statuut moeder Belgisch kind – pas recht vanaf voorlopige verblijfsvergunning - ongegrond
Medische overmacht - art 3 EVRM - HvJ 18 december 2014, C-562/13, Centre public d’action sociale d’Ottignies-Louvain-la-Neuve t. Moussa Abdida - Maatschappelijke dienstverlening
Opvang - asielzoeker - hoogdringendheid niet aanvaard door arbeidsrechtbank – weerlegd door het Hof – schijn van recht, art.4 vraagt inderdaad individuele motivatie – kwetsbaar, vrouw met kind – snel gehandeld – voorlopige veroordeling tot uitspraak ten gronde, en op voorwaarde dat ze ingaat op uitnodiging Fedasil
Gewaarborgde kinderbijslag – art. 1 Wet 20 juni 1971 tot instelling van gewaarborgde kinderbijslag – toegelaten of gemachtigd tot verblijf in België – Attest van immatriculatie is geen machtiging tot verblijf in de zin van art. 9 en 10 Vw – voorlopige en precaire toelating om in het land te verblijven – beroep ongegrond
Art. 9ter Vw. - HvJ 18 december 2014, C-562/13, Centre public d’action sociale d’Ottignies-Louvain-la-Neuve t. Moussa Abdida - medische overmacht - beroep RvV hangende - geen schorsend beroep - enkel DMH tijdens beroep tegen 9ter beslissing - geen maatschappelijke dienstverlening
Art. 9ter Vw. - ongegrond - HvJ 18 december 2014, C-562/13, Centre public d’action sociale d’Ottignies-Louvain-la-Neuve t. Moussa Abdida - beroep RvV hangende - geen schorsend beroep - geen maatschappelijke dienstverlening - art 57 §2 OCMW-wet - geen BGV - HIV - medische overmacht
Art. 9ter Vw. - ongegrond - HvJ 18 december 2014, C-562/13, Centre public d’action sociale d’Ottignies-Louvain-la-Neuve t. Moussa Abdida - medische overmacht - onmogelijkheid tot terugkeer - beroep RvV hangende - maatschappelijke dienstverlenging - schorsend beroep - toegankelijkheid en beschikbaarheid medische zorgen - psychiatrische problematiek - art 3 EVRM - art 57,§2 OCMW-wet - subjectief recht - Aanbevling nr R (2000) 3 van het Comité van Ministers bij de Raad van Europa sur le droit à la satisfaction des besoins matériels élémentaires des personnes en situation d’extrême précarité (adoptée par le comité des ministres le 19 janvier 2000) - art 13, §4 Europees Sociaal Handvest - art 47 Handvest Grondrechten - medische overmacht los van verblijf 9ter (twee autonome aparte begrippen)